Rataplan schreef op 16 februari 2004 @ 22:45:
Q.E.D.: als de toehoorder zich in zijn eigen kennis ingraaft, kan de spreker hem niks leren. Als de spreker zich niet in zijn gehoor inleeft, kan 'ie geen kennis overdragen. Beiden zijn verplicht zich tot op zekere hoogte in de ander te verplaatsen, anders wordt het inderdaad een verhaal van woordenboeken en wetteksten; en dat levert vaak wat op, maar zelden een goeie discussie over het onderwerp.
Mijn stelling zoals
* botoo die bovenstaand neerschreef, heb ik toentertijd gehanteerd, niet uitgaande van een discussie, maar meer van een pleitrede. De stelling is dus meer van toepassing op het geval waarin een spreker een gehoor voor zich moet zien te winnen, dan op een discussie waarbij input van beide kanten mogelijk is.

Ik heb de stelling niet helemaal van mezelf, het is een puntige samenvatting van enkele hoofdregels van de klassieke retorica, zoals die als wetenschap bestond bij de Grieken en later de Romeinen. Deze wetenschap der welsprekendheid was geheel gericht op het overreden van een publiek, maar het publiek werd nooit expliciet behandeld in de wetenschap. Het auditorium werd namelijk als een passief gegeven gezien, als hoorders die
te overreden zijn. De hele wetenschap was dus gericht op het perspectief van de spreker. Het uitgangspunt was dat elk publiek te overtuigen was. Bovendien ging Aristoteles uit van een ethisch neutrale retorica. De spreker moest dan ook elke visie kunnen verdedigen, aangezien niet op de inhoud van de visie, maar naar de effectiviteit van de overredingsmiddelen werd gefocusd. Kern van de Griekse overredingswetenschap ná Plato was dan ook:
élk publiek kan in beginsel van élk standpunt overtuigd worden.
Een zeer positief uitgangspunt als je je werk ervan wilt maken.

In zoverre is de stelling als zodanig dus niet altijd even bruikbaar, gezien het feit dat een waardevolle discussie soms ook vereist dat wordt toegegeven dat het niet haalbaar is om de discussiepartner te overtuigen. Soms eist het fatsoen of de redelijkheid in een moderne discussie dat men gewoon toegeeft niet het sterkste standpunt te hebben. Iets wat voor de klassieke redenaars een ondenkbare move zou zijn geweest.

De klassieke retorica kan dan ook een aardige leidraad zijn bij het leren overtuigen, maar is niet toereikend als methode om te leren discussiëren, gewoonweg omdat het daar niet voor ontworpen is.
Om even helemaal offtopic te gaan:
anders wordt het inderdaad een verhaal van woordenboeken en wetteksten; en dat levert vaak wat op, maar zelden een goeie discussie over het onderwerp.
Daar moet ik dan toch ook even op ingaan natuurlijk. Het verhaal van woordenboeken spreekt mij minder tot de verbeelding, omdat ik wel een goed taalgevoel heb, maar linguïstiek niet mijn specialisme is. Daarom klamp ik even aan bij de 'wetteksten'. Ik ben het namelijk niet eens met de stelling dat als je je niet in je discussiepartner verplaatst, je dán een verhaal van wetteksten krijgt. Het is namelijk niet zo dat de wet zaligmakend en uni-interpretabel is. Gelukkig niet, dan hadden mensen als ik geen werk.

De enige die zich met het blote beroep op de tekst van de wet en daarnaast een autoriteitsargument (ik zeg het dus dan is het zo) van een zaak af kan maken, is het rechtscollege van de Hoge Raad der Nederlanden. Voor alle anderen die zich met de wet bezig houden, blijft het een spel van interpretatie en spelen met de situatie. Elk mens is anders, elke jurist leest de wet zoals die hem op dat moment het beste uitkomt. Als de wetgever feilloos en volledig sluitend zou kunnen formuleren zou die ruimte er niet moeten zijn, maar de beperkingen die 'taal' überhaupt in zich bergt, zorgen ervoor dat dat nooit uit te bannen is denk ik. Kortom, ook of
juist in het geval dat de wet eraan te pas komt, onstaat er ruimte voor discussie en verschil van inzicht. Het enige verschil met een doorsnee discussie is, dat het rechtsverkeer uiteindelijk vraagt om de knoop door te hakken, om geen rechtsonzekerheid te laten bestaan. Er moet dus altijd een autoriteit zijn zoals de Hoge Raad, die zegt: OK, zo is het en niet anders. Maar iedereen die niet de Hoge Raad is (verreweg de meeste juristen en andere Nederlanders naar wij mogen aannemen

) heeft dus een behoorlijke ruimte om van inzicht te verschillen over bepaalde regels, afhankelijk van de concrete situatie.

Dan moet je goed naar je tegenspeler luisteren, anders trek je onherroepelijk aan het kortste eind. Ik wil dus een beetje het imago wegnemen dat juristen kortzichtige regel- en artikelopdreuners zijn, want als dat zo was, dan zou er volstrekt geen sprake kunnen zijn van rechtswetenschap en dat is naar ik meen toch zeker het geval.

offtopic:
Ik vind discussies hier sowieso erg vaak over letterlijke (!) interpretaties (!) gaan, wat mij ervan weerhoudt er heel veel aan deel te nemen. Maar daar was een ander draadje voor, geloof ik.

Be our guest.
En weer ontopic:
En wat we ermee moeten...? +2 flamebait? -1 behulpzaam? Schiet mij maar lek

Ik had de reactie nog niet gemod, enigszins in afwachting van wat er hier uit zou komen. Nu ik de reactie ga modden kom ik hem tegen met inbegrip van zijn excuses voor mogelijke misvattingen over zijn bedoeling. Ik kan dan ook weinig anders dan 'm een +1 behulpzaam geven, aangezien hij toch met een oplossing aankomt en ik er aanvankelijk al geen flame in zag.

Nu staat-ie dan op 0,65 behulpzaam. 't Kan dus nog alle kanten op, maar +2 flamebait lijkt me geen score om naar te streven.
When I write my code, only God and I know what it means. One week later, only God knows.
Hell yes it's a Cuban Cigar, but I'm not supporting their economy, I'm burning their fields.