Topsalarissen van vele miljoenen halen de laatste tijd steeds vaker het nieuws. Deze worden buitensporig gevonden door een groot deel van de Nederlandse bevolking, maar eenzelfde groot deel vindt dat salarisverschillen te rechtvaardigen zijn of vauit economische verschillen te legitimeren. Vaak wordt zelfs beweerd dat salarissen "rechtvaardig" zouden zijn of de inspanningen van de werknemer zouden reflecteren. Nu is "rechtvaardig" al een onhandelbaar begrip waar ik het verder niet over wil hebben, daarvoor is het veel teveel afhankelijk van een persoonlijke moraal. Met de inspanningen van de werknemer heeft het in ieder geval weinig te maken, die zijn zowiezo al lastig te definieren. Vaak genoemde factoren zijn verantwoordelijkheid, opleidingsniveau, schaarsheid, risico's en hard moeten werken, en ook de productie die je aflevert. Dit zijn allemaal verklaringen die economische belangen afwegen. Ik zal hier betogen dat deze allemaal in het niet vallen bij een veel belangrijkere factor, en dat de hoogte van salarissen uitsluitend verklaard kan worden in hun sociale context, dus buiten de economische. Wat betreft de morele legitimatie, het oordeel over de rechtvaardigheid ervan, daar mag de lezer dezes zelf een oordeel over vellen
Nu eerst een beschouwing van de verschillende economische factoren.
Opleidingsniveau is zeker een factor die leidt tot een hogere beloning, hoewel deze niet doorslaggevend is en naar ik later zal laten zien sterk correleert met een veel belangrijkere grootheid. Maar met een verklaring vanuit opleidingsniveau wordt bedoeld dat iemand die hoger opgeleid is, meer heeft moeten investeren in zijn opleiding en daarvoor terugbetaald moet worden. Dit is een verklaring die op zich steekhoudt. Immers, iemand die op zijn 16e begint met werken heeft 7 jaar minder studiekosten en 7 jaar meer loon dan iemand die op zijn 23e afstudeert aan de universiteit. Die laatste moet dus meer verdienen om deze achterstand in te lopen en de investering de moeite waard te maken. Toch volstaat deze verklaring bij lange na niet om de enorme verschillen in beloning tussen universitair afgestudeerde werknemers en ongeschoolde werknemers te verklaren.
Wat betreft risico's, en daarmee gecorreleerd het doen van impopulair werk, die worden enigzins beloond. Een glazenwasser op een hoogwerker verdient meer dan een plantsoenaanharker. Vuilnismannen verdienen ook aanzienlijk meer dan havensjouwers deden, net zoals bijvoorbeeld callcenterwerk beter verdient dan kassawerk. Dit zijn banen waarvoor fysieke of sociale risico's genomen worden, en daar staat een hogere beloning tegenover. Ook hier valt weinig tegenin te brengen. Hiermee gecorreleerd geldt ook dat sommige banen na je 50e onuitvoerbaar zijn voor velen, zoals zwaar werk in de bouw of in het leger. Zij verdienen dan ook wat meer om daarna het verlies van inkomen deels te compenseren, of hebben gunstige CAO's die vervroegd uittreden mogelijk maken (wat ik bij beloning tel, net zoals optieregelingen en alle andere opbrengsten van werk).
Dan wat betreft schaarsheid: Voor sommige banen is het moeilijk mensen te vinden, en dat is meestal het moment dat de salarissen verhoogd worden. Echter, daarbij gaat het nooit om heel hoge bedragen. Hoeveel hebben leraren erbij gekregen aan de hand van het tekort dat er daar heerste? 10%? Bij lange na niet... Sommigen willen dit argument gebruiken om de salarissen van topmanagers te legitimeren, maar daarvoor is het argument niet krachtig genoeg: Er zijn genoeg banen (bijvoorbeeld in het onderzoek) die absoluut onvervulbaar zijn, waarvoor maar 5 mensen op de hele wereld kwalificeren (wat voor topmanagers niet geldt), maar waarvoor geen salarissen van vele tonnen geboden worden om die factor te ontkrachten. Er is bij topmanagers meer aan de hand.
