• Essence
  • Registratie: Januari 2002
  • Laatst online: 13-09-2011
Zoals jullie wellicht allemaal weten zijn priemgetallen gedefinieerd als getallen die alleen door zichzelf deelbaar zijn en door 1.
Dus: 2, 3, 5, 7, 11 13, 17, 19, 23, etc.

Er bestaan vele formules in de wiskunde die te maken hebben met priemgetallen, maar wat ik mij afvraag is het volgende. Bestaat er in de natuur een verschijnsel of directe uiting van priemgetallen(relaties)? Kortom, is er een bredere (fundamentelere) betekenis van het begrip priemgetal te geven of is het alleen een wiskundige definitie die nergens in de systemen in de natuur zijn weerslag vindt?

  • Dido
  • Registratie: Maart 2002
  • Laatst online: 19:25

Dido

heforshe

Ik kan zo gauw niets bedenken, maar ik kan eigenlijk ook niet bedenken waar de meeste rest van de getallen terugkomen in de natuur...

het getal 0? (of 1, 2, 3, 4, 27946128, 798402.43828) ?
en als je die al vindt, -1?

Wat betekent mijn avatar?


  • Diadem
  • Registratie: Maart 2000
  • Laatst online: 31-05-2023

Diadem

fossiel

Ik weet wel dat de getallen van fibonacci terugkomen in oa bladerpatronen rond stengels van bloemen en op nog een andere plekken. Bladeren staan vaak in een soort spiraal omhoog en het blijkt vaak dat er per cirkel dan 3 of 5 of 8 enz bladeren staan.

getallen van fibonacci is de volgende serie: 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, etc. f(n) = f(n-1) + f(n-2)

Maar priemgetallen? Ik zou het niet weten, volgens mij niet.

Build a man a fire, and he'll be warm for a day. Set a man on fire, and he'll be warm for the rest of his life - Terry Pratchett


  • Confusion
  • Registratie: April 2001
  • Laatst online: 01-03-2024

Confusion

Fallen from grace

Volgens mij zijn er redelijk wat links tussen priemgetallen en fractals, waarbij allerlei natuurlijke verschijnselen, zoals de door Diadem genoemde nervensystemen in bladeren, dan weer door fractals beschreven worden.

Een ander mooi voorbeeld is te vinden in The Blind Watchmaker van Dawkins. Hij beschrijft een insektensoort waarvan twee varianten 'levensritmes' van 13 en 17 jaar hebben. De ene soort kruipt uit het ei, is enige tijd heel aktief met eten en paren, legt eitjes en gaat dood. De eitjesblijven 13 jaar liggen en dan herhaalt de cyclus zich. Een variant van de soort heeft eitjes die 17 jaar blijven liggen. Het is niet onwaarschijnlijk dat de overlevende soorten de soorten met priemjaren als cyclus zijn, omdat elke andere combinatie veel meer delers zou hebben en dus vaker gezamelijke 'uitbarstingen' zou opleveren, die nadeel voor beide soorten oplevert (door concurrentie over dezelfde voedselbron). Slechts eens in de 221 jaar komen deze soorten met priemgetallen als cyclus elkaar tegen.

Wie trösten wir uns, die Mörder aller Mörder?