Om dan toch even een nuttige bijdrage over cd-spelers te doen in deze thread

... Hieronder een aangepaste compilatie van berichten die ik eerder schreef voor GoT over cd-spelers en hun kwaliteit.
De enige echt belangrijke component aan een cd-speler is de digitaal-naar-analoog-omzetter (DAC). Hoe beter die is, hoe beter de geluidskwaliteit natuurlijk. En helaas vertaalt een betere DAC doorgaans in een duurdere cd-speler. De vraag is natuurlijk, tot welke prijs is een geringe toename in de kwaliteit nog interessant voor je? Kun je het trouwens zelf wel horen? En is de rest van je muziekinstallatie thuis ook zo hoogwaardig dat een betere DAC daar ook daadwerkelijk tot z'n recht gaat komen?
Vaak hoor je wel zeggen dat iemand die een nieuwe cd-speler heeft gekocht, deze opmerkelijk beter vindt klinken dan z'n oude cd-speler. Soms is het gewoon al voor een deel de hersenen die denken dat nieuw gewoon beter moet klinken en in de audio-wereld geldt:
Als je een verschil wil horen, dan zul je het ook horen.
Natuurlijk zullen moderne cd-spelers anders klinken dan eentje van tijdens de introductiejaren. De markt van digitaal-naar-analoog-omzetters is door de loop van de jaren ook fel uitgebreid. Er zijn goedkopere DACs bijgekomen die weliswaar minder klinken, maar wel spotgoedkoop zijn. Er zijn extreem geavanceerde DACs gekomen met zeer complexe noise-shaping- en ditherings-algoritmen. Als je ziet dat een ietwat degelijke DAC al een veelvoud kost van een gewone cd-speler, dan zal het wel niet zo moeilijk zijn om te begrijpen dat er wel degelijk een groot verschil kan zijn in geluidskwaliteit. Ook wat de lineariteit betreft van het audiospectrum zijn er vaak afwijkingen tussen DACs. Sommigen durven wel eens heel wat minder dan optimaal te zijn aan de onder- en bovengrenzen van het hoorbare spectrum.
Bovendien mag je niet vergeten dat bij de cd-spelers die naar de 15-20 jaar ouderdom gaan ook sprake is van elektrische slijtage. Wanneer er bijvoorbeeld elektrolytische condensatoren in de uitgangstrappen van de DAC zijn opgenomen, dan kun je er vrijwel zeker van zijn dat deze ondertussen hun beste tijd wel hebben gehad en stilaan beginnen te lekken (stroom weliswaar, ik bedoel niet dat er elektroliet uitloopt). Een elektrolytische condensator wordt doorgaans geschat op een 13 jaar levensduur... De geluidskwaliteit van een toestel kan over de jaren heen aanzienlijk veranderen.
Het leuke aan een cd-speler is echter dat zelfs met relatief goedkope componenten onvoorstelbaar goede resultaten haalbaar zijn. De geluidskwaliteit kan natuurlijk steeds beter, maar de mate van verbetering wordt steeds minder met een stijgende prijs. Gewoon omdat het basisconcept al erg goed is. Op de duur moeten er erg dure oplossingen gezocht worden om de geluidskwaliteit nog een fractie te verbeteren. Is het dat nog wel waard (dat verschilt natuurlijk per persoon, maar iedereen trekt ergens een grens)?
De kwaliteit van het loopwerk is niet van zo'n groot belang als men vaak doet vermoeden. Natuurlijk is de constructiekwaliteit bepalend voor de levensduur die je toestel zal halen (tegenwoordig wordt alles nogal 'prutserig' gemaakt tegenover vroeger imo), en dat is bij een duurdere cd-speler vaak wel beter doordat alles steviger is uitgevoerd. De audiokwaliteit zal het niet in het minste beïnvloeden.
De optische kwaliteit van de pickup zou in theorie ook beter moeten zijn bij duurdere spelers, maar uit eigen ervaring blijkt dat toch vaak helemaal niet het geval te zijn.
Hoe beter de optische kwaliteit, hoe makkelijker de cd-speler als het ware de cd kan zien en hoe minder moeite hij heeft met het uitlezen van de juiste data onder krasjes, vingerafdrukken,... Ik heb zelf zoals eerder in de thread vermeld een Marantz CD-17. Zeker niet de top van Marantz, maar wel al een vrij pittig dure cd-speler. Kun je geloven dat dit dure toestel (dat overigens een zeer goede geluidskwaliteit heeft) problemen heeft met het lezen van redelijk bekraste cd's die in een oude spotgoedkope Philips cd-speler wel probleemloos afspelen? Om maar even aan te tonen dat duurder niet op alle vlakken beter wil betekenen...
De kwaliteit van de elektronica van het loopwerk (de chipset met CIRC-decoder en dergelijke) is eigenlijk alleen van cruciaal belang wanneer je cd's flink bekrast zijn. Als je je cd's goed behandeld en ze nog relatief gaaf zijn, dan zal de CIRC-decoder in de cd-speler - zelfs bij de goedkoopste modellen - de data 100% foutloos kunnen verbeteren. Het is wel zo dat bij de goedkopere cd-spelers jitter kan ontstaan in de digitale circuits. Echter, de jitter is zo klein dat men niet kan spreken van een hoorbare invloed. De Toslink kabel die velen gebruiken om hun cd-speler te verbinden met hun voorversterker veroorzaakt alleszins veel meer jitter, dan een goedkope cd-speler.
Heb je cd's die zwaar beschadigd zijn, dan komt de kwaliteit van de optiek, de CIRC-decoder en de foutverhullingscircuits naar voren. Maar in principe ben je dan toch beter om op je PC met speciale audio-extractiesoftware als Exact Audio Copy een kopie van de cd te maken. Vaak kun je met die software bijna-verloren cd's nog foutloos redden. Maar dit even terzijde.
