Welke monitorspeaker moet ik kiezen? |
In het producerstopic komt regelmatig dezelfde vraag voorbij over welke monitors gekozen moeten worden. Hieronder een beknopte redelijk uitgebreide gids om je te helpen je keuze te baseren op zaken die specifiek voor jou van belang zijn.
Deze gids is dan ook voornamelijk bedoeld voor de hobbyproducer met een beperkt budget gezien professionele studio’s uiteraard genoeg kennis en budget in huis hebben om zelf hun keuzes te maken.
Om dezelfde reden is deze gids gericht op nearfield monitoren, de hobbyproducer heeft ten slotte vaak minder ruimte om in te werken en deze ruimte is vaak niet behandeld zoals in een studio. Nearfields zijn goed om omgevingsfactoren uit te sluiten zoals ongewenste galm en frequentieversterkende/dempende reflecties van de kamer. Je zit immers dichtbij de speaker zodat die factoren minder meespelen.
Opbouw van de gids.
In dit artikel geef ik eerst uitgebreide randinformatie van de mogelijkheden die er zijn, daarna zal ik specifieker ingaan op welke factoren je dient mee te nemen om voor jouw situatie de meest juist mogelijke speaker te kiezen.
Gebruikte en inleidende termen.
Geluid: geluid is niet meer dan bewegend lucht. Zodra lucht in een regelmatig golfpatroon naar je toebeweegt hoor je dit als een toon.
Frequentie: Een toon van 440Hz (Herz) is lucht die 440 golfbewegingen maakt per seconde. Hoe meer golfbewegingen, hoe hoger de toon.
Amplitude: Daarnaast heeft geluid een amplitude; de hoogte van de golf. Hoe hoger de golf hoe luider je het ervaart. De amplitude word meestal uitgedrukt in dB (decibel). Decibel word logaritmisch berekend, elke 6dB erbij is 2x zoveel volume.
Frequentie spectrum: Het gebied van geluid wat – in dit context – voor de mens hoorbaar is en uiteraard van belang is bij het kiezen van een monitor. Typisch kan een mens geluiden horen met een frequentie tussen 20Hz en 20.000Hz. Sommigen horen wat meer, sommigen wat minder, naarmate je ouder word verlies je vaak aan de bovenkant van het spectrum hun gehoor. Kinderen kunnen vaak nog de gehele 20Khz horen, bij volwassen kan dit al snel afzakken naar 16~17Khz.
Aftakeling van het gehoor: Je word sneller doof voor hogere tonen omdat deze simpelweg vaker tegen je trommelvlies aanbeuken dan lage tonen. Een toon van 20.000Hz tikt namelijk duizend keer zo vaak aan dan een toon van 20Hz.
Veel jongeren zijn niet zuinig met hun gehoor en nemen pas maatregelen als het al te laat is, producers en DJ’s zijn een risicogroep omdat ze langere tijden blootgesteld worden aan hard geluid. Voor iemand waar geluid produceren een hobby of inkomen is kan je niks slechters wensen dan een beschadigd gehoor of gestoordmakende tinnitus.
Ik zal er kort over wezen, neem dit serieus en doe zuinig aan met je gehoor door jezelf niet constant bloot te stellen aan hoge geluidsdruk. Google eens op “Tinnitus” en “suicide” om je ervan te overtuigen dat dat niet is wat je wilt.
Frequentie respons: Dit is een nogal doorelkaargehaalde term. Enerzijds word hiermee de vlakheid waarmee een speaker over het gehele frequentiespectrum weer kan geven bedoeld, een ideaal neutrale speaker zou een frequentierespons hebben die er zo uitziet:

Anderszijds betekent het de responsetijd die de speaker nodig heeft om een bepaalde frequentie af te spelen. Omdat responstijd vooral een probleem is in de lagere regionen van het spectrum spreekt men bij het laatste ook vaker over basrepsons.

Frequency response; op deze 3D plot zie je goed de responstijden op de Z-as, waar de bastonen duidelijk meer tijd nodig hebben dan de hogere tonen. Vooral ported speakers hebben last van een tragere basrespons.
Basrespons: de tijd die het duurt voordat een geluidsgolf de speaker verlaat nadat deze is afgespeeld. Hoe lager de responstijd, des te beter.
