Sorry voor de chargering
. Laat me uitleggen wat ik bedoel.
Tegenwoordig is (voor zover ik weet) de supersnaar-theorie nog steeds de meest aanhangen theorie die een unificerend karakter heeft. Dat wil zeggen dat dit de meest succesvolle theorie is in het combineren van de natuurkundige formules op macro- en op micro-niveau.
Heel kort uitleggen wat deze theorie behelst is voor mij, als leek, niet makkelijk (dus kenners; verbeter mij waar nodig). Het komt er op neer dat deze theorie stelt dat alle deeltjes bestaan uit trillende snaartjes in plaats van balletjes of ander-vormige blobs van energie. Deze snaartjes hebben een massa van 0 en zijn 1-dimensionaal. De mate van trilling geeft aan welk deeltje het vormt.
Het leuke van deze theorie is dat het zo'n beetje alles kan verklaren. Vroeger waren natuurkundigen radeloos over de vraag waarom het niet mogelijk was om quarks los te peuteren uit deeltjes in deeltjesversnellers. De op dat moment geldende theorieen konden dat niet verklaren - maar de supersnaar theorie wel. Zij ging ervan uit dat 2 of 3 quarks vast zitten aan de uiteinden van de supersnaar (probleem 1: bij 3 quarks moet een snaar dus 3 uiteinden hebben wat wat lastig is voor iets dat 1 dimensionaal is).
Leuker was dat de zwaartekracht een vereiste kracht bleek te zijn in de supersnaar-theorie. Dat was leuk, want tot op dat moment was deze kracht nog het meest moeilijk in te passen. In de vorm van gravitonen werd de zwaartekracht een fundamenteel onderdeel.
En zo kon de theorie nog veel meer verklaren.
Nu is het lastige dat deze theorie alleen bestaat uit wiskundige vergelijkingen. Snaren kunnen we nog direct nog indirect waarnemen. We moeten maar 'geloven' dat ze er zijn. Maar dat gaat volgens mij soms nogal erg ver. Zo vereist een snaar-theorie tenminste 9 dimensies. Wat lastig is aangezien we er 3 (met fantasie 4) hebben. De overige 6 werden door middel van een wiskundige methode opgeruimd. Met andere woorden.....de andere zes werden zonder enig bewijs anders dat dan de formule anders niet klopt weggemoffeld! Hoe? Door ze op te rollen in hele kleine bolletjes. Kennelijk heeft tijdens de Big Bang iets plaatsgevonden waarvan 6 van de 9 dimensies ineens tot bolletjes inkrompen.
Mijn punt: De enige basis van de theoretische natuurkunde is de wiskunde. Natuurlijk is er sprake van enig empirisch bewijs door deeltjesversnellers, maar daar blijft het bij. Men stelt formules op die de werkelijkheid moeten weergeven en stelt die bij omdat ze wiskundig gezien niet kloppen. In feite is het niet meer dan een model dat een aantal waarnemingen kan verklaren. Maar is het de waarheid ook? Nee. Dat moeten we maar geloven.
Tegenwoordig is (voor zover ik weet) de supersnaar-theorie nog steeds de meest aanhangen theorie die een unificerend karakter heeft. Dat wil zeggen dat dit de meest succesvolle theorie is in het combineren van de natuurkundige formules op macro- en op micro-niveau.
Heel kort uitleggen wat deze theorie behelst is voor mij, als leek, niet makkelijk (dus kenners; verbeter mij waar nodig). Het komt er op neer dat deze theorie stelt dat alle deeltjes bestaan uit trillende snaartjes in plaats van balletjes of ander-vormige blobs van energie. Deze snaartjes hebben een massa van 0 en zijn 1-dimensionaal. De mate van trilling geeft aan welk deeltje het vormt.
Het leuke van deze theorie is dat het zo'n beetje alles kan verklaren. Vroeger waren natuurkundigen radeloos over de vraag waarom het niet mogelijk was om quarks los te peuteren uit deeltjes in deeltjesversnellers. De op dat moment geldende theorieen konden dat niet verklaren - maar de supersnaar theorie wel. Zij ging ervan uit dat 2 of 3 quarks vast zitten aan de uiteinden van de supersnaar (probleem 1: bij 3 quarks moet een snaar dus 3 uiteinden hebben wat wat lastig is voor iets dat 1 dimensionaal is).
Leuker was dat de zwaartekracht een vereiste kracht bleek te zijn in de supersnaar-theorie. Dat was leuk, want tot op dat moment was deze kracht nog het meest moeilijk in te passen. In de vorm van gravitonen werd de zwaartekracht een fundamenteel onderdeel.
En zo kon de theorie nog veel meer verklaren.
Nu is het lastige dat deze theorie alleen bestaat uit wiskundige vergelijkingen. Snaren kunnen we nog direct nog indirect waarnemen. We moeten maar 'geloven' dat ze er zijn. Maar dat gaat volgens mij soms nogal erg ver. Zo vereist een snaar-theorie tenminste 9 dimensies. Wat lastig is aangezien we er 3 (met fantasie 4) hebben. De overige 6 werden door middel van een wiskundige methode opgeruimd. Met andere woorden.....de andere zes werden zonder enig bewijs anders dat dan de formule anders niet klopt weggemoffeld! Hoe? Door ze op te rollen in hele kleine bolletjes. Kennelijk heeft tijdens de Big Bang iets plaatsgevonden waarvan 6 van de 9 dimensies ineens tot bolletjes inkrompen.
Mijn punt: De enige basis van de theoretische natuurkunde is de wiskunde. Natuurlijk is er sprake van enig empirisch bewijs door deeltjesversnellers, maar daar blijft het bij. Men stelt formules op die de werkelijkheid moeten weergeven en stelt die bij omdat ze wiskundig gezien niet kloppen. In feite is het niet meer dan een model dat een aantal waarnemingen kan verklaren. Maar is het de waarheid ook? Nee. Dat moeten we maar geloven.