In het kader van een module die ik volg hieronder een aantal vragen. Het is geen IQ-test of iets in die richting. Bekijk de vragen en beantwoordt gewoon wat je denkt dat klopt. Ga vooral niet heel moeilijk denken. Op basis van de antwoorden zal ik verder toelichten (en dat is heel leerzaam) wat hier nu zo interessant aan is. Ik geef expres aan dat het niet perse om de antwoorden gaat.
Als je antwoorden geeft, maak ze dan alsjeblieft met een zwarte achtergrond - dan kan iedereen het proberen zonder de antwoorden van voorgaande posters al te kunnen zien. Dit kan met {spoiler} en {/spoiler} (kringeltjes wel even vervangen met blockquotes, dus [ en ]). Als je ook uit kunt leggen waarom een bepaald antwoord klopt is het helemaal mooi
1. Ik ben psychologie in Utrecht gaan studeren. Welke van de volgende redenen is meer plausibel voor die keuze?
A. Ik ben er gaan studeren omdat er meer vrouwen dan mannen zitten
B. Ik ben er gaan studeren omdat er meer vrouwen dan mannen zitten en omdat Utrecht zeer goed aangeschreven staat
2. In een dorp zijn twee ziekenhuizen, een kleine en een grote. In het grote ziekenhuis worden 45 babies per dag geboren, in de kleine 15. 50% van de geboorten is, gemiddeld, een jongen. Dit varieert per dag echter. Beide ziekenhuizen meten gedurende een jaar de kans op een jongentje. Aan het eind van het jaar tellen de ziekenhuizen de dagen waarop de kans 60% of hoger was. Welk ziekenhuis kende meer van deze dagen?
A. Het grote ziekenhuis
B. Het kleine ziekenhuis
C. Ongeveer hetzelfde – beiden ziekenhuizen zaten bij elkaar in de buurt
3. Willem is een kleine, verlegen, man. Hij heeft een passie voor poezie en houdt ervan om naar het museum te gaan. Als een kind werd hij gepest. Wat is Willem?
A. Een boer
B. Een docent klassieke geschiedenis
4. Voor je staan 100 mensen. Driekwart is advocaat, een kwart is bouwkundige. Je krijgt het profiel te lezen van één van hen. Jan is een 45-jaar oude man. Hij is getrouwd en heeft 4 kinderen. Hij is conservatief, voorzichtig en ambitieus. Hij heeft geen interesse in politieke en sociale zaken en besteedt de meeste tijd aan zijn hobbies; computeren, zeilen, wiskundige puzzels en het opknappen van zijn huis. Wat is Jan?
A. Een advocaat
B. Een bouwkundige
5. Je krijgt een onderzoek te zien. In dat onderzoek werd bekeken hoe snel een student een docent, met wie hij of zij via de intercom spreekt, te hulp schiet als deze een hartaanval krijgt. Viervijfde van de studenten bleef zitten en hielp niet. Je krijgt de profielen van twee van de deelnemers te zien. De eerste is Joost, een vriendelijke jongen die sinds een paar jaar lid is van een lokale kerk. De tweede is van Henk, een zeer succesvolle student die veel vrienden heeft en op handen gedragen wordt. Welke van de twee sprong wel op uit de stoel om de docent te helpen?
A. Joost
B. Henk
6. Linda is een 31-jaar oude, single, assertieve, en zeer intelligente vrouw. Ze heeft een graad in filosofie. Als een studente voelde ze zich betrokken bij de strijd tegen discriminatie, en ze deed regelmatig mee met demonstraties tegen oorlog. Welke van de onderstaande alternatieven is meer plausibel?
A. Linda is cassiere bij een bank
B. Linda is cassiere bij een bank en is actief in een feministische beweging
7. Ik gooi een munt 6 keer omhoog. Welk patroon zal ik eerder krijgen?
A. K-M-K-K-M-K
B. K-K-K-M-M-M
C. M-M-M-M-M-M
8. Een aantal vlieginstructeurs heeft besloten om te gaan belonen bij goede landingen en flink te gaan mopperen bij slechte landingen. Ze merkten echter dat de goede prestaties af begonnen te nemen na de beloningen en dat slechte prestaties beter werden na felle kritiek. Ze besloten dus maar om te stoppen met de overdreven beloningen en alleen kritiek te geven bij slechte landingen. Is dit verstandig?
