De titel van een recent opinieartikel (dat ik niet meer terug kan vinden) parafraserend: we kunnen het als mensheid niet langer veroorloven om bang te zijn voor genetische modificatie. De huidige voedselprijzen zijn de eerste tekenen van een reeds lang voorspelde wereldwijde voedselcrisis. Het probleem: 3 miljard mensen in azie en zuid-amerika willen en kunnen binnen enkele decennia een westers welvaartspeil bereiken, en daardoor moet de wereldwijde productie van ongeveer alles drastisch gaan stijgen. Een belangrijke limiterende factor is voedselproductie. Aziaten en zuidamerikanen stappen massaal af van het uitsluitend eten van bulkgewassen als rijst en mais en willen verse groenten en vooral vlees. Hoewel er nog veel te bereiken valt door ontwikkelingslanden moderne landbouwtechnieken te laten gebruiken, is er meer nodig om de productie te bereiken die in die landen gewenst wordt.
Tegelijkertijd is de plantenveredeling gehandicapt door een zeer succesvolle campagne van de milieubeweging. Hoewel veel bereikt kan worden met wat klassieke veredeling genoemd wordt, gaan er toch enorme kansen verloren door het categorisch afwijzen van gentechnologie. Elke vorm van transgentechnologie is in met name europa de nek om gedraaid. Zoals wel vaker is die discussie nauwelijks inhoudelijk gevoerd en de argumenten die gegeven worden, deugen vaak niet.
Een aantal argumenten voor en tegen:
voor
Vele eigenschappen kunnen niet in voedselgewassen worden ingebracht zonder gentechnologie. Mogelijkheden die vandaag al ingebracht zouden kunnen worden zijn resistentiegenen tegen pesticiden of direct tegen ziektes of plagen. Het alternatief, meer spuiten, werkt resistenties in de hand en gebruik van zwaardere en milieubelastendere pesticiden. Inkruisen van resistenties vanuit wilde varieteiten is vaak slechts beperkt mogelijk. Biologische akkerbouw is geen alternatief voor spuiten omdat het niet de productie kan halen die de wereld vraagt.
Als daadwerkelijke voedselverbetering is er bijvoorbeeld golden rice, dat uitontwikkeld klaar ligt tot het ergens op de markt gelaten wordt. Er zijn veel meer mogelijkheden, maar zolang er geen enkele kans is dat die op de markt komen ligt het onderzoek stil.
Uiteindelijk is de consequentie van het verbod op genetisch modificeren hongersnood voor de allerarmsten op de planeet, stagnerende welvaart op een subwesters niveau. Zo betaalt de bevolking in ontwikkelingslanden de prijs voor ons schone geweten.
tegen
Verspreiding van eigenschappen naar de natuur. In sommige gevallen is dat realistisch, in andere niet. Zo is het uitermate onwaarschijnlijk dat golden rice zich in de natuur zou kunnen vestigen omdat het produceren van een overdosis vitamine A geen enkel voordeel heeft voor een plant en dus weggeselecteerd zal worden. Resistenties tegen pesticiden zullen zich ook niet verspreiden zolang wilde populaties niet op grote schaal aan die pesticiden blootgesteld worden omdat er dan geen selectievoordeel is. Alleen in het geval van resistenties tegen ziekten of plagen is het gevaar aanwezig dat deze eigenschappen zich in de natuur verspreiden. Maar in die gevallen kan gentechnologie ook weer uitkomst bieden, door terminator constructen (die genetisch gemodificeerde planten steriel maken) en dergelijke truuks. Of die voldoende zijn, moet natuurlijk grondig getest worden, maar onderzoeken daarnaar worden op dit moment vrijwel onmogelijk gemaakt door wetgeving en door bioterreur van milieuorganisaties die proefvelden vernietigen.
Ongezondheid. Helaas gaat het hier meer om angst dan om feiten. Er is geen enkele reden om te verwachten dat een genetisch gemodificeerde plant per definitie schadelijker zal zijn dan een niet gemodificeerde plant. Natuurlijk moet er goed nagedacht worden over bij voorbeeld het inbrengen van resistentiegenen, en moet bekend zijn wat ze precies doen. Een giftige stof produceren die kevertjes omlegt is misschien een minder goed idee, maar een signaalreceptor veranderen waardoor de kever de plant niet meer herkent als eetbaar is weer compleet onschuldig. Richtlijnen zijn geboden, maar een verbod om deze reden is overdadig en onzinnig.
Antibioticumresistenties. Een veelgehoord argument in het verleden was dat genetisch gemodificeerde planten antibioticumresistent waren doordat die resistentie als selectiemarker mee in de plant gestopt werd. Dat is weliswaar laboratoriumpraktijk, maar er zijn selectiemarkervrije technieken op de markt die niets anders de plant in stoppen dan het transgene materiaal waar het om gaat. Dit argument is dus achterhaald door de realiteit.