Dan hard werken. Dit argument is het meest ten onrechte gebruikte argument. Zaken als veel uren maken, dag en nacht klaar moeten staan, werken met wetenschappelijke theorieen die zo complex zijn dat je als mens eigenlijk de geestelijke capaciteit er niet voor hebt, emotionele zwaarte door de fouten die je maakt, pure fysieke zwaarte die nauwelijks op te brengen is, zijn niet alleen niet tegen elkaar af te wegen, maar ook nog sterk persoonsafhankelijk. Hard werken valt niet te kwantificeren en kan daarmee onmogelijk als argument voor duidelijke salarisverschillen.
Tot slot verantwoordelijkheid. Op het eerste gezicht lijken de salarissen van managers aardig te correleren met verantwoordelijkheid: Hoe hoger je komt in een organisatie, hoe hoger de salarissen. Maar er zijn ook genoeg tegenvoorbeelden. Er zijn weinig mensen met meer verantwoordelijkheid dan ambulancepersoneel bijvoorbeeld: Immers, wat is er hoger dan dagelijks de beslissende factor zijn tussen leven en dood? Datzelfde geldt natuurlijk voor anderen die verantwoordelijke beslissingen moeten nemen, zoals artsen. Opnieuw zie je dat diegenen die veel verantwoordelijkheid dragen, wel meer verdienen (een ambulancechauffeur verdient meer dan een vrachtwagenchauffeur), maar een verklaring voor de waargenomen extravagante verschillen kan dit nooit zijn. Je zou kunnen proberen dit argument te redden door het te hebben over economische verantwoordelijkheid, maar dan is een definitie daarvan wel fijn.
Hiermee zijn de economische verklaringen, dus verklaringen vanuit het nut van de werknemer voor zijn bedrijf en vanuit de wetten van vraag en aanbod van arbeid, wel aardig op. Eentje blijft er nog over, namelijk verschillen in productiviteit, maar deze is nog veel problematischer dan alle andere aangezien productiviteit moeilijk te meten is wanneer er onderlinge afhankelijkheid bestaat - Een topmanager levert niets op als er geen mensen op de werkvloer staan, en omgekeerd geldt voor een grote organisatie hetzelfde.
Hoewel een aantal van deze verklaringen in het voordeel van topmanagers werken, kunnen zij zelfs allemaal tegelijk niet verklaren waar honderdvoudige, duizendvoudige inkomensverschillen vandaan komen. Geen mens KAN voor een bedrijf zoveel productiever zijn dan een ander of zoveel zwaarder/verantwoordelijker werk doen. Echter, de economie is niet bedoeld om sociale fenomenen te verklaren, en naar mijn mening is de hoogte van topsalarissen een sociaal fenomeen.
Voor een groot bedrijf maakt het nauwelijks uit hoeveel het zijn topmanagers betaalt: Hiervan zijn er maar enkele, en of je die nu 20000 euro of honderd maal zoveel betaalt, op de totale begroting van de arbeidskosten scheelt het misschien 50 man op de werkvloer. Voor een bedrijf met 10000 werknemers is dat gerommel in de marge. Echter, wil je die 10000 werknemers allemaal 10% meer laten verdienen (wat uiteindelijk bijna niks is), dan kost dat je 10% van je werknemers bij gelijkblijvende kosten: Dat zijn er al 1000. De enige reden dat een bedrijf het op kan brengen om zo hoge salarissen te betalen, is omdat ze maar enkele topmanagers hebben. En om dezelfde reden kunnen ze dus het salaris van topmanagers verhogen en tegelijk om loonmatiging vragen. Het is mij vooral een raadsel waarom werknemers het pikken, hoewel de sociale verklaring die ik zal aandragen daar een eind mee komt. Maar 1 staking van een week en de kosten voor het bedrijf lopen zo hoog op dat ik vermoed dat loonmatiging aan de top ineens heel aantrekkelijk wordt... Economisch gezien dan. In ieder geval betekent bovenstaande redenatie dat een bedrijf er weinig schade onder lijdt als vanuit andere dan puur economische redenen bepaalde werknemers buitensporig betaald worden.
