Ik merk een hoop over en weer discussie over hoe het nu werkt, maar volgens mij is het niet zo ingewikkeld. Wat het soms wat lastiger maakt is dat er wat discussies door elkaar lopen. Vergeef me dat ik vaak wat te compleet wil zijn, maar hopelijk is het te volgen.
Er zijn 3 vragen die in deze discussie door elkaar lopen volgens mij:
- Wat is de kiesdrempel voor een partij om in de tweede kamer te komen.
Huidige systeem stuurt op een minimum van 2 leden voordat een partij in de tweede kamer komt.
- Wil je een vast aantal zetels in de tweede kamer ja of nee.?
- Hoe verdeel je het modulus deel (deel achter de komma van de kiesdeler) en de 'zetels' die niet de kiesdrempel hebben gehaald?
Eerste vraag is een niet wiskundige, maar principiële vraag.
Kan me wel wat voorstellen bij een kiesdrempel, waar de grens moet liggen 1,2,3 of meer zetels, best interessante, maar andere discussie naar mijn mening.
Tweede is deels wiskundig, deels principieel. Meerdere mogelijkheden:
Flexibel aantal zetels:
Variatie in aantal leden tweede kamer, getuigd van een flexibiliteit die je vrijwel nergens ziet denk ik. Zou er geen echt grote problemen in zien direct, maar vast aantal leden heeft iets traditioneels denk ik. Voordeel van variatie is dat er geen bevoordeling van grote partijen boven kleine partijen is of andersom, omdat de zetelverdeling heel simpel en zwart wit te maken is. Dit zou tot simpele oplossingen kunnen leiden, als we het een echt probleem vinden.
- Afronden naar beneden -> alleen maar teleurgestelde partijen aangezien iedereen stemmen verloren ziet gaan. Als je bijna bij een extra stem bent, zul je die niet krijgen -> vrij zuur.
- Afronden naar dichtsbijzijnde integer van kiesdeler -> Deels blijde, deels teleurgestelde partijen, minder verloren stemmen. Wel zelfde harde scheiding 4,49 -> 4 zetels en 4,50 -> 5 zetels. Verschil is, met kiesdeler van 4,49 kun je lastig claimen dat je echt recht had op 5 stemmen, je komt feitelijk 0,51x kiesdeler tekort.
- Afronden naar boven -> alleen blijde gezichten, maar wellicht iets te extreem. Zult feitelijk alle partijen een extra zetel geven, kom je al snel op 10 extra leden van de tweede kamer krijgen.
Vast aantal zetels:
Krijg je een ingewikkelder systeem om tot een zetelverdeling te komen. (per definitie iteratief, jouw aantal zetels hangt niet alleen af van jouw kiesdeler maar ook van die van andere partijen).
Derde vraag is de verdeling van de 'restzetels', ook dit is een deels principieel en een deels wiskundige vraag.
Hierbij zijn volgens mij maar twee echte opties. Bij beide systemen bepaal je de restzetels (som van kiesdelers die de kiesdrempel niet halen en het modulus deel van de overige kiesdelers).
Systeem 1, Worden de restzetels verdeeld zodat de gemiddelde stemrepresentatie van de zetels in de tweede kamer het hoogste is.*
Systeem 2, Worden de restzetels verdeelt op volgorde van de partijen met de hoogste modulus waarde (dus op ranking van wie het hoogste decimale waarde had van de kiesdelers).
Het eerste systeem bevoordeeld grote partijen sterk, wat als voordeel voor coalitievorming heeft in mijn optiek. Maar vanuit het concept dat iedere stem even waardevol zou moeten zijn is dat niet zo. Stemmen op grote partijen is per definitie krachtiger dan op kleinere partijen.**
Volgens mij vind de topicstarter dit het probleem, maar is hij ook geen fan van kiesdrempels. Is wel een benadering die voor coalitievorming en versplintering praktische voordelen heeft.
Het tweede systeem zijn alle stemmen even waardevol, dus in die zin chiquer.
In bijgevoegde link een
excel sheet met een berg getallen, hopelijk is het te volgen. Zo niet dan zijn de volgende opmerkingen waarschijnlijk niet te volgen.
* Let hierbij op, hierbij wordt niet gekeken naar welke partij heeft op basis van de kiesdeler de hoogste representatie per zetel, maar wie heeft er na het krijgen van een extra zetel de hoogste representatie. Anders zou het systeem zelfs een bias hebben richting kleine partijen, en zou de eerste extra zetel naar FvD gaan, gevolgt door PvdD en 50+. (dit is ook te zien in bijgevoegde excel sheet).
** Als je kijkt naar de representatie per zetel, de eerste partij die een zetel minder zou krijgen was eigenlijk de PvdA en dan pas PvdD, de eerste die er nog een zetel bij zou krijgen was zelfs de VVD en dan pas 50+. De bias richting grote partijen schaalt lineair met het aantal stemmen dan een partij krijgt. (VVD gebrek aan kiesdeler van 1.425 zetel is daardoor eerder ingehaald dan de 0.261 die 50+ tekort kwam).
Make it fool proof and someone will make a better fool.