Anoniem: 426307 schreef op vrijdag 04 november 2011 @ 08:40:
[...]
De grenswaarde van snelheid is hier een constante, daarom kan je er niet over discussieren. Ofwel is hij groter of kleiner dan de lichtsnelheid. Daarom is het vrij nutteloos om over de snelheid uit te wijden.
[...]
Golfjes, deeltjes, fotons, licht, nutteloze discussie bij dit topic. En c is per definitie de snelheid van het licht in vacuüm, dat bevat impliciet dat als fotonen door water reizen ze inderdaad trager zijn, maar ze bewegen nog steeds aan lichtsnelheid, die lichtsnelheid is gewoon niet wat wij vastgelegd hebben als c.
Om semantische misverstanden te voorkomen; als men lichtsnelheid zegt dan word er C mee bedoelt, niet de eventueel lagere snelheid van een foton. Laten we lichtsnelheid dan aanhouden als je C bedoelt en fotons aanhouden als je het over het deeltje/golf hebt.
Trouwens, die c is niet enkel in vacuüm, maar ook in 'rechte' ruimte. Bij afbuigingen van de ruimte heeft het licht een heel andere rechtlijnige snelheid, de afgelegde weg per tijdseenheid (snelheid) veranderd in principe niet maar de meetbaarheid wel. Als ik het artikel terugvind zal ik het eens bijvoegen..
Prrdon? Licht neemt altijd een rechte lijn en volgt de minkowksi ruimte, wat je hier zegt is echt pulp, maar ik lees graag dat artikel terug als je het kan vinden. Mocht er bovendien in de "rechte" ruimte deeltjes bevinden dan zal C niet gehaald worden door fotons. Fotons gaan altijd met C in vacuum, ongeacht de vorm van evt gekromde ruimte.
En kijk wat ik bedoel is niet zoals jij zegt een dodo die dezelfde weg aflegt. Ik bedoelde meer: Je hebt een huis A en een auto B. De situatie is als volgt, huis A staat op een weg, auto B staat op diezelfde weg maar 100m verwijderd van huis A. Auto B is een prototype en heeft de leuke, maar dodelijke, feature ogenblikkelijke versnelling. Auto B vertrekt en legt op 1s exact 100m af op deze weg, in een rechte lijn weg van het huis. M.a.w. t=1s, s=100 en bijgevolg v=100m/s.
Kortom, je bedoelt als een auto met 100m/s gaat dan is de snelheid van die auto 100m/s?
Met zulk geweldig deductief vermogen kan ik het niet anders dan eens mee zijn.
Nu, dit is het geval op aarde. In de ruimte, en denk even lekker mee in dit verhaal want anders wordt het moeilijk, is dit dus niet het geval. Neem exact hetzelfde verhaal, maar dan in kosmische termen. Dus, Auto B behaalt instantly zijn 100m/s snelheid en legt dus op 1seconde exact 100m af. Op aarde zou hij dan 200m van huis A verwijderd zijn. Stel nu dat Auto B niet alleen 100m afgelegd heeft, maar dat er ondertussen op miraculeuze wijze 100m weg is bijgekomen tussen huis A en auto B. Dan is auto B geen 200m, maar wel 300m van huis A verwijderd. Heeft dit invloed op zijn snelheid of niet?
uiteraard niet. Uitdijing van ruimte heeft geen invloed op de snelheid van A of B tov elkaar, dat is exact de reden waarom het mogelijk is dat objecten in ons heelal sneller dan C van ons verwijderen en dit niet relativiteit schendt.
Dat is een beetje de uitzondering op het hele gebeuren omdat het ruimtetijd betreft, strikt genomen heeft B geen hogere snelheid tov A als zijn originele snelheid, maar beweegt zich wél sneller van A af als de snelheid die het heeft. Het is verwarrend, maar wel de werkelijkheid.