Een punt waar door audiofielen vaak op gedrukt wordt, maar wat in werkelijkheid een compleet fabeltje is, is de stabiliteit van het loopwerk. Waar dit bij platenspelers nog van kritiek belang was, is dit bij cd-spelers van geen enkele invloed op de geluidskwaliteit. Gegevens als een extra stijf chassis, stabiel loopwerk,... zijn dan ook niet meer dan verkoopsfabeltjes voor de puristen - een groep mensen waarbij prijs, fantasie en weirdness-factor de kwaliteit bepaalt.
Tenzij je van plan bent om tijdens het afspelen stoten te geven tegen de cd-speler, zul je geen enkele hinder hebben van lichte trillingen zoals geluidsgolven. Je zou de cd-speler zelfs zonder problemen gewoon op de luidspreker kunnen zetten.
Sommigen drukken op de kwaliteit van speciale voedingen. Maar het is al lang niet meer zo dat men dure discrete voedingen moet bouwen om een absoluut stabiele voeding te krijgen. Zelfs met weinig relatief goedkope IC-komponenten kun je een voeding bouwen die rotsstabiel is. Elektronica staat niet stil. Wat vroeger nog een eurokaart plaats in nam met discrete componenten en erg duur was om te bouwen, zit nu vaak in één enkel IC-tje dat in vergelijking niets kost. Een kwalitatief hoogstaande voeding bouwen voor een cd-speler (iets wat vrij weinig stroom verbruikt) is dus vandaag de dag geen enkel probleem meer.
Natuurlijk zullen de fabrikanten in de onderste segmenten ook hier alles doen om te besparen op de kosten en minderwaardige componenten gebruiken... Helaas. Maar van zodra je buiten het "huis-tuin-en-keuken-segment" gaat zou ik me maar weinig zorgen maken over de kwaliteit van het voedingssignaal.
Sommige high-end cd-spelers hebben zelfs een externe voeding. Dit heeft natuurlijk zoals ik in een eerder bericht al schreef als voordeel dat de transformator (en eventueel andere voedingscomponenten die een stoorsignaal kunnen opwekken) geen invloed meer kan uitoefenen op het signaal binnen de cd-speler. Maar om nu te stellen dat dit verschil erg groot is is klinklare onzin. Zeker wanneer de voeding binnen in de cd-speler ver genoeg van de analoge circuits is geplaatst (zoals meestal in huiskamermodellen) is de kans op storing erg klein. Wanneer een ringkerntransformator wordt toegepast is de kans op strooiveldstoringen nog veel kleiner. Maar zelfs al heb je een cd-speler met een slecht geplaatste voeding die invloed uitoefent op het uitgangssignaal, dan nog levert dit gewoon brom op. Geen dramatische verslechtering van de klankkleur of iets dergelijks zoals je sommigen hoort beweren. Het uitgangssignaal blijft identiek. Er zit nu gewoon een vreselijk irritante brom op. Onaanvaardbaar natuurlijk, maar dat zul je enkel in de laagste regionen tegenkomen. Vanaf een normale prijsklasse zullen de stoorsignalen van de voeding ver beneden de ruisvloer van de luisteromgeving liggen.
Erger zijn eigenlijk de stoorsignalen afkomstig van de hoogfrequente digitale componenten (zoals de CIRC-decoder) die doorstralen op de analoge uitgang via de voedingslijnen of door een slecht uitgekiend printontwerp. Vooral bij goedkope cd-spelers kan dit wel eens een probleem zijn. Men bespaart zelfs op triviale dingen zoals buffercondensatoren in de voedingslijnen naar digitale componenten. Hierdoor kan overspraak ontstaan via de voeding naar de analoge circuits.
Maar dan nog... Jan Modaal hoort zoiets toch niet. Ik wil met mijn betoog hier geenszins aantonen dat duurdere cd-spelers zinloos zijn (anders zat ik hier niet met een Marantz CD-17). Ze bieden wel degelijk een meerwaarde voor wie het horen wil! Wat me erger stoort is dat er zoveel fabeltjes de ronde doen over audio-apparatuur. En vaak buiten de fabrikanten daar argeloze kopers (lees audiofielen) mee uit. Hoe de hersenen geluid interpreteren is enorm subjectief. Als je denkt dat iets beter moet klinken, dan zul je dat vaak ook horen terwijl er in werkelijkheid helemaal geen verschil is. Het zogenaamde placebo-effect.
Aan de belachelijkste zaken schrijft men enorme kwalitatieve vooruitgangen toe. Hoe gekker hoe liever zo lijkt het soms. Ik ken enkele puristen (zoals ze zichzelf graag noemen) die een kapitaal hebben geïnvesteerd in hun geluidsinstallatie. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat het niet beter klinkt dan wat ik hier heb staan (als je gehoor goed genoeg is), maar de verschillen waarover ze praten zijn totaal uit de lucht gegrepen. Zo herinner ik me een keer dat een van hen een soort lapje had gekocht om op de cd te leggen - aangepraat door een andere audiofiel. Dit zou de cd zwaarder en dus veel stabieler maken tijdens het afspelen. En ja hoor... Meteen hoorde hij een ongelooflijk verschil. Alles was veel 'transparanter', meer 'dynamiek' en ik-weet-al-niet-meer-wat... Ik hoorde natuurlijk geen verschil, dus deden we een blinde luistertest. Resultaat, niemand was in staat om het verschil te horen... Afgang hoor. En zo kan ik nog vele tientallen voorbeelden aanhalen.