Meen je toch niet!

- een sampler (in welke vorm dan ook) ( is dat om geluiden in te zetten en te maken en koppelen aan je synt of pc ? )
Een sampler gebruik je voor welk geluid dan ook op te nemen en weer af te spelen. In weze is het niks anders dan een digitale bandrecorder die direct reageert als je op 'play' hengst. Een zgn. phrase-sampler kan een geluid opnemen en het maar op 1 toonhoogte afspelen, een zgn. studio-sampler kan een geluid opnemen en speelt dit (als je een paar noten omhoog gaat) ook evenredig sneller af.
Waarvoor heb je dit nodig? Nou, neem bijv. een oude hiphop plaat. Daar zit een bepaald ritme in dat je wilt hebben. Als je dit sampled kun je het op 2 manieren doen - je pikt de hele 4 maten en speelt dat af, of je gaat in de sample knippen met een wave-editor, zodat je op 1 toets de basdrum krijgt, op 1 de snare, op nog een de hihats. Zo kun je zelf je ritme in spelen. In trance gaat 't niet anders - als je synth nou geen lekker vette basdrum heeft (vaak het geval, zeker de modellen voor 1995) maar een bepaalde plaat wel kun je 'm daar gewoon van af snaaien.
Waarom zou je 'm aan je PC koppelen? Nou, een sampler is in dat geval ook maar een computer - hij heeft intern geheugen, een harddisk en een cd-rom. Die laatste 2 krijg je er nooit bij. Verder kun je op je computer veel makkelijker met je muis de samples op maat knippen (terwijl dit op samplers met een soort getallen-meetlat werkt - 4 seconden sample-tijd is bijv. "17460" lang. Je moet dan met het draaiwieltje dus van 0 tot zoveel-zoveel door blijven rollen totdat je op een bepaald punt in je sampler bent gekomen, en dan een bewerking uitvoeren (knip het einde weg, knip het begin weg, knip alles weg behalve het geselecteerde stuk, timestretch, draai het stuk om, verander of normaliseer het volume - tja, zo primitief is 't nou eenmaal).
- een VA-synth ( geen echt idee wat dit is )
Vroeger had je nog geen synthesizers, je had wel toongeneratoren en filters die in labs gebruikt werden. Dit werd bij Theme of Dr. Who gebruikt om de soundtrack te maken - elk geluid dat je hoort is op maat gemaakt, 1 keer 'gesampled' door 'm op tape op te nemen, op verschillende toonhoogtes opgenomen, en toen met knippen & plakken achter elkaar gezet.
Dit kon natuurlijk makkelijker. Al wat langer bestonden er voor conservatoria modulaire synthesizers - dezelfde filters en toongenerators, maar nu aangestuurd door een toetsenbord, en verbonden door patchkabels (geluid uit oscillator > filter > volumecurve). Deze synths waren volstrekt onbetaalbaar.
Nu was er iemand genaamd Bob Moog die dit zag en eigenlijk iets voor muzikanten wilde maken. Hij pakte een paar van de populairste onderdelen bij elkaar (3 oscillators, 1 filter, 2 envelope curves, 1 versterker) en kwakte ze in 1 kleine, compacte verpakking - de Minimoog. Dit ding was nog flexibel genoeg om een hele hoop geluiden mee te maken, betaalbaar (nouja, wat heet betaalbaar - maar zeker minder duur dan die modulars) en kon zo op het podium gesleept worden.
De Minimoog kan maar 1 geluid per keer maken (hij is dus monofoon). De onderdelen waren discreet (diodes, weerstanden, condensatoren), en gevoelig voor temperatuursveranderingen. Wilde je een akkoord spelen, dan ging dat niet - of je moest 3 Minimoogs hebben. Bij de modulars ging dat overigens ook niet. Maar okee, de Mini kon dus wel als lead- of basinstrument worden ingezet, en je hoort 'm in de popmuziek voor 't eerst in Emerson, Lake & Palmer's "Lucky Man".
Natuurlijk staat de ontwikkeling niet stil en zijn er andere fabrikanten die er ook een gooi naar doen. Totdat er op een gegeven moment iemand op het idee komt om een polyfone synthesizer te maken. Dit had wel tot gevolg dat je de circuits moest kopieren, en da's gelijk de reden waarom dat polysynths uit die tijd over het algemeen maar 2 oscillators hadden (Prophet 5 > 5 stemmen a 2 oscillators == 10 oscillators, 5 filters, 10 envelope curves, tel maar op wat dat weegt en kost).
Echter, dit werd makkelijker dankzij de toepassing van IC's. Die waren minder temperatuurgevoelig. Het verschil wordt aangeduid met VCO (voor de discrete versie) en DCO (voor de IC-versie). Polysynths daalden opeens heel erg hard in de kosten, maar de originele 'warmte'.
Het doel van synthesizers was nog altijd klanken zo natuurgetrouw mogelijk na te maken; de reden dat je op sommige synths dus presets had met namen als "klarinet" en "trompet".
In 1983 kwam Yamaha met de DX-7 uit die gelijk vrolijk 16 stemmen had (vergeleken met 8 toendertijd als maximum; ook IC's nemen plaats in) en een hele hoop klanken zonder probleem kon namaken. Het duurde de andere fabrikanten een jaar of 6 om de schade in te halen - en toen dolf de DX het onderspit. Doordat computergeheugen steeds goedkoper werd kon je bijvoorbeeld niet een piano namaken, maar kon je deze gelijk samplen. Ergo, dat klonk allemaal weer realistischer dan wat er voor kwam, dus ging men daar op af.
En toen kwam de revolutie van de elektronische muziek. De oude analoge synths stonden vergeten voor een prikkie in de lommerd, en als je dan net begint koop je wat je kunt betalen - ergo, analoge synths!
Toen men in 1995 een keer erachter kwam dat er toch wel weer animo was voor met knoppen beladen bakken met sliders, lichtjes, en draaiknoppen zijn ze er toch weer mee begonnen. Maar omdat de conventionele manier van bouwen nog steeds duur was gebruikte men gewoon DSP's - en dat zijn dus VA-synthesizers - V voor Virtueel (omdat er geen echte VCO of DCO in zit) en A voor analoog (de manier waarop je geluid maakt - oscillator > filter > versterker. Eigenlijk is de juiste naam "subtractief" omdat je een golfvorm met veel harmonischen (zaagtandgolf, blokgolf) filtert (de randjes eraf vijlt), maar daar geven niet zoveel mensen meer om.
Waarom zou je zo'n ding nodig hebben? Nou, vrijwel elk trance-geluid dat je kunt verzinnen komt uit zo'n apparaat. Met oudere synths (Jupiter