Driver/woofer/cone/tweeter: allemaal een woord voor dat elementje in je speaker waar geluid uit komt. Met woofer word de basconus bedoeld, met tweeter het speakertje voor de hoge tonen. Het spreekt denk ik voor zich dat hoe groter de diameter van een speaker is hoe meer deze in staat is lagere tonen te produceren. De meest voorkomende ontwerpen zijn 2- of 3weg.
Frequency dip: Een probleem wat onstaat omdat je in een 2-weg speaker dus een woofer hebt en een tweeter. Ergens moet de woofer ophouden met afspelen en de tweeter beginnen. Het gebied waar beide kruizen noemt men de crossover frequentie. Hierbij onstaat vaak een dip omdat de afloop van beide drivers niet opelkaar af te stemmen is. Een goede speakerbouwer zorgt ervoor dat dit verschijnsel zo goed als mogelijk word vermeden, het zorgt namelijk voor een niet-vlakke respons.

hier is duidelijk een dip te zien bij 4Khz waar de sub afloopt en de tweeter het moet overnemen, precies om deze reden is er sterke voorkeur voor 2-weg ipv 3-wegsystemen, de laatste hebben namelijk 2 dips te verwerken.
Stel jezelf wat vragen.
Waarvoor heb ik monitors nodig?
Deze heb je nodig als je geluidsproducties afmixt of mastered en daarbij mixbeslissingen moet nemen. Deze beslissingen hebben betrekking tot het eenvoudigweg goed equalisen en balanceren van je mix maar ook de afspeelbaarheid op andere systemen te beoordelen. Hierbij moet je denken aan elk mogelijk systeem waar men het eindproduct op zou luisteren, van oordopjes tot laptopspeakers tot autostereo tot hifisets tot enorme PA systemen.
Waarom speciaal reference monitors en geen hifi speakers?
Anders dan met hifi speakers zijn studiomonitors specifiek ontworpen om geluid zo neutraal en gedetailleerd mogelijk weer te geven zonder kleuring van het geluid. Op deze manier is het makkelijker om onregelmatigheden en mixproblemen op te sporen en te verhelpen. Hifi daarentegen moet flatterend klinken, daarbij is het niet een vreemde praktijk dat je hifispeaker meer bas en hoog weergeeft wat vaak ervaren word als prettig.
Als je dus een monitor kiest puur en alleen “omdat ie geweldig klinkt” ben je verkeerd bezig, je wilt juist de slechte dingen in je mix naar boven laten komen. De meest bekende en veelgebruikte nearfieldmonitor van de laatste 30 jaar is de Yamaha NS10M, deze klonk zo direct, scherp en kaal (en gewoonweg verschrikkelijk) dat als je je mix “daarop goed kan laten klinken, het overal wel goed klinkt”.
Veel grote hits die bekend staan om hun vette geluid zijn op deze Yamaha’s afgemixt, terwijl bijna geen enkele producer of masteraar die ermee gewerkt heeft deze speakers deze voor thuisgebruik zou willen hebben.
Dit wil absoluut niet zeggen dat geen enkele hifiset geschikt is om betrouwbaar op te luisteren. De sets die dat zijn zitten echter vaak in het duurdere niche segment met prijzen vele malen hoger dan een paar voor studiogebruik bedoelde monitors.
Stereo of sattelietsetjes?
Tenzij je specifiek surroundproducties maakt (bijv geluid bij games, reclames, films, etc) is het aan te raden om gewoon stereospeakers te nemen en zelfs al mix je af voor surroundproducties met multipunt setjes dan nog is het verstandig om een sterreoset te hebben.
Soms word overwogen (zeker bij de kleinere sets) om toch een extra subwoofer te plaatsen om de laagste regionen van de bas te levelen en mogelijke “rumble”problemen aan het licht te brengen, maar in de regel staan die dingen 90% van de tijd uit.
Actieve of passieve speakers?
Actief wil zeggen, in de speaker zit een ingebouwde versterker. Je kan dus direct je geluidsbron op de speaker aansluiten zonder tussenversterker. Er valt veel voor actief te zeggen, de versterker is immers afgestemd op de box en de scheidingsfrequentie van de tweeter en de woofer. Verder heb je een direktere aansluiting waardoor er tussenin minder storing of distortion kan optreden, hoewel het effect ervan doorgaans minimaal tot nihil te noemen is.
