Het idee is ongeveer als volgt: men neme een stuk radioactief spul, zorgt ervoor dat er een stel losse neutronen zijn en breng zo een kettingreactie op gang, waarbij heel veel energie vrijkomt.
Het vinden van een los neutron is niet zo lastig, omdat alle radioactieve stoffen uit zich zelf vervallen en daarbij neutronen loslaten. Dit neutron wordt vervolgens in een ander atoom ingevangen, waar het zorgt voor een splitsing in twee ongeveer even grote delen. Hierbij gebeuren twee dingen:
• Er komen enkele neutronen vrij (drie, zeg ik uit mijn hoofd, maar dat kun je in een Binas wel uitvogelen)
• Er komt energie vrij
De vrijgekomen neutronen 'vliegen' door het materiaal rond en raken met wat geluk een atoom, dat op zijn beurt ook weer zal splijten. Niet elk neutron veroorzaakt een reactie, dus als er bij elke splitsing maar één neutron zou vrijkomen dan doofde de reactie vanzelf uit. Hoeveel neutronen er een reactie veroorzaken, is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid materiaal: je kunt je voorstellen dat een neutron makkelijker een reactie veroorzaakt als er meer atomen zijn om op te 'botsen'. In een kerncentrale wordt het aantal reacties zoveel mogelijk gelijk gehouden (gecontroleerde splitsing), maar in een atoombom moeten er zoveel mogelijk optreden. Om de reactie op gang te houden is dus een bepaalde massa nodig: de kritieke massa. Om te zorgen dat een bom niet uit zichzelf explodeert gebruikt men feitelijk twee aparte massa's die elk beneden de kritische massa liggen en die bij de ontploffing tegen elkaar aangeschoten worden om een object van meer dan de kritische massa te verkrijgen.
Naast het splijten van atomen komt er ook energie vrij. Dit is vrij simpel te verklaren. Van elk atoom kun je de verhouding tussen de bindingsenergie en het aantal deeltjes in de kern uitrekenen. Die blijkt bij zware stoffen als uranium groter te zijn: er is veel bindingsenergie per kerndeeltje
1. Als deze stof nu splijt, dan ontstaan er twee lichtere atomen die bij elkaar minder bindingsenergie 'nodig hebben' dan het grote atoom had. Er is dus energie over en die komt in de vorm van licht en warmte vrij. Dit is de feitelijke ontploffing van een atoombom. In een gewone kerncentrale wordt de vrijgekomen warmte gebruikt om generatoren aan te drijven die electrische energie opwekken.
1: Dit is niet helemaal correct. De bindingsenergie per deeltje is bij het element ijzer het kleinst. Bij lichtere atomen is de binding dus weer minder efficiënt.
[
Voor 4% gewijzigd door
odysseus op 19-03-2003 16:22
. Reden: voetnoot toegevoegd ]
Leven is het meervoud van lef | In order to make an apple pie from scratch, you must first create the universe.