gaat het ook, alleen is die niet standaard MIDI, heeft "maar" 8 stemmen, geen effecten (galm, echo, etc.) aan boord, en weegt makkelijk 25 kilo of zo.
- een sample-based synth ( ook geen idee wat dit is)
Een sample-based synth doet in feite niks anders dan een gewone ouderwetse polysynth, alleen anders. In plaats van een VCO of DCO met een basisgolfvorm pak je een chip die een sample afspeelt. De eerste sample-based synths (Roland D-50, Korg M1, E-mu Emulator) hadden die filter er vaak ook nog niet eens echt tussenzitten - de techniek om digitale filters te maken stond nog in de kinderschoenen, en het grote voordeel van zo'n sample-based ding was nou juist de polyfonie - zonder moeite 8 stemmen. Maar maak daar ook nog maar eens aparte filters voor, en als je digitale filters gebruikt, knal er dan maar een CPU in die het allemaal aankan!
Waarom zou je zo'n ding nodig hebben? Nou, behalve trance-geluiden wil je ook een goede bron van pads (letterlijk - opvul- en draaggeluiden, geluidstapijten) hebben. Je wilt misschien een melodie met piano spelen (Veracocha - Carte Blanche). Je wilt misschien gitaartjes hebben (ATB - 9 pm) of orgeltjes (2 Eivissa - Oh La La) die met een gewone VA niet zo makkelijk of helemaal niet te maken zijn. Een sample-based synth kan ook goed vocale geluiden namaken die met een VA vrijwel onmogelijk zijn (heeft ook weer met de manier te maken hoe je geluid opbouwt). Je wilt percussie - sample-based synths hebben ook nog vaak drum kits aan boord, elke toets is 1 drumgeluid. Heel handig, scheelt ook weer ruimte in je sampler.
- een mengpaneel ( dat kan ook via de pc ? )
Kan inderdaad. Maar bij meer apparatuur heb je een grotere break-out box nodig - geluidskaarten hebben vaak maar 1 of 2 ingangen (opname) en 1 of 2 uitgangen (softsynths). Ook is het lekker als je gewoon met schuifjes kan spelen.
- een midi-interface ( zit standaard toch bij een geluidskaart ? )
Niet altijd. Een hoop geluidskaarten hebben 'm niet (maar dat zijn gewoon de PCI-kaarten zelf) en hoogstens een lullig joystick-poort of USB to MIDI-kabeltje erbij. Een aantal geluidskaarten hebben een break-out box waar 2 midipoorten op zitten. Een aparte midi-interface (en zeker in het geval van Cubase) geeft een strakkere timing.
Dit kun je vergelijken met het volgende.
code:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
| Normaal:
MIDI --1-- --2-- --3-- --4--
00 ms : MESSAGE ..X....................
01 ms : MESSAGE ........X..............
02 ms : MESSAGE ..............X........
03 ms : MESSAGE ....................X..
LTB/AMT
MIDI --1-- --2-- --3-- --4--
00 ms : MESSAGE ..X.....X.....X.....X..
01 ms : MESSAGE .......................
02 ms : MESSAGE .......................
03 ms : MESSAGE ....................... |
LTB staat voor Linear Time Base (het protocol voor Cubase, AMT is hetzelfde, maar dan voor Logic) en het zorgt er voor dat midi-berichten zoals "sla deze noot aan" die op hetzelfde tijdstip moeten worden uitgevoerd over meerdere midi-outputs ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Een conventionele midi-interface zonder LTB zou deze berichten op volgorde van poort uitvoeren, dus eerst het bericht voor poort 1, dan een klokslag wachten, dan het bericht voor poort 2, etc. In een LTB-interface zit een buffergeheugen (omdat het versturen van informatie naar de interface ook serieel gebeurt (RS-232, USB) en het verschil tussen de onderlinge berichten is vrijwel nihil, in plaats van gebaseerd op de interne klok van de interface. Bij 1 of 2 midipoorten maakt dat nog niks uit, bij meer een hele hoop. Zeker bij de drums moet alles zo strak mogelijk lopen.
Klopt, maar da's een phrase sampler. Genoeg voor leuke drums en kleine vocals, dat wel.
• is een combinatie van een Samplebased synth en een VA synth (heeft min of meer een AN1x onboard)
Ho, stop! Dat is een PLG-150AN uitbreiding, en die is optioneel, maar die zit er niet zo maar bij! Voor de verdere rest ben ik 't 100% met je eens

.
[
Voor 56% gewijzigd door
Yoozer op 20-04-2004 17:59
]