Laten we een zijsprong maken en de structuur van een bedrijf, een organisatie, eens beschouwen. Ik ken vrijwel geen enkele organisatie die niet hierarchisch opgezet is, en waarbij salarissen niet correleren met de positie in die hierarchie. Hoe hoger de positie, hoe hoger het salaris. Wat dat betreft zijn wij qua gedrag prima te vergelijken met onze naaste verwanten, de in groepsverband levende primaten: Hun samenlevingsvorm, met dominante mannetjes die "topsalarissen" verdienen (uitgedrukt in voedsel en vrouwtjes) door dominant te zijn, verschilt eigenlijk weinig van hoe het er in onze maatschappij aan toegaat. Waar dominantie bij de meeste diersoorten op pure kracht gebaseerd is, is dit bij chimpansees slechts ten dele waar, en dat maakt hen interessant als studieobject. Bij hen is het namelijk voor een dominant mannetje minstens zo belangrijk dat hij het sociale netwerk binnen de groep weet te bespelen. Hij moet niet alleen sterk, maar ook slim zijn en kunnen bedriegen, intimideren en lobbyen. Ook bij de mens is datgene wat echt goed beloond wordt, leiderschap in sociale netwerken. Dit in ogenschouw nemend, is de structuur van bijna elke organisatie niet direct afgekeken van de samenlevingsvorm van de primaten en van onze voorouders?
Dat is ook niet zo vreemd: De mens heeft altijd in dergelijke samenlevingsvormen geleefd. Of we het nu hebben over een modern bedrijf, een dictatuur, een democratie, een middeleeuwse stad, een primitieve boerengemeenschap of een troep jagers/verzamelaars, overal zie je dezelfde hierarchische structuren terug. Het enige dat verschilt is de manier waarop mensen in de functies terechtkomen. Dat is ook naar mijn mening de hoofdreden dat communisme niet werkt: Het gaat in tegen onze hierarchische instincten, het groepsgedrag dat door miljarden jaren evolutie in alle in groepsverband levende organismen herkenbaar is. De functies die mensen erin moeten aannemen, zijn niet herkenbaar voor ons, en doordat mensen toch proberen die functies aan te nemen, gaat het systeem ten onder. Wat dat betreft werkt democratie beter, dat is een veel hierarchischer systeem.
Mijn stelling naar aanleiding van deze observatie is dat het salaris dat iemand verdient, grotendeels afhankelijk is van de positie die hij inneemt binnen de hierarchie, niet alleen binnen zijn organisatie maar ook binnen de maatschappij. In andere woorden, zijn status. Dat gaat op voor managers, maar ook voor alle anderen. Immers, welk beroep is er te noemen waar mensen erg op neerkijken, maar wat wel significant meer verdient dan op grond van bovenstaande economische argumenten te verwachten is? Ik kan er eigenlijk maar enkele noemen, namelijk werk in de seksindustrie of de criminaliteit - En daarvoor is het veelzeggend dat heel veel mensen daar ondanks het salaris grote bezwaren tegen hebben. Kennelijk telt status voor de meeste mensen zwaar. En andersom, welk beroep dat in hoog aanzien staat bij de gemiddelde nederlander wordt slechter betaald dan te verwachten is op basis van de economische argumenten? Ik stel dat het salaris grotendeels bepaald wordt door de positie in de hierarchie die iemand heeft, en dat economische factoren een veel kleinere invloed hebben.
Natuurlijk correleert status met sommige economische factoren: Opleidingsniveau, verantwoordelijkheid, en andere factoren komen relatief vaker voor bij banen in een hogere hierarchische positie. Dat is ook niet zo vreemd, omdat we opgeleid kunnen worden voor dit soort posities (denk aan de eindeloze lijst bedrijfskundige opleidingen) en omdat topopleidingen, die immers sterk aan selectie doen, de meest ambitieuze, gedreven, statusgerichte mensen aantrekken. Dat is misschien ook de reden waarom salarisverschillen in het buitenland zoveel hoger zijn: In de VS bijvoorbeeld worden ambitie en statusgedrevenheid meer gewaardeerd dan hier. Maar ik stel dat uiteindelijk overal geldt: Niet het nut van iemand voor een bedrijf, maar zijn status binnen de hierarchie in de maatschappij, bepaalt het salaris grotendeels.
