Die stickervellen die je op internet kon kopen, zijn wellicht vervalsingen geweest (zie de navolgende quotes).
Het is al jaren bekend (zie de navolgende quotes) dat vervalsingen de aanleiding zijn geweest om postzegels ongeldig te verklaren. Gek dat het nu pas in het nieuws komt.
De verdachten zijn nog niet veroordeeld, het is dus niet gek dat ze nu nog vanuit België kunnen opereren. Ze (
ontkennen ook met de vervalsing bekend te zijn geweest). Er zijn al wel andere gerelateerde vonnissen gewezen:
http://uitspraken.rechtsp...ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7002
De veroordeling dat door de vervalsing onrechtmatig jegens PostNL werd gehandeld en dat ze schadeplichtig zijn. De precieze schade is niet vastgesteld, maar er mocht al wel een voorschot van 2,2 miljoen euro worden betaald. De valse postzegels waren eenvoudig te onderscheiden, maar door een knullige detectiemethode gebeurde dat niet:
Medio 2011 werd PostNL door bedrijven geattendeerd op mogelijk gebruik van valse postzegels. Uit onderzoek dat PostNL vervolgens heeft uitgevoerd is gebleken dat op grote schaal valse postzegels in omloop zijn die op professionele wijze zijn vervaardigd en op het eerste gezicht niet van echt zijn te onderscheiden. De valse postzegels lichtten niet helder op onder fluorescerend licht, zoals dat wel het geval is bij originele postzegels. Verder reflecteerden de valse postzegels licht, terwijl originele postzegels dit niet doen omdat zij voorzien zijn van een matte fosforlaag die reflectie voorkomt. Tenslotte hadden de valse postzegels een andere kartering en mate van scheuring dan de originele postzegels. Het betreft hier vervalsingen van de postzegels met daarop het portret van H.M. de Koningin, ontworpen door [C] (hierna [C]), op basis van een fotografisch portret gemaakt door [D] (hierna [D]) en waarvan de typografie van letters en cijfers zijn ontworpen door [E] (hierna [E]). Daarnaast gaat het om vervalsingen van de zogenoemde zakenzegel (de Van Halem-zegel) van 44 eurocent, ontworpen door [F] (hierna [F]). De valse postzegels waren op geprefabriceerde stickervellen geplakt (variërend in totale waarde) met meestal één echte postzegel, waarmee de geautomatiseerde controlesystemen van PostNL konden worden omzeild.
http://uitspraken.rechtsp...d=ECLI:NL:RBAMS:2013:6034Gedaagden zijn bij vonnis van 10 april 2013 onder meer bevolen om valse postzegels en de apparaten waarmee die gemaakt zijn, aan PostNL te overhandigen. Gedaagden hebben daar niet aan voldaan. PostNL vordert daarom thans aan die bevelen lijfsdwang te verbinden.
http://uitspraken.rechtsp...d=ECLI:NL:GHSHE:2013:6298
Het faillissement van de postzegelfraudeurs.
http://uitspraken.rechtsp...d=ECLI:NL:GHDHA:2013:3527
In dit vonnis is bepaald dat PostNL de guldenzegels ongeldig mocht verklaren:
Vooreerst legt gewicht in de schaal dat PostNL voldoende en geldige motieven had om tot ongeldigverklaring van de guldenzegels over te gaan. Zij heeft als zodanig onder meer genoemd dat deze zegels veel gemakkelijker dan moderne postzegels vervalst kunnen worden en dat vrij recent grootschalige vervalsingen aan het licht zijn gekomen. Daarnaast brengt volgens PostNL een efficiënte en doelmatige controle van de frankering van de circa tien miljoen poststukken, die PostNL gemiddeld per werkdag te verwerken heeft, met zich dat het aantal geldige postzegels beperkt blijft c.q. wordt. Het hof acht de onderbouwing die PostNL omtrent een en ander in de gedingstukken heeft gegeven, toereikend.
