Nieuwe poging, na een hoop koffie
Die paar duizendsten seconden verschil noem ik ongeveer even lang. Dat maakt voor de discussie weinig uit. De verbranding heeft tijd nodig.
Ja, maar je moet niet te vroeg onsteken! Motormangement is bedoeld om altijd op het juiste moment te onsteken.
Dat zeg ik, te vroeg is niet goed. Als je te vroeg ontsteekt is de druk in de verbrandingskamer nog aan het oplopen door de omhoogkomende zuiger en de druk wordt door de ontsteking dan ineens zo hoog dat de rest van het mengsel spontaan kan ontsteken in plaats van aangestoken te worden. Dat heet dus pingelen (joh

), en bij het minste of geringste neemt de klopsensor dat waar en het MMS verlaat dan de ontsteking.
Nee. Onjuiste ontsteking onstaat vanwege een fout.
Niks aan toe te voegen.
Ja. Maar te laat onsteken gebeurt als het motormanagement niet goed werkt!
Er is te laat en veel te laat. Als er veel te laat ontstoken wordt is je MMS niet in orde en moet je een garage opzoeken.
Ik heb het over enkele (tienden van) graden. Het MMS heeft een aantal vaste ontstekingstijdstippen voor bepaalde belastingsgevallen en toerentallen, maar zal uit zichzelf nooit te vroeg gaan ontsteken in verband met eventuele motorschade. Dit vaste tijdstip zal aardig in de buurt zitten van optimaal, maar door de veiligheidsmarge zal dit toch enkele (tienden van) graden schelen (lees: te laat zijn), wat negatieve invloed heeft op het rendement. De enige manier om dit te verbeteren is vervroegen tot je de klopsensor tegenkomt.
Nee. Predetonatie (zelfontbranding)is een ongewenst effect en is afhankelijk van brandstofkwaliteit en o.a. afhankelijk van of de motor vervuild is of niet. . als je ooit een dieselende benzinemotor ervaren heb weet je direct dat zelfontbranding ongewenst is, buiten gevaar om voor ontstaan van schade aan de zuigers. De verbranding van het mengsel kan o.a. geactiveerd worden door koolstofaanslag of door hoge-druk-plekken in de cylinder
Ik heb het over een motor die in orde is, dus zonder aanslag, of een gloeiende bougie-elektrode, of iets dergelijks. Dan krijg je nadieselen bijvoorbeeld. Heb zelf een auto gehad die dat weleens deed. De laatste indrukwekkende nadiesel die ik heb meegemaakt was met mijn Vespa (de raceplee), loopt stationair, ik zet het contact uit en hij begon volgas te loeien. Heb toen de uitlaat maar dichtgehouden. Tweetakt, bah.
zelfontbranding kan ook ontstaan na de juiste vonk-timing. Dit kan door gloeiend koolstof ontstaan of andere "hot spots" op de zuiger. Wat er dan gebeurd is dat de vonk op het juiste tijdstip afgaat maar dat er op de zuiger zelf ook ontbranding ontstaat.
Dan is wederom de motor niet in orde, als het door koolstof of andere hotspots komt.
Echter: Hetzelfde effect krijg je ook al als de motor ook maar iets te vroeg ontsteekt. De drukopbouw is dan te vroeg, wat de klopsensor registreert. Deze drukopbouw kan zelfs zodanig zijn, dat er nog een vlamfront ontstaat, ergens anders in de cilinder. Als het echter zover komt dan staat de ontsteking veel te vroeg, en dat komt in de praktijk bij een gezonde motor niet voor. Enkele (tienden van) graden
te laat komt vaker voor, om niet te zeggen bijna altijd. Niet handig voor het rendement, ietsje vervroegen dus.
je krijgt dan twee ontbrandingscenters en daardoor ontdaan schokgolven en wordt de zuiger sterk teruggeduwde (en soms beschadigd), maar meer dan dat, de gemiddelde verbranding is dan veel te vroeg. . .je kan dit niet met een klopsensor signaal opvangen omdat de verbranding bij voorbaat al niet juist functioneert: de motor gaat “dieselen”. . . Als je alleen de ontsteking vanuit een klopsensor signaal vertraagd is de zelfontbranding nog steeds gaande en blijft de klopsensor de ontsteking nog meer vertragen. . .dat werkt niet en zo functioneert een motormanagement systeem niet. Je moet de oorzaak van de zelfontbranding wegnemen door een ander operationeel punt in te stellen.