Er zitten ook nadelen aan, zeker die in de budgetmodellen. Om de prijs concurreerbaar te houden en uiteraard de fysieke omvang van de boxen kun je eenvoudigweg niet een monster van een bak in de speaker proppen, daardoor is het vermogen vaak beperkt en in sommige gevallen zijn de interne versterkers van twijfelachtige kwaliteit. Uiteraard zijn speakers met versterker erin duurder dan dezelfde versie zonder versterker.
Daarnaast moet er vermeld worden dat losse transistorversterkers beduidend minder vervormen dan audiofiele adviseurs vaak doen geloven, de hoeveelheid vervorming die plaatsvind is compleet verwaarloosbaar in vergelijk met de duizenden factoren die je in je produceeromgeving aantreft. Mits de versterker genoeg vermogen en weerstand heeft, deze in source direct modus kan ingesteld worden (dus zonder EQ, turbo-mega-bass en andere fancy geluidsopties).
Daarnaast hebben losse versterkers nog meer praktische voordelen, je kan immers vaak meerdere bronnen aansluiten en vaak ook meerdere speakers, waardoor je kan A/B-en of tussen bronnen kunt switchen.
Buizenversterkers raad ik permanent af, omdat er teveel factoren invloed hebben op vervorming van het geluid (temperatuur, leeftijd en conditie van de buizen, enz) die het beoordelen van je mix alleen maar onduidelijker maken. Transistorversterkers is dus wat je moet hebben.
Al met al valt er dus voor zowel actief als passief wat te zeggen. In de regel adviseer ik dat als je al een degelijke transistorversterker thuis hebt staan je beter eieren voor je geld kan kiezen en dat extra geld te besteden aan of een iets duurder model passieve speaker of opzij te zetten voor andere dingen in je homestudio.
Ported of gesloten speakers?
Er zijn grofweg 2 soorten speakers en een minder vaak voorkomende hybride tussen deze 2. Ported (ook wel basreflex genoemd), gesloten (met een duur woord “infinite baffle design) en de zgn transmission line ontwerpen. Omdat de laatste nauwelijks gemaakt worden en doorgaans erg duur zijn zal ik deze met het oog op keuze van een budgetspeaker achterwege laten.
Ported speakers hebben een gat in de voorkant of achterkant waar luchtdruk van de achterkant van de woofer speakercone (die dus binnen in de kast zit) naar buiten kan. Zonder al teveel in detail te treden heeft dit als effect dat de achterkant van de cone icm de resonantie binnen de kast ook bijdraagt aan het produceren van de bastonen. Met een poort kan er dus lagere frequenties gehaald worden met een hogere amplitude. Het nadeel ervan is dat deze langere responstijden teruggeeft in dat lage gebied waardoor bastonen “troebel” of “floppy” klinken.
Maar omdat het gat er nu eenmaal zit kan je kiezen om het gat geheel of gedeeltelijk af te stoppen om zo zelf te afweging tussen lage tonenweergave en trage respons te balanceren.
Gesloten speakers hebben zoals de naam aangeeft een gesloten kast. Deze hebben als voordeel dat responstijden stukken beter zijn, maar de keerzijde is dus minder bas. Omdat de gemiddelde bookshelf nearfield een driver heeft tussen de 5” en de 8” kan je nagenoeg onmogelijk de volle range behalen. Niet echt vreemd dus dat deze wat vaker met een sub worden uitgebreid.
Ook kan er ongewenste distortion optreden omdat de conus aan de binnenzijde van de kast zijn energie niet kwijt kan en frictie kan veroorzaken. Daarnaast kan de kast resoneren.
In de regel raad ik de gesloten versie aan voor iedereen die geen sublaag nodig heeft, want in de andere opzichten klinken gesloten speakers in de regel beter.
Samengevat.
Zo zal inmiddels wel duidelijk zijn dat er een hele bult verschillende speakers zijn die allemaal goede kwaliteiten bezitten maar dat er altijd een trade-off is met een andere eigenschap. Er bestaat dus ook geen perfecte monitor en zeker in de budgetopties moet je nog scherper kijken dat je kiest voor een model waar je voor de kwaliteiten kiest die je het meest gebruikt en dat de mindere eigenschappen van die speaker niet tot nauwelijks invloed hebben op je mixproces.
