Wat ik altijd opmerk in discussies over het bestaan van God en over hoe ons heelal ontstaan zou zijn, is dat God altijd boven tijd en ruimte gesteld wordt en dat het concept 'er kan niet 'iets' uit 'niets' ontstaan' altijd voorbij komt.
Ik heb het volgende al een aantal malen gedeeltelijk gepost, maar er wordt toch altijd 'omheen' gepost.
1. Stelling: God staat boven tijd en ruimte.
Met 'tijd' (t) als de vastgestelde definitie dat dat het 'iets' is wat verstrijkt tussen 2 gebeurtenissen, of de duratie van 1 gebeurtenis, met als sub-definitie dat de duratie van een gebeurtenis nooit 0 kan zijn/is. 'Tijd' is dus een continuum aan opvolgende gebeurtenissen.
Met 'ruimte' (d) als de vastgestelde definitie dat dat het quotient is van lengte/diepte (l,z), breedte (b,x) en hoogte (h,y) van een bepaalde plek.
Uit deze 2 definities is de definitie van 'bestaan' en 'zijn' afgeleid, nl. het aanwezig zijn van iets op een bepaald punt in het tijd continuum (in de tijd), en daarbij op een bepaald punt in een ruimte.
Uit de laatste definitie volgt logisch dat er geen staat zonder 'ruimte' is, nl. als de lengte, breedte en hoogte van een ruimte alle drie 0 zijn, is de ruimte (0x0x0=0) ook 0, het is dus niet zo dat 'ruimte' dan absent is, maar dat er een ruimte van 0 is.
Per definitie is het dus noodzakelijk voor iets om te bestaan/zijn om zich tegelijkertijd te bevinden in zowel het tijd continuum als een ruimte.
Buiten tijd en ruimte is er ook niet 'niets', om dat er simpelweg niet zoiets is als 'buiten tijd en ruimte'.
Defineerd men dus een 'God' die buiten tijd en ruimte staat en daarbij niet andere definities van 'tijd' en 'ruimte', dan is die definitie in beginsel al fout. Men defineerd dan een staat voor die 'God' die volgens de definities waaraan gerefereerd wordt (tijd en ruimte) al als 'niet te defineren' gedefineerd is.
Mijn conclusie hieruit: Als er een God bestaat, dan bevindt deze zich in het tijd continuum en in een ruimte.
Let op: Dit sluit dus niet uit dat deze God zich mogelijk op alle punten van het tijd continuum bevindt (en dus altijd was, nu is, en altijd zal zijn) en/of dat deze God zich anders binnen het continuum kan bewegen dan wij, wel kan die God zich niet op meerdere punten tegelijk binnen de betreffende ruimte bevinden.
2. 'er kan niet 'iets' uit 'niets' ontstaan'
Met 'iets' gedefineerd als materie in het tijd continuum en binnen een ruimte en 'niets' als het absent zijn van enige materie in het tijd continuum en binnen een ruimte.
Hier vraag ik mij altijd af waarom er in beginsel vanuit wordt gegaan dat er op dit moment materie is.
Op dit moment is de meest gesteunde wetenschappelijke theorie over het ontstaan van ons heelal die van de 'quantumfluctuatie', dit valt binnen de noemer 'big-bang' omdat dit ook met een 'big-bang' gepaard zou zijn gegaan, maar dan zonder 'oer-atoom' of iets dergelijks.
De theorie maakt gebruik van verschillende concepten binnen de quantumfysica, o.a. de definitie dat er een oneindig aantal dimensies zijn (a la 'Sliders', alleen dan de meeste leeg denkt men)
Ik kan hier niet te diep ingaan op de quantumfysica, want dan ben ik volgende week nog aan het typen, maar ik zal een korte samenvatting geven van de theorie:
In het begin was er 'niets' (zie def. boven), wat wel aanwezig was waren iig het tijd continuum, ruimte en een oneindig aantal dimensies. Op een bepaald punt in de tijd trad er een quantumfluctuatie op (ik kan hier helaas geen definitie geven van een quantumfluctuatie omdat deze te complex is om even hier neer te zetten), waardoor er een verschrikkelijke hoeveelheid materie ontstond, maar tegelijkertijd ook dezelfde hoeveelheid anti-materie.
Materie en anti-materie zijn elkaars tegenovergestelden. Zou materie en anti-materie samenkomen op 1 punt, dan zou zowel de materie als de anti-materie ophouden te bestaan.