Wat betekent dit voor het vellen van een moreel oordeel over de hoogte van topsalarissen? In ieder geval zijn topsalarissen een direct uitvloeisel van datgene wat ons tot mensen maakt, van onze diepste instincten. Maar datzelfde geldt voor zoveel ongewenste maatschappelijke fenomenen.
Opleidingsniveau is zeker een factor die leidt tot een hogere beloning, hoewel deze niet doorslaggevend is en naar ik later zal laten zien sterk correleert met een veel belangrijkere grootheid. Maar met een verklaring vanuit opleidingsniveau wordt bedoeld dat iemand die hoger opgeleid is, meer heeft moeten investeren in zijn opleiding en daarvoor terugbetaald moet worden. Dit is een verklaring die op zich steekhoudt. Immers, iemand die op zijn 16e begint met werken heeft 7 jaar minder studiekosten en 7 jaar meer loon dan iemand die op zijn 23e afstudeert aan de universiteit. Die laatste moet dus meer verdienen om deze achterstand in te lopen en de investering de moeite waard te maken. Toch volstaat deze verklaring bij lange na niet om de enorme verschillen in beloning tussen universitair afgestudeerde werknemers en ongeschoolde werknemers te verklaren.
Wat betreft risico's, en daarmee gecorreleerd het doen van impopulair werk, die worden enigzins beloond. Een glazenwasser op een hoogwerker verdient meer dan een plantsoenaanharker. Vuilnismannen verdienen ook aanzienlijk meer dan havensjouwers deden, net zoals bijvoorbeeld callcenterwerk beter verdient dan kassawerk. Dit zijn banen waarvoor fysieke of sociale risico's genomen worden, en daar staat een hogere beloning tegenover. Ook hier valt weinig tegenin te brengen. Hiermee gecorreleerd geldt ook dat sommige banen na je 50e onuitvoerbaar zijn voor velen, zoals zwaar werk in de bouw of in het leger. Zij verdienen dan ook wat meer om daarna het verlies van inkomen deels te compenseren, of hebben gunstige CAO's die vervroegd uittreden mogelijk maken (wat ik bij beloning tel, net zoals optieregelingen en alle andere opbrengsten van werk).
Dan wat betreft schaarsheid: Voor sommige banen is het moeilijk mensen te vinden, en dat is meestal het moment dat de salarissen verhoogd worden. Echter, daarbij gaat het nooit om heel hoge bedragen. Hoeveel hebben leraren erbij gekregen aan de hand van het tekort dat er daar heerste? 10%? Bij lange na niet... Sommigen willen dit argument gebruiken om de salarissen van topmanagers te legitimeren, maar daarvoor is het argument niet krachtig genoeg: Er zijn genoeg banen (bijvoorbeeld in het onderzoek) die absoluut onvervulbaar zijn, waarvoor maar 5 mensen op de hele wereld kwalificeren (wat voor topmanagers niet geldt), maar waarvoor geen salarissen van vele tonnen geboden worden om die factor te ontkrachten. Er is bij topmanagers meer aan de hand.
Dan hard werken. Dit argument is het meest ten onrechte gebruikte argument. Zaken als veel uren maken, dag en nacht klaar moeten staan, werken met wetenschappelijke theorieen die zo complex zijn dat je als mens eigenlijk de geestelijke capaciteit er niet voor hebt, emotionele zwaarte door de fouten die je maakt, pure fysieke zwaarte die nauwelijks op te brengen is, zijn niet alleen niet tegen elkaar af te wegen, maar ook nog sterk persoonsafhankelijk. Hard werken valt niet te kwantificeren en kan daarmee onmogelijk als argument voor duidelijke salarisverschillen.
