Er zijn bij mij rekeningen op m’n naam geopend die ik nooit heb aangevraagd.
Die rekeningen zijn gebruikt voor fraude.
Wat me compleet van m’n stoel blies: de manier waarop de Nederlandse wetgeving en klachteninstanties zijn ingericht laat zulke grote gaten open dat slachtoffers vaak volledig klem komen te zitten.
De politie en het OM zeggen gelijk: “civiel” (dus geen strafzaak, want geen tijd voor die onzin!).
Dat betekent: het is een probleem tussen jou en de bank. Banken spelen dan een lange, formele procedure uit waar jij als particulier weinig tegenover kunt zetten.
Bewijslast & bewijswaarde
Als er geen harde identificatiefout kan worden aangetoond (zoals een video-opname waar jij geen toegang tot had), is het vrijwel onmogelijk te bewijzen dat jíj het niet was.
Dat is precies het grijze gebied waar fraudeurs én organisatorische fouten samenkomen.
Kifid-grenzen
Kifid behandelt klachten over financiële dienstverlening, maar in de praktijk komen veel zaken op het randje uit.
Als er geen directe klantrelatie of expliciete opdracht is met de verdachte rekening, wordt een klacht al snel minder kansrijk of zelfs “niet-behandelbaar” verklaard.
Dat is een keiharde juridische drempel voor slachtoffers.
De Nederlandse rechter lijkt hier niets aan te willen veranderen. Vaak wordt gedacht dat “het allemaal aannemelijk genoeg is”, zelfs zonder concreet bewijs. Dat maakt de weg via de rechter voor slachtoffers zelden effectief.
Privacy-regels & NAW-inzage
Banken verschuilen zich achter privacywetgeving of vertrouwelijkheid.
Daardoor geven ze vaak geen (of slechts beperkte) inzage in wat er bij de aanvraag is vastgelegd: logs, IP-adres, gebruikte device-ID, of de identificatiemethode.
Zonder die informatie sta je bewijs-technisch zwak.
Technische gaten bij remote onboarding
Veel banken gebruiken grotendeels automatische processen: ID-scans, video-ID, selfies en AI-validatie.
Dat werkt snel, maar niet waterdicht: vervalste of synthetische ID’s, gehuurde telefoons of virtuele omgevingen kunnen soms door de controles glippen.
Het is vervolgens bijna onmogelijk om als buitenstaander aan te tonen waar die fout precies zat.
Herstelmechanismen ontbreken
Zelfs als de bank later toegeeft dat er iets misging, blijft het vaak onduidelijk of:
de frauduleuze rekening echt wordt verwijderd,
negatieve registraties (BKR/IVR/EVR) worden gecorrigeerd,
of schade ooit wordt vergoed.
In de praktijk blijft het dan bij: “we begrijpen dat dit vervelend is”, maar wat te doen?
Die rekeningen zijn gebruikt voor fraude.
Wat me compleet van m’n stoel blies: de manier waarop de Nederlandse wetgeving en klachteninstanties zijn ingericht laat zulke grote gaten open dat slachtoffers vaak volledig klem komen te zitten.
Wat er in de praktijk misloopt (de pijnpunten)
Civiel vs strafDe politie en het OM zeggen gelijk: “civiel” (dus geen strafzaak, want geen tijd voor die onzin!).
Dat betekent: het is een probleem tussen jou en de bank. Banken spelen dan een lange, formele procedure uit waar jij als particulier weinig tegenover kunt zetten.
Bewijslast & bewijswaarde
Als er geen harde identificatiefout kan worden aangetoond (zoals een video-opname waar jij geen toegang tot had), is het vrijwel onmogelijk te bewijzen dat jíj het niet was.
Dat is precies het grijze gebied waar fraudeurs én organisatorische fouten samenkomen.
Kifid-grenzen
Kifid behandelt klachten over financiële dienstverlening, maar in de praktijk komen veel zaken op het randje uit.
Als er geen directe klantrelatie of expliciete opdracht is met de verdachte rekening, wordt een klacht al snel minder kansrijk of zelfs “niet-behandelbaar” verklaard.
Dat is een keiharde juridische drempel voor slachtoffers.
RechterKifid 2024-1012 en Kifid 2024-1013 laten zien hoe de wet slachtoffers van identiteitsfraude laat vallen
In beide dossiers claimden consumenten dat er rekeningen op hun naam waren geopend zonder hun medeweten. De banken verwezen naar “correcte procedures”: ID-scans, onboarding-flows, interne controles. Toch bleken er transacties en aanvragen die niet door de echte personen waren gedaan.
Kifid zei in beide gevallen:
“De klacht is niet-behandelbaar omdat er geen klantrelatie bestond.”
Met andere woorden: omdat de consumenten zélf die rekeningen niet hadden geopend, werden ze juridisch niet gezien als “klant” en viel hun klacht buiten de bevoegdheid van Kifid.
Resultaat: de bank blijft buiten schot, de fraude blijft onverklaard, en het slachtoffer krijgt geen inzage of herstel.
De Nederlandse rechter lijkt hier niets aan te willen veranderen. Vaak wordt gedacht dat “het allemaal aannemelijk genoeg is”, zelfs zonder concreet bewijs. Dat maakt de weg via de rechter voor slachtoffers zelden effectief.
Privacy-regels & NAW-inzage
Banken verschuilen zich achter privacywetgeving of vertrouwelijkheid.
Daardoor geven ze vaak geen (of slechts beperkte) inzage in wat er bij de aanvraag is vastgelegd: logs, IP-adres, gebruikte device-ID, of de identificatiemethode.
Zonder die informatie sta je bewijs-technisch zwak.
Technische gaten bij remote onboarding
Veel banken gebruiken grotendeels automatische processen: ID-scans, video-ID, selfies en AI-validatie.
Dat werkt snel, maar niet waterdicht: vervalste of synthetische ID’s, gehuurde telefoons of virtuele omgevingen kunnen soms door de controles glippen.
Het is vervolgens bijna onmogelijk om als buitenstaander aan te tonen waar die fout precies zat.
Herstelmechanismen ontbreken
Zelfs als de bank later toegeeft dat er iets misging, blijft het vaak onduidelijk of:
de frauduleuze rekening echt wordt verwijderd,
negatieve registraties (BKR/IVR/EVR) worden gecorrigeerd,
of schade ooit wordt vergoed.
In de praktijk blijft het dan bij: “we begrijpen dat dit vervelend is”, maar wat te doen?
[ Voor 3% gewijzigd door praktijkpijn op 22-10-2025 08:01 ]