(Misschien hebben jullie ooit bij Natuurkunde het feit gehad dat men in staat is om een foton (licht) te splitsen in een electron (negatief geladen) en een anti-materie deeltje dat dezelfde massa heeft als een electron, maar positief geladen is? Dit deeltje wordt aangeduid met 'e+' en is geen proton trouwens. Na de splitsing trekken het e- en het e+ deeltje elkaar aan vanwege de tegenovergestelde lading en versmelten weer tot een foton. Dat met die quantumfluctuatie is ongeveer hetzelfde principe, maar dan op een veel lager niveau en niet met ladingen maar met een positieve massa en een negatieve massa.)
Volgens deze theorie is er dus nooit 'iets' ontstaan, maar heeft de staat 'niets' zich alleen van vorm veranderd....
Nl. je begint met 'niets', dus massa=0. Er treedt een quantumfluctuatie op, en dat massa=0 splitst zich in materie (massa=+1) en anti-materie (massa=-1), dus massa=(+1-1), wat effectief nog steeds overeen komt met massa=0.
Als je in een beperkte ruimte kijkt, b.v. alleen ons zonnestelsel, dan zal er wel 'iets' zijn, daar is nl. de massa positief, maar deze theorie stelt dat ergens in deze dimensie zich even veel anti-materie als materie bevindt en dus over de totale dimensie massa=0 geldt. Dat we die anti-materie niet kunnen waarnemen is geen argument dat het er niet is aangezien we niet de volledige dimensie kunnen waarnemen.
Dus hoeft er niet per se 'iets' uit 'niets' ontstaan te zijn, het is heel goed mogelijk dat er nog steeds effectief 'niets' is!
En onthoud dat dit maar een samenvatting is, als je er meer over wilt weten raad ik je aan om eens op het internet te gaan zoeken, dat kan je vast complete definities vinden, ik heb alleen geen URL's omdat ik een zooi mooie boeken over dit onderwerp heb
De enige noodzaak om deze theorie te kunnen begrijpen is dat je iets 'verder' denkt dan 'ik zit achter een computer die opgebouwd is uit materie, dus is er materie'.
Ik hoop dat mensen hier wat aan hebben en kunnen inzien dat er wellicht meer mogelijkheden zijn dan die je zelf kan bedenken.
En nu mag iedereen komen met z'n theorieeen waarom God wel boven tijd en ruimte zou staan etc. en wat ik voor grove fundamentele fouten heb gemaakt.
Ik heb het volgende al een aantal malen gedeeltelijk gepost, maar er wordt toch altijd 'omheen' gepost.
1. Stelling: God staat boven tijd en ruimte.
Met 'tijd' (t) als de vastgestelde definitie dat dat het 'iets' is wat verstrijkt tussen 2 gebeurtenissen, of de duratie van 1 gebeurtenis, met als sub-definitie dat de duratie van een gebeurtenis nooit 0 kan zijn/is. 'Tijd' is dus een continuum aan opvolgende gebeurtenissen.
Met 'ruimte' (d) als de vastgestelde definitie dat dat het quotient is van lengte/diepte (l,z), breedte (b,x) en hoogte (h,y) van een bepaalde plek.
Uit deze 2 definities is de definitie van 'bestaan' en 'zijn' afgeleid, nl. het aanwezig zijn van iets op een bepaald punt in het tijd continuum (in de tijd), en daarbij op een bepaald punt in een ruimte.
Uit de laatste definitie volgt logisch dat er geen staat zonder 'ruimte' is, nl. als de lengte, breedte en hoogte van een ruimte alle drie 0 zijn, is de ruimte (0x0x0=0) ook 0, het is dus niet zo dat 'ruimte' dan absent is, maar dat er een ruimte van 0 is.
Per definitie is het dus noodzakelijk voor iets om te bestaan/zijn om zich tegelijkertijd te bevinden in zowel het tijd continuum als een ruimte.
Buiten tijd en ruimte is er ook niet 'niets', om dat er simpelweg niet zoiets is als 'buiten tijd en ruimte'.
Defineerd men dus een 'God' die buiten tijd en ruimte staat en daarbij niet andere definities van 'tijd' en 'ruimte', dan is die definitie in beginsel al fout. Men defineerd dan een staat voor die 'God' die volgens de definities waaraan gerefereerd wordt (tijd en ruimte) al als 'niet te defineren' gedefineerd is.
Mijn conclusie hieruit: Als er een God bestaat, dan bevindt deze zich in het tijd continuum en in een ruimte.