Dat is trouwens nog een reden waarom je niet gaat discussiëren over de snelheid, aangezien je dit oplost met de 2 andere waardes en niet met de snelheid an sich.
Nu heb je 3 mogelijkheden:
- v = s/t (waarbij s = afgelegde weg auto

- v = s/t (waarbij s = afgelegde weg licht weerkaatsend op huis A tot auto

- v = (s1 - s0)/t (waarbij s0 de beginpositie van B t.o.v. A en s1 de eindpositie van B t.o.v. A)
Bij v = s / t heb je snelheid is gelijk aan de 'afgelegde weg' gedeeld door de tijd. De tijd staat vast, namelijk 1s. Het enige dat dan invloed heeft op de snelheid is de 'afgelegde weg'. Nu is het de vraag, wat legt welke weg af? Als jij zegt dat de afgelegde weg tussen A en B 100m is dan heb je helemaal gelijk, want de auto heeft inderdaad 100m gereden weg van A en de kilometerteller zal inderdaad ook 100m aangeven. Hierbij is de snelheid ook 100m/s
Als je zegt dat de afgelegde weg 200m bedraagt heb je ook gelijk, want het licht heeft 300m moeten afleggen om van A naar B te gaan. Anders zie je vanuit B, A gewoon niet. Je moet hier nog die 100m aftrekken want de beginpositie was 100m van A.
v = (s1-s0)/t is hetzelfde verhaal maar wat meer concreet. Als je s1 = 300m en hiervan s0 = 100m van aftrekt heb je gewoon 200m en is er geen discussie.
Het is maar wat je op voorhand vastlegt het zgn. kader. Of je nu de eerste optie neemt of de tweede, in principe veranderd dit niets aan de afstand die uiteindelijk bereikt wordt of aan de tijd enkel aan wat wij zien als snelheid. Als er opeens 100m weg bijkomt, heb je die dan ook afgelegd, dat is het vraagstuk en is an sich onoplosbaar. Daarom stellen we regels op hoe we zoiets berekenen.
Je spreekt nu alsof er nog steeds sprake is van 2 objecten, maar dat is niet het geval, er is een verlengende weg bijgekomen.
Kijk, daarom vind ik dit een leuke discussie. Het antwoord is dus nee, een object A dat wegbeweegt t.o.v. een object B zal voor object B dus niet onzichtbaar zijn.
dude, je had het over een object wat >C zich van A verwijdert, B is dan vanaf A niet meer direct waarneembaar en andersom. Daar hoeven we niet over te discusieren dat is de werkelijkheid.
Hier zijn ook weer verschillende mogelijkheden:
A: Object A is een donker object en weerkaatst enkel licht
B: Object A is een lichtgevend object, zij het een ster, zij het een enorm grote LED ofzo
Of het nu weerkaatsing van een foton is of direkt uitstraling van een foton veranderd niks aan de situatie. Beide komen even snel op je af.
In geval A zal object A geen enkele lichtstraal in de richting van object B weerkaatsen omdat er geen enkele lichtstraal die uit de richting van object B t.o.v. object A komt object A bereiken en kan deze ook niets weerkaatsen m.a.w. object A heeft voor object B de 'illusie' van onzichtbaarheid. Maar licht is niet de enige manier om iets te 'zien'. Object A zal dus wel effect hebben op zijn omgeving en deze is meetbaar, of Object A nu sneller dan het licht gaat of niet.