A. Ja
B. Nee
Als je antwoorden geeft, maak ze dan alsjeblieft met een zwarte achtergrond - dan kan iedereen het proberen zonder de antwoorden van voorgaande posters al te kunnen zien. Dit kan met {spoiler} en {/spoiler} (kringeltjes wel even vervangen met blockquotes, dus [ en ]). Als je ook uit kunt leggen waarom een bepaald antwoord klopt is het helemaal mooi
1. Ik ben psychologie in Utrecht gaan studeren. Welke van de volgende redenen is meer plausibel voor die keuze?
A. Ik ben er gaan studeren omdat er meer vrouwen dan mannen zitten
B. Ik ben er gaan studeren omdat er meer vrouwen dan mannen zitten en omdat Utrecht zeer goed aangeschreven staat
2. In een dorp zijn twee ziekenhuizen, een kleine en een grote. In het grote ziekenhuis worden 45 babies per dag geboren, in de kleine 15. 50% van de geboorten is, gemiddeld, een jongen. Dit varieert per dag echter. Beide ziekenhuizen meten gedurende een jaar de kans op een jongentje. Aan het eind van het jaar tellen de ziekenhuizen de dagen waarop de kans 60% of hoger was. Welk ziekenhuis kende meer van deze dagen?
A. Het grote ziekenhuis
B. Het kleine ziekenhuis
C. Ongeveer hetzelfde – beiden ziekenhuizen zaten bij elkaar in de buurt
3. Willem is een kleine, verlegen, man. Hij heeft een passie voor poezie en houdt ervan om naar het museum te gaan. Als een kind werd hij gepest. Wat is Willem?
A. Een boer
B. Een docent klassieke geschiedenis
4. Voor je staan 100 mensen. Driekwart is advocaat, een kwart is bouwkundige. Je krijgt het profiel te lezen van één van hen. Jan is een 45-jaar oude man. Hij is getrouwd en heeft 4 kinderen. Hij is conservatief, voorzichtig en ambitieus. Hij heeft geen interesse in politieke en sociale zaken en besteedt de meeste tijd aan zijn hobbies; computeren, zeilen, wiskundige puzzels en het opknappen van zijn huis. Wat is Jan?
A. Een advocaat
B. Een bouwkundige
5. Je krijgt een onderzoek te zien. In dat onderzoek werd bekeken hoe snel een student een docent, met wie hij of zij via de intercom spreekt, te hulp schiet als deze een hartaanval krijgt. Viervijfde van de studenten bleef zitten en hielp niet. Je krijgt de profielen van twee van de deelnemers te zien. De eerste is Joost, een vriendelijke jongen die sinds een paar jaar lid is van een lokale kerk. De tweede is van Henk, een zeer succesvolle student die veel vrienden heeft en op handen gedragen wordt. Welke van de twee sprong wel op uit de stoel om de docent te helpen?
A. Joost
B. Henk
6. Linda is een 31-jaar oude, single, assertieve, en zeer intelligente vrouw. Ze heeft een graad in filosofie. Als een studente voelde ze zich betrokken bij de strijd tegen discriminatie, en ze deed regelmatig mee met demonstraties tegen oorlog. Welke van de onderstaande alternatieven is meer plausibel?
A. Linda is cassiere bij een bank
B. Linda is cassiere bij een bank en is actief in een feministische beweging
7. Ik gooi een munt 6 keer omhoog. Welk patroon zal ik eerder krijgen?
A. K-M-K-K-M-K
B. K-K-K-M-M-M
C. M-M-M-M-M-M
8. Een aantal vlieginstructeurs heeft besloten om te gaan belonen bij goede landingen en flink te gaan mopperen bij slechte landingen. Ze merkten echter dat de goede prestaties af begonnen te nemen na de beloningen en dat slechte prestaties beter werden na felle kritiek. Ze besloten dus maar om te stoppen met de overdreven beloningen en alleen kritiek te geven bij slechte landingen. Is dit verstandig?
A. Ja
B. Nee
[ Voor 11% gewijzigd door Christiaan op 29-09-2004 11:18 ]