"we mogen niet aan de schepping/natuur/etc komen", en andere ethische argumenten. Ik vind ze bijzonder onzinnig. Ten eerste doen we niet anders met veredeling en domesticatie, een proces dat ouder is dan de bijbel of welk ander heilig boek dan ook en waar tot nu toe niemand enig bezwaard bij had, ten tweede vind ik het onverdedigbaar om met dergelijke gevoelsargumenten miljarden mensen onze welvaart te ontzeggen.
Wat vinden jullie?
Tegelijkertijd is de plantenveredeling gehandicapt door een zeer succesvolle campagne van de milieubeweging. Hoewel veel bereikt kan worden met wat klassieke veredeling genoemd wordt, gaan er toch enorme kansen verloren door het categorisch afwijzen van gentechnologie. Elke vorm van transgentechnologie is in met name europa de nek om gedraaid. Zoals wel vaker is die discussie nauwelijks inhoudelijk gevoerd en de argumenten die gegeven worden, deugen vaak niet.
Een aantal argumenten voor en tegen:
voor
Vele eigenschappen kunnen niet in voedselgewassen worden ingebracht zonder gentechnologie. Mogelijkheden die vandaag al ingebracht zouden kunnen worden zijn resistentiegenen tegen pesticiden of direct tegen ziektes of plagen. Het alternatief, meer spuiten, werkt resistenties in de hand en gebruik van zwaardere en milieubelastendere pesticiden. Inkruisen van resistenties vanuit wilde varieteiten is vaak slechts beperkt mogelijk. Biologische akkerbouw is geen alternatief voor spuiten omdat het niet de productie kan halen die de wereld vraagt.
Als daadwerkelijke voedselverbetering is er bijvoorbeeld golden rice, dat uitontwikkeld klaar ligt tot het ergens op de markt gelaten wordt. Er zijn veel meer mogelijkheden, maar zolang er geen enkele kans is dat die op de markt komen ligt het onderzoek stil.
Uiteindelijk is de consequentie van het verbod op genetisch modificeren hongersnood voor de allerarmsten op de planeet, stagnerende welvaart op een subwesters niveau. Zo betaalt de bevolking in ontwikkelingslanden de prijs voor ons schone geweten.
tegen
Verspreiding van eigenschappen naar de natuur. In sommige gevallen is dat realistisch, in andere niet. Zo is het uitermate onwaarschijnlijk dat golden rice zich in de natuur zou kunnen vestigen omdat het produceren van een overdosis vitamine A geen enkel voordeel heeft voor een plant en dus weggeselecteerd zal worden. Resistenties tegen pesticiden zullen zich ook niet verspreiden zolang wilde populaties niet op grote schaal aan die pesticiden blootgesteld worden omdat er dan geen selectievoordeel is. Alleen in het geval van resistenties tegen ziekten of plagen is het gevaar aanwezig dat deze eigenschappen zich in de natuur verspreiden. Maar in die gevallen kan gentechnologie ook weer uitkomst bieden, door terminator constructen (die genetisch gemodificeerde planten steriel maken) en dergelijke truuks. Of die voldoende zijn, moet natuurlijk grondig getest worden, maar onderzoeken daarnaar worden op dit moment vrijwel onmogelijk gemaakt door wetgeving en door bioterreur van milieuorganisaties die proefvelden vernietigen.
Ongezondheid. Helaas gaat het hier meer om angst dan om feiten. Er is geen enkele reden om te verwachten dat een genetisch gemodificeerde plant per definitie schadelijker zal zijn dan een niet gemodificeerde plant. Natuurlijk moet er goed nagedacht worden over bij voorbeeld het inbrengen van resistentiegenen, en moet bekend zijn wat ze precies doen. Een giftige stof produceren die kevertjes omlegt is misschien een minder goed idee, maar een signaalreceptor veranderen waardoor de kever de plant niet meer herkent als eetbaar is weer compleet onschuldig. Richtlijnen zijn geboden, maar een verbod om deze reden is overdadig en onzinnig.
Antibioticumresistenties. Een veelgehoord argument in het verleden was dat genetisch gemodificeerde planten antibioticumresistent waren doordat die resistentie als selectiemarker mee in de plant gestopt werd. Dat is weliswaar laboratoriumpraktijk, maar er zijn selectiemarkervrije technieken op de markt die niets anders de plant in stoppen dan het transgene materiaal waar het om gaat. Dit argument is dus achterhaald door de realiteit.
"we mogen niet aan de schepping/natuur/etc komen", en andere ethische argumenten. Ik vind ze bijzonder onzinnig. Ten eerste doen we niet anders met veredeling en domesticatie, een proces dat ouder is dan de bijbel of welk ander heilig boek dan ook en waar tot nu toe niemand enig bezwaard bij had, ten tweede vind ik het onverdedigbaar om met dergelijke gevoelsargumenten miljarden mensen onze welvaart te ontzeggen.
Wat vinden jullie?