Elke videolijn met teletekst draagt 45 bytes data (360 bits). De eerste 2 bytes van elke lijn zijn zogenoemde clock run-in bytes ter synchronisatie van de teletext decoder in de ontvanger. Deze bytes worden gevolgd door een 'framing byte' om de start van data te markeren, 2 bytes met de pagina rijnummer en uiteindelijk 40 data bytes.
In een normale teletext pagina zitten maar 24 tekstrijen met 40 karakters elk.
Elke videolijn bevat data voor 1 enkele tekstrij, dus het verzenden van een complete pagina neemt 24 videolijnen in. De toprij van elke pagina bevat 32 weergegeven karakters, de overige 8 bytes worden gebruikt om de pagina/sub te nummeren meer pagina specifieke informatie. Zie verder: Enhanced Teletext Specifications, ETS 300 706, EBU/ETSI
Overigens is de bovengenoemde specificatie een erfenis uit de jaren 70, tegenwoordig zijn er al verschillende implementaties en uitbreidingen: level 1, level 1.5, level 2.5 en level 3.5. Op pagina 819 van NLD1 vind je een voorbeeld van een level 2.5 pagina.
Kortom, waarom basic? Omdat door het analoge karakter van een TVsignaal de hoeveelheid data dat getransporteerd word laag is (40 byte/frame oftewel 1000 bytes/sec effectief), en daardoor de mogelijkheden beperkt blijven. Met de invoering van digitale TV is gelijk een hoop meer mogelijk omdat dan ook de hoeveelheid dataverkeer toeneemt
[
Voor 36% gewijzigd door
Anoniem: 44568 op 10-12-2003 13:54
]