Dit gaat nog steeds over een vervuilde of niet goed functionerende motor, en daar doe je niks aan met een klopsensor.
Die schokgolven die je noemt krijg je dus ook bij een gezonde motor die iets te vroeg ontsteekt.
Om de zelfontbranding te voorkomen kan je een aantal zaken veranderen (mengselverhouding, druk aan de inlaat, en nog meer zaken). . .na een wijziging van een of meer parameters ontstaat er opnieuw een ideaal ontstekingsmoment zodat efficiëntie maximaal is (voor zover er voor efficiëntieoptimalisatie gekozen wordt).
En dat ideale ontstekingsmoment ligt net voor het punt dat de motor gaat pingelen (de verbranding werkt de zuiger minimaal tegen) door te vroeg ontsteken. Op dat punt profiteer je maximaal van de geproduceerde verbrandingsdruk. Pas dan haal je de meeste energie uit de brandstof, wat de grootste efficiëntie betekent.
Als je met een chemische toevoeging aan de brandstof de zelfontbranding ver weg van het ideale ontstekingsmoment kan brengen is het een contradictie om dan te stellen dat het ontstekingspunt naar de klopgrens verzet moet worden.
Ik neem aan dat je het hier hebt over het octaangetal verhogen? Dan verloopt de verbranding sneller, en moet de ontsteking weer verlaat worden, maar ook hier is er weer een ideaal punt om te ontsteken om de verbranding op het goede tijdstip te laten eindigen. Dit ligt weer direkt voor de pingelgrens. Het gaat hier dus om pingelen door te vroeg ontsteken.
Het misverstand dat hier kennelijk ontstaan is is het idee dat een klopgrens een actief optimalisatiepunt is terwijl het slechts een beschermingsgrens voor de motor vormt: indien pingelen optreed (voor welke reden dan ook) moet er iets gedaan worden om het te vermijden. . .dat houdt in dat een aantal parameters door het motormanagement anders worden ingesteld . . .het functioneren wordt op een ander punt van de data tabellen ingesteld en dat kan inhouden dat tevens het ontstekingsmoment aangepast wordt. In de praktijk betekend dit dat vanwege allerlei zaken dat het ontstekingpunt normaliter redelijk dichtbij de klopgrens zal zitten maar dat is niet zo vanuit een fundamentele eis dat het ontstekingspunt tegen de klopgrens aan moet zitten. De datapunten van het motormanagement systeem zitten allemaal dicht bij elkaar en het kiezen van een ander operationeel punt houdt automatisch in dat het net het kloppen vermijdt, en het eperationele punt dicht en dichtbij de klopgrens zit. . .Dat is fundamenteel iets anders dan te zeggen dat vanuit het managementsysteem de klopgrens opgezocht wordt.
En hoe kun je weten dat je het kloppen net vermijdt? Door te meten waar het begint, met behulp van de klopsensor. Deze neemt kloppen al waar voordat er ook maar een kleine kans op schade is. Het is een van de parameters aan de hand waarvan het tijdstip bepaald wordt.
Nog even dit: vermogensoptimalisatie is iets anders dan efficiëntieoptimalisatie. Het vermogen van een motor kan sterk worden verhoogd door extra brandstof inspuiting en vonktiming verandering. . . dat een deel van de brandstof in het uitlaatspruitstuk verbrand is voor het opschroeven van vermogen niet relevant. . .je krijgt dan voor veel geld een prachtig lichtroodgloeiend spruitstuk in je auto

In dit geval is het vrijwel hetzelfde. Er is sprake van het maximale halen uit wat er voor handen is, dus zo efficënt mogelijk proberen te zijn. Er gaat bij een bepaalde belasting een bepaalde hoeveelheid brandstof de cilinders in en door zo vroeg mogelijk ontsteken, zodat de verbrandingsdruk op het goede moment komt, haal je het meeste uit die brandstof. Ontsteek je een graad later, dan is er al energieverlies, wat je dan compenseert door meer gas te geven. Haal je ineens alle energie eruit, dan hoef je niet meer gas te geven bij dezelfde hoeveelheid brandstof.
Door alleen extra inspuiting en aangepaste vonktiming zul je trouwens niet heel veel bereiken. Er is ook extra lucht nodig om die brandstof te kunnen verbranden. Dan zal je uitlaat ook niet opgloeien.
Snel is hetzelfde als langzaam, maar dan sneller.