Tot slot verantwoordelijkheid. Op het eerste gezicht lijken de salarissen van managers aardig te correleren met verantwoordelijkheid: Hoe hoger je komt in een organisatie, hoe hoger de salarissen. Maar er zijn ook genoeg tegenvoorbeelden. Er zijn weinig mensen met meer verantwoordelijkheid dan ambulancepersoneel bijvoorbeeld: Immers, wat is er hoger dan dagelijks de beslissende factor zijn tussen leven en dood? Datzelfde geldt natuurlijk voor anderen die verantwoordelijke beslissingen moeten nemen, zoals artsen. Opnieuw zie je dat diegenen die veel verantwoordelijkheid dragen, wel meer verdienen (een ambulancechauffeur verdient meer dan een vrachtwagenchauffeur), maar een verklaring voor de waargenomen extravagante verschillen kan dit nooit zijn. Je zou kunnen proberen dit argument te redden door het te hebben over economische verantwoordelijkheid, maar dan is een definitie daarvan wel fijn.
Hiermee zijn de economische verklaringen, dus verklaringen vanuit het nut van de werknemer voor zijn bedrijf en vanuit de wetten van vraag en aanbod van arbeid, wel aardig op. Eentje blijft er nog over, namelijk verschillen in productiviteit, maar deze is nog veel problematischer dan alle andere aangezien productiviteit moeilijk te meten is wanneer er onderlinge afhankelijkheid bestaat - Een topmanager levert niets op als er geen mensen op de werkvloer staan, en omgekeerd geldt voor een grote organisatie hetzelfde.
Hoewel een aantal van deze verklaringen in het voordeel van topmanagers werken, kunnen zij zelfs allemaal tegelijk niet verklaren waar honderdvoudige, duizendvoudige inkomensverschillen vandaan komen. Geen mens KAN voor een bedrijf zoveel productiever zijn dan een ander of zoveel zwaarder/verantwoordelijker werk doen. Echter, de economie is niet bedoeld om sociale fenomenen te verklaren, en naar mijn mening is de hoogte van topsalarissen een sociaal fenomeen.
Voor een groot bedrijf maakt het nauwelijks uit hoeveel het zijn topmanagers betaalt: Hiervan zijn er maar enkele, en of je die nu 20000 euro of honderd maal zoveel betaalt, op de totale begroting van de arbeidskosten scheelt het misschien 50 man op de werkvloer. Voor een bedrijf met 10000 werknemers is dat gerommel in de marge. Echter, wil je die 10000 werknemers allemaal 10% meer laten verdienen (wat uiteindelijk bijna niks is), dan kost dat je 10% van je werknemers bij gelijkblijvende kosten: Dat zijn er al 1000. De enige reden dat een bedrijf het op kan brengen om zo hoge salarissen te betalen, is omdat ze maar enkele topmanagers hebben. En om dezelfde reden kunnen ze dus het salaris van topmanagers verhogen en tegelijk om loonmatiging vragen. Het is mij vooral een raadsel waarom werknemers het pikken, hoewel de sociale verklaring die ik zal aandragen daar een eind mee komt. Maar 1 staking van een week en de kosten voor het bedrijf lopen zo hoog op dat ik vermoed dat loonmatiging aan de top ineens heel aantrekkelijk wordt... Economisch gezien dan. In ieder geval betekent bovenstaande redenatie dat een bedrijf er weinig schade onder lijdt als vanuit andere dan puur economische redenen bepaalde werknemers buitensporig betaald worden.