Het hof stelt verder voorop dat bij (beroeps)filatelisten (maar ook bij het 'gewone' publiek) bekend mag worden geacht dat Nederlandse postzegels geen onbeperkte geldigheidsduur hebben. Voor tal van postzegels is al bij de uitgifte bekendgemaakt hoe lang zij geldig waren. Voor vele andere zijn later besluiten publiek gemaakt waarin is bepaald wanneer de geldigheid afliep. Verzamelaars van postzegels zullen zich dus, voor zover zij al in de frankeergeldigheid van postzegels geïnteresseerd zijn, realiseren dat (postfrisse) zegels na verloop van jaren niet meer als geldig frankeermiddel kunnen worden gebruikt, en sommigen zal dat welkom zijn omdat dat een positief effect op de waarde van de verzameling kan hebben.
Het is mitsdien geen ongewoon verschijnsel dat PostNL een besluit heeft genomen om de geldigheidsduur van de guldenzegels af te schaffen, al gebeurde het na de privatisering van de PTT blijkbaar voor het eerst dat een dergelijk besluit viel. Ook het tijdstip waarop het besluit bekend werd gemaakt, kan nauwelijks verwondering wekken: het lag in de rede dat meer dan tien jaar na het afschaffen van de gulden als betaalmiddel ook de guldenzegels op enig moment hun geldigheid als betaal- en frankeermiddel bij het aangaan van een postvervoersovereenkomst zouden verliezen. Het hof volgt PostNL dan ook in het verweer, dat een periode van ruim tien jaar voldoende geacht kan worden om zich van guldenzegels te ontdoen. Daarbij komt dat een mogelijk argeloze bezitter van guldenzegels nog negen maanden extra de tijd heeft gekregen om de zegels op te maken of van de hand te doen.
Wie zich postzegels verschaft met een andere intentie dan om deze op termijn op poststukken te plakken of wie zich postzegels verschaft in een grotere hoeveelheid dan hij gewoonlijk in de hierboven sub 2.5 genoemde periode van vijf jaar als frankeermiddel nodig heeft, aanvaardt het risico dat in die periode (of op een later tijdstip) een besluit tot ongeldigverklaring valt en de postzegels niet meer als geldig kunnen worden gebruikt.
Het hof begrijpt dat in de afgelopen jaren een handel in guldenzegels is ontstaan doordat handelaars deze aankopen van verzamelaars, tegen een fractie van de nominale waarde, en de zegels vervolgens met winst, maar nog altijd onder de nominale waarde, doorverkopen aan afnemers zoals webshops en verenigingen, die willen besparen op kosten van porti. Deze vorm van handel is geoorloofd maar staat ver af van de primaire functie van de postzegel: een documentje waarmee op eenvoudige wijze kan worden aangetoond dat de kosten van het bezorgen van een poststuk zijn voldaan. Aan deze handel zijn de risico's verbonden die gelden voor elke vorm van handel: de omstandigheden kunnen zich wijzigen en men zal daarop moeten inspelen door tijdig de koers te verleggen. PostNL kan niet verweten worden dat als sequeel van de ongeldigverklaring van de guldenzegels ook aan deze handel (vooralsnog) een einde komt. Te verwachten is dat de postzegelhandel op zoek zal gaan naar nieuwe afzetmogelijkheden voor interessante collecties.
NVPH c.s. hebben nog aangevoerd, dat postzegelverzamelaars ervan mochten uitgaan dat guldenzegels te allen tijde een bodemwaarde ter hoogte van de nominale waarde zouden behouden. Het hof kan daarin niet meegaan. Gewone consumenten zullen, geruime tijd na de invoering van eurozegels, guldenzegels als regel niet van hen willen overnemen uit onwetendheid of onzekerheid over de geldigheid ervan. Handelaren zijn, zo valt af te leiden uit het beweerde 'instorten' van de markt na 28 januari 2013, slechts tot overname bereid zolang zij er handel in zien en zijn dan nog slechts bereid tot het betalen van een fractie van de nominale waarde (in de gedingstukken worden percentages tot 55% van de nominale waarde genoemd). De bedoelde bodemwaarde bestond dus alleen nog voor verzamelaars die bereid en in staat waren de guldenzegels zelf als geldig frankeermiddel toe te passen. Voor wie daartoe niet in staat was c.q. is geldt hetgeen hierboven sub 2.12 is overwogen.