Ik zie waar je hier mee heen wilt, maar je maakt een denkfout, je gaat er nl van uit dat weerkaatst licht vanaf A moet komen, dat is niet het geval. Als jij nu naar je Tobo kijkt en die ziet, is het geen foton die vanaf jouw ogen naar het object weer terugkaatst maar via de lichtbron (Zon, bureaulamp, TL balk, enz)
In geval B zal zal object A gewoon zichtbaar zijn voor object B. Als object A op een gegeven moment 100 lichtjaar verwijderd is, dan zal het licht dat object A uitstraalt ons over 100 lichtjaar bereiken. Dit is niet hetzelfde geval als het verhaal met de auto en de kogel. Als een auto rijd met een snelheid v1 en er zit iemand met een pistool in die auto en deze schiet de kogel af met een snelheid v2 dan is de snelheid van de kogel t.o.v. de omgeving gewoon v1+v2 (bij benadering). Als nu de auto nu sneller achterwaarts rijd en de schutter schiet trager voorwaarts? Dan is |v1| > |v2|, en dan is v1 < 0, wat wilt zeggen dat v1 negatief is maar in absolute waarde groter is dan v2 (bv v1 = -10 en v2 = 5, dan is v1 + v 2 = -5). Wil dit zeggen dat de kogel dan zijn doel nooit bereikt, ja.
Je haalt nu Newtoniaanse fysica doorelkaar met Einstein. Het is niet zo dat vanaf een bepaalde snelheid je dingen niet meer bijelkaar op mag tellen, het is gewoon zo dat de relativistische correctie op "normale" snelheden zo minimaal klein zijn dat het verwaarloosbaar is. Vandaar dat men op lage snelheden voor het gemak snelheden bijelkaar optelt.
Maar nu komt het gekke, je zegt dat de kogel zijn doel niet bereikt, maar licht zou dat volgens jouw wel moeten doen? Ook voor licht geld dat het punt A niet zal bereiken als B sneller gaat dan v=C
En dat is dus ongeacht of dat licht een weerkaatsing is of een direkte bron.
Is dit het geval voor het licht? Nee, want de snelheid groter dan die van het licht is ook slechts een illusie door de uitdijende ruimte. Een object dat effectief sneller gaat dan het licht heeft een oneindige massa...
Je haalt weer 2 dingen doorelkaar, snelheid van een object met massa kan niet sneller dan C, dat wil echter niet zeggen dat A en B dmv uitdijende ruimtetijd niet sneller dan C vanelkaar kunnen afbewegen, dat is geen illusie, dat is werkelijkheid. En in die situatie zal B niet zichtbaar zijn.
Om jou analogie in de wijze woorden van Fish te vertalen;
Als een van A afbewegende sateprikker B met een 9mm op een vrouwenkont op een andere sateprikker A op die kont schiet, maar die kont dijt sneller uit (of de opgetelde snelheid van B+kontuitdijing) dan dat de kogel gaat, zal de kogel nooit sateprikker A bereiken. Zelfs al is pad van de vrouwenkont gekromt (door cellulitis bv).
Nu maak jij de veronderstelling dat B sich sneller dan de kogel van A afbeweegt, maar dat is niet zo, de snelheid van B+vrouwenkontuitdijing beweegt zich sneller dan de kogel af van A.
Helaas heb ik nog geen vrouwen gevonden die in naam van wetenschappelijk onderzoek door mij hun kont laten beprikken, maar durf met 100% zekerheid te zeggen dat het experimenteel verifieerbaar is.
Ik zie dat je wel het een en ander hebt verdiept in klassieke mechanica en relativiteit maar je haalt wel veel dingen doorelkaar. Ikzelf ben er ook geen ster in, maar sommige dingen zijn daarin best redelijk begrijpbaar en toepasbaar.
Ik kan je aanraden wat visuele uitleg (op Youtube bv) over SRT te bekijken. eigenlijk heb je te maken met ART en omdat het uitdijende ruimtetijd betreft nog weer een uitzondering erop, maar dat is mij in elk geval te ingewikkeld. SRT zal in elk geval inzicht geven in wat je wel mag optellen en wat niet.
Verder moet je beseffen dat strikt genomen je ruimtetijd eigenlijk niet mag noemen als 3e object in een inertiaalstelsel, omdat het het stelsel zelf is, je hebt in elk geval wel te maken hebt met een 3e variabele.