Ik heb net in een boek gelezen dat de Big Bang kan beschouwd worden als een fluctuatie in het quantumvacuum.
Dat wil zeggen dat er energie kan geleend worden uit het niets.
Dit wordt toegestaan door de onzekerheidsrelaties van Heisenberg omdat het hier gaat om periodes die veel korter zijn dan de Planck-tijd.
Ook moet er gezegd worden dat het 'niets' hier een heel ander 'niets' is dan wat we er meestal onder verstaan.
Het quantumvacuum bestaat namelijk uit ruimte-tijd wat een zekere structuur en curvatuur heeft en dus gehoorzaamd aan de regels van de quantumfysica.
Iets wat mij wel onduidelijk blijft is dat het idee van een quantumfluctuatie impliceert dat de Big Bang ontstaan moet zijn in een ruimte-tijd dimensie terwijl ik altijd had vernomen dat de ruimte-tijd dimensies pas enkele miniscule fracties van een seconde na de oerknal waren gevormd of beter waren opengeplooid.
Zie ik hier iets over het hoofd, of zit ik er totaal naast?
Dat wil zeggen dat er energie kan geleend worden uit het niets.
Dit wordt toegestaan door de onzekerheidsrelaties van Heisenberg omdat het hier gaat om periodes die veel korter zijn dan de Planck-tijd.
Ook moet er gezegd worden dat het 'niets' hier een heel ander 'niets' is dan wat we er meestal onder verstaan.
Het quantumvacuum bestaat namelijk uit ruimte-tijd wat een zekere structuur en curvatuur heeft en dus gehoorzaamd aan de regels van de quantumfysica.
Iets wat mij wel onduidelijk blijft is dat het idee van een quantumfluctuatie impliceert dat de Big Bang ontstaan moet zijn in een ruimte-tijd dimensie terwijl ik altijd had vernomen dat de ruimte-tijd dimensies pas enkele miniscule fracties van een seconde na de oerknal waren gevormd of beter waren opengeplooid.
Zie ik hier iets over het hoofd, of zit ik er totaal naast?