De vandale meldt:
D of t bij werkwoorden
Schrijf een t:
in de 2e en 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd: jij gaat, hij vliegt, jij wordt, het gebeurt
in het voltooid deelwoord van werkwoorden die ch, f, k, p, s of x voor de uitgang -en hebben: gejuicht, gestoft, gemikt, gedipt, gelost, gefaxt enz.
Schrijf een d:
in het voltooid deelwoord van werkwoorden die b, g, l, m, n, r, v, w of z voor de uitgang -en hebben: gedubd, gezegd, gebold, geramd, gepind, gehoord, geloofd, geluwd, gepeesd enz.
in het voltooid deelwoord van werkwoorden waarvan de stam op een klinker of op ij eindigt: saunaën - gesaunaad; sleeën - gesleed; loeien - geloeid; vrijen - gevrijd; judoën - gejudood; jouen - gejoud; rugbyen - gerugbyd
Heeft de school dat toch even verkeerd gespeld...
D of t bij werkwoorden
Schrijf een t:
in de 2e en 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd: jij gaat, hij vliegt, jij wordt, het gebeurt
in het voltooid deelwoord van werkwoorden die ch, f, k, p, s of x voor de uitgang -en hebben: gejuicht, gestoft, gemikt, gedipt, gelost, gefaxt enz.
Schrijf een d:
in het voltooid deelwoord van werkwoorden die b, g, l, m, n, r, v, w of z voor de uitgang -en hebben: gedubd, gezegd, gebold, geramd, gepind, gehoord, geloofd, geluwd, gepeesd enz.
in het voltooid deelwoord van werkwoorden waarvan de stam op een klinker of op ij eindigt: saunaën - gesaunaad; sleeën - gesleed; loeien - geloeid; vrijen - gevrijd; judoën - gejudood; jouen - gejoud; rugbyen - gerugbyd
Heeft de school dat toch even verkeerd gespeld...
Gadgets FTW!