Let op: Dit sluit dus niet uit dat deze God zich mogelijk op alle punten van het tijd continuum bevindt (en dus altijd was, nu is, en altijd zal zijn) en/of dat deze God zich anders binnen het continuum kan bewegen dan wij, wel kan die God zich niet op meerdere punten tegelijk binnen de betreffende ruimte bevinden.
2. 'er kan niet 'iets' uit 'niets' ontstaan'
Met 'iets' gedefineerd als materie in het tijd continuum en binnen een ruimte en 'niets' als het absent zijn van enige materie in het tijd continuum en binnen een ruimte.
Hier vraag ik mij altijd af waarom er in beginsel vanuit wordt gegaan dat er op dit moment materie is.
Op dit moment is de meest gesteunde wetenschappelijke theorie over het ontstaan van ons heelal die van de 'quantumfluctuatie', dit valt binnen de noemer 'big-bang' omdat dit ook met een 'big-bang' gepaard zou zijn gegaan, maar dan zonder 'oer-atoom' of iets dergelijks.
De theorie maakt gebruik van verschillende concepten binnen de quantumfysica, o.a. de definitie dat er een oneindig aantal dimensies zijn (a la 'Sliders', alleen dan de meeste leeg denkt men)
Ik kan hier niet te diep ingaan op de quantumfysica, want dan ben ik volgende week nog aan het typen, maar ik zal een korte samenvatting geven van de theorie:
In het begin was er 'niets' (zie def. boven), wat wel aanwezig was waren iig het tijd continuum, ruimte en een oneindig aantal dimensies. Op een bepaald punt in de tijd trad er een quantumfluctuatie op (ik kan hier helaas geen definitie geven van een quantumfluctuatie omdat deze te complex is om even hier neer te zetten), waardoor er een verschrikkelijke hoeveelheid materie ontstond, maar tegelijkertijd ook dezelfde hoeveelheid anti-materie.
Materie en anti-materie zijn elkaars tegenovergestelden. Zou materie en anti-materie samenkomen op 1 punt, dan zou zowel de materie als de anti-materie ophouden te bestaan.
(Misschien hebben jullie ooit bij Natuurkunde het feit gehad dat men in staat is om een foton (licht) te splitsen in een electron (negatief geladen) en een anti-materie deeltje dat dezelfde massa heeft als een electron, maar positief geladen is? Dit deeltje wordt aangeduid met 'e+' en is geen proton trouwens. Na de splitsing trekken het e- en het e+ deeltje elkaar aan vanwege de tegenovergestelde lading en versmelten weer tot een foton. Dat met die quantumfluctuatie is ongeveer hetzelfde principe, maar dan op een veel lager niveau en niet met ladingen maar met een positieve massa en een negatieve massa.)
Volgens deze theorie is er dus nooit 'iets' ontstaan, maar heeft de staat 'niets' zich alleen van vorm veranderd....
Nl. je begint met 'niets', dus massa=0. Er treedt een quantumfluctuatie op, en dat massa=0 splitst zich in materie (massa=+1) en anti-materie (massa=-1), dus massa=(+1-1), wat effectief nog steeds overeen komt met massa=0.
Als je in een beperkte ruimte kijkt, b.v. alleen ons zonnestelsel, dan zal er wel 'iets' zijn, daar is nl. de massa positief, maar deze theorie stelt dat ergens in deze dimensie zich even veel anti-materie als materie bevindt en dus over de totale dimensie massa=0 geldt. Dat we die anti-materie niet kunnen waarnemen is geen argument dat het er niet is aangezien we niet de volledige dimensie kunnen waarnemen.
Dus hoeft er niet per se 'iets' uit 'niets' ontstaan te zijn, het is heel goed mogelijk dat er nog steeds effectief 'niets' is!
En onthoud dat dit maar een samenvatting is, als je er meer over wilt weten raad ik je aan om eens op het internet te gaan zoeken, dat kan je vast complete definities vinden, ik heb alleen geen URL's omdat ik een zooi mooie boeken over dit onderwerp heb
De enige noodzaak om deze theorie te kunnen begrijpen is dat je iets 'verder' denkt dan 'ik zit achter een computer die opgebouwd is uit materie, dus is er materie'.
Ik hoop dat mensen hier wat aan hebben en kunnen inzien dat er wellicht meer mogelijkheden zijn dan die je zelf kan bedenken.
En nu mag iedereen komen met z'n theorieeen waarom God wel boven tijd en ruimte zou staan etc. en wat ik voor grove fundamentele fouten heb gemaakt.
Every morning is the dawn of a new error.