Daarom ga ik je helpen om een slimme keus te maken zodat je ondanks je niet-professionele budget zoveel mogelijk kwaliteit voor je geld kan halen.
Waar moet ik beginnen?
Maak voor jezelf een checklijst in deze volgorde:
1. Wat is je budget?
• Lijkt me verder duidelijk, gewoon afvinken wat buiten je budget valt en een deel van de keuze is al gemaakt.
2. Wat is je gebruikersdoel? i.e. alleen mixen, masteren, DJ-en of een combinatie ervan?
• DJ’s behoeven niet een nauwkeurige monitor, vaak is vermogen belangrijker en het is verstandiger om dan ook daarop te kiezen.
• Mixers en masteraars hebben wel nauwkeurige monitors nodig. Stem je keuze af op specifiek jouw gebruikersomgeving, doel en type muziek.
3. Voor wat voor muziekstijlen ga je voornamelijk mixen? Slechts 1 voornamelijke stijl of juist een veelvoud aan stijlen?
• Muziekstijl en –richting zegt al veel over de benodigdheden van een speaker. Zo zal je muziek met veel subs meer baat hebben bij een ported speaker, terwijl muziek die nauwelijks subs bevat vaak veel beter met een gesloten speaker gedaan kunnen worden.
• Muziekstijlen gaan vaak gepaard met een keur van instrumenten. Zo zal je in klassieke muziek niet snel een subsonische sinusbas aantreffen en in rock niet snel triangels. Toch hebben deze 2 instrumenten eigenschappen die zeer specifieke eisen kunnen stellen aan monitors.
4. Waarop verwacht je dat je producties het meest afgespeeld worden? i.e. gamemuziek producties zal vnl op PC speakers worden afgespeeld, DJ produkties bv ook op grote PA systemen.
• Maak je muziek voor expliciet soundsystems of PA dan moet je een voorstelling kunnen maken hoe het zich vertaalt naar hoge volumes en vermogen, in dat geval zou je naast de monitors ook een set megaboomboxen moeten overwegen.
5. Hoe groot is je kamer? Dan met name de lengterichting waarin je van plan bent de boxen te plaatsen.
• Een te grote speaker voor de ruimte is vrij zinloos, een golfvorm van 30Hz heeft ongeveer 10 meter nodig om uberhaupt 1 golfbeweging te maken. Het is heel erg afhankelijk van de kamer en de speakerspecificaties, maar grof genomen dien je bij thuisgebruik te kijken naar speakers die een driverdiameter hebben tussen de 5” en 8”.
Ik heb net een setje gekocht maar ze klinken helemaal niet mooi?
Dat kan heel goed, monitors zijn namelijk niet gemaakt om mooi te klinken maar om een evenwichtige mix te creeren, fouten in de mix op te sporen en op te lossen. Wil je speakers die mooi klinken? Ga dan naar je locale hifi-boer en kom niet in dit topic terug.
Nu heb ik goeie speakers, ben ik klaar om professioneel te produceren?
Je bent met een goed uitgekozen nearfield op de goede weg, je kan immers nu met grote zekerheid weten of je mix/master in orde is. Toch kan geen enkele reference monitor op deze planeet weergeven hoe je mix op andere systemen speelt. Vertrouw dus niet alleen op die speakers maar ga juist ook luisteren in zoveel mogelijk andere situaties, denk dan aan je hifi set, laptopspeakers, autostereo, hoe meer hoe beter.
Ik hoop in dit topic ervaringen van gebruikers terug te vinden, zodat beginners zich goed kunnen orienteren op wat ze moeten kiezen zonder dat we steeds hetzelfde verhaaltje voor hoeven te kauwen. Verder zou ik graag terugzien dat iedereen zich zo objectief mogelijk uit over zijn aankoop, je hebt ze immers gekozen omdat ze in jouw situatie de beste koop waren, dat wil niet zeggen dat het daarom voor iedereen ook geldt.
Bruikbare links:
Soundonsound magazine: link naar nearfield speaker reviews.
Veel leesplezier en ik hoop dat je hiermee wat betreft monitorkeuze wat uit de voeten kan. Heb je nav de gids nog vragen? Post je vragen dan hier!
[ Voor 207% gewijzigd door vlaaing peerd op 10-02-2015 09:43 ]