Laten we een zijsprong maken en de structuur van een bedrijf, een organisatie, eens beschouwen. Ik ken vrijwel geen enkele organisatie die niet hierarchisch opgezet is, en waarbij salarissen niet correleren met de positie in die hierarchie. Hoe hoger de positie, hoe hoger het salaris. Wat dat betreft zijn wij qua gedrag prima te vergelijken met onze naaste verwanten, de in groepsverband levende primaten: Hun samenlevingsvorm, met dominante mannetjes die "topsalarissen" verdienen (uitgedrukt in voedsel en vrouwtjes) door dominant te zijn, verschilt eigenlijk weinig van hoe het er in onze maatschappij aan toegaat. Waar dominantie bij de meeste diersoorten op pure kracht gebaseerd is, is dit bij chimpansees slechts ten dele waar, en dat maakt hen interessant als studieobject. Bij hen is het namelijk voor een dominant mannetje minstens zo belangrijk dat hij het sociale netwerk binnen de groep weet te bespelen. Hij moet niet alleen sterk, maar ook slim zijn en kunnen bedriegen, intimideren en lobbyen. Ook bij de mens is datgene wat echt goed beloond wordt, leiderschap in sociale netwerken. Dit in ogenschouw nemend, is de structuur van bijna elke organisatie niet direct afgekeken van de samenlevingsvorm van de primaten en van onze voorouders?
Dat is ook niet zo vreemd: De mens heeft altijd in dergelijke samenlevingsvormen geleefd. Of we het nu hebben over een modern bedrijf, een dictatuur, een democratie, een middeleeuwse stad, een primitieve boerengemeenschap of een troep jagers/verzamelaars, overal zie je dezelfde hierarchische structuren terug. Het enige dat verschilt is de manier waarop mensen in de functies terechtkomen. Dat is ook naar mijn mening de hoofdreden dat communisme niet werkt: Het gaat in tegen onze hierarchische instincten, het groepsgedrag dat door miljarden jaren evolutie in alle in groepsverband levende organismen herkenbaar is. De functies die mensen erin moeten aannemen, zijn niet herkenbaar voor ons, en doordat mensen toch proberen die functies aan te nemen, gaat het systeem ten onder. Wat dat betreft werkt democratie beter, dat is een veel hierarchischer systeem.
Mijn stelling naar aanleiding van deze observatie is dat het salaris dat iemand verdient, grotendeels afhankelijk is van de positie die hij inneemt binnen de hierarchie, niet alleen binnen zijn organisatie maar ook binnen de maatschappij. In andere woorden, zijn status. Dat gaat op voor managers, maar ook voor alle anderen. Immers, welk beroep is er te noemen waar mensen erg op neerkijken, maar wat wel significant meer verdient dan op grond van bovenstaande economische argumenten te verwachten is? Ik kan er eigenlijk maar enkele noemen, namelijk werk in de seksindustrie of de criminaliteit - En daarvoor is het veelzeggend dat heel veel mensen daar ondanks het salaris grote bezwaren tegen hebben. Kennelijk telt status voor de meeste mensen zwaar. En andersom, welk beroep dat in hoog aanzien staat bij de gemiddelde nederlander wordt slechter betaald dan te verwachten is op basis van de economische argumenten? Ik stel dat het salaris grotendeels bepaald wordt door de positie in de hierarchie die iemand heeft, en dat economische factoren een veel kleinere invloed hebben.
Natuurlijk correleert status met sommige economische factoren: Opleidingsniveau, verantwoordelijkheid, en andere factoren komen relatief vaker voor bij banen in een hogere hierarchische positie. Dat is ook niet zo vreemd, omdat we opgeleid kunnen worden voor dit soort posities (denk aan de eindeloze lijst bedrijfskundige opleidingen) en omdat topopleidingen, die immers sterk aan selectie doen, de meest ambitieuze, gedreven, statusgerichte mensen aantrekken. Dat is misschien ook de reden waarom salarisverschillen in het buitenland zoveel hoger zijn: In de VS bijvoorbeeld worden ambitie en statusgedrevenheid meer gewaardeerd dan hier. Maar ik stel dat uiteindelijk overal geldt: Niet het nut van iemand voor een bedrijf, maar zijn status binnen de hierarchie in de maatschappij, bepaalt het salaris grotendeels.
Wat betekent dit voor het vellen van een moreel oordeel over de hoogte van topsalarissen? In ieder geval zijn topsalarissen een direct uitvloeisel van datgene wat ons tot mensen maakt, van onze diepste instincten. Maar datzelfde geldt voor zoveel ongewenste maatschappelijke fenomenen.
[ Voor 10% gewijzigd door Anoniem: 9942 op 07-06-2004 14:42 ]