Of je vraagt gewoon je verhuurder om toestemming voor een wat definitievere oplossing van deze zelfaangebrachte voorziening (ZAV). Zie
art. 7:215 lid 1, 2 en 6 BW (ik heb onderstreept):
1 De huurder is niet bevoegd de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen dan na schriftelijke toestemming van de verhuurder, tenzij het gaat om veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten kunnen worden ongedaan gemaakt en verwijderd.
2 Indien het de huur van woonruimte betreft, verleent de verhuurder binnen acht weken de toestemming in ieder geval, indien de voorgenomen veranderingen de verhuurbaarheid van het gehuurde niet schaden, dan wel niet leiden tot een waardedaling van het gehuurde.
6 Van de voorgaande leden kan niet ten nadele van de huurder worden afgeweken, tenzij het de buitenzijde van gehuurde woonruimte betreft.
Je verhuurder kan gezien lid 2 niet weigeren, tenzij de verhuurbaarheid van de huurwoning wordt geschaad of de waarde van de huurwoning erdoor zou dalen. Als je geen toestemming krijgt, kun je altijd nog een oplossing bedenken die valt onder de standaard uitzondering onder lid 1 (veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten kunnen worden ongedaan gemaakt en verwijderd).
Het voordeel van toestemming is tweeledig:
- je hoeft de verandering niet ongedaan te maken (
art. 7:224 lid 2 BW en
art. 7:242 lid 2 BW)
- de oplossing hoeft niet of minder tijdelijk te zijn en is mogelijk veel prettiger in gebruik
Overigens moet je opletten of je voor je huidige 'tijdelijke' ZAV niet sowieso toestemming nodig is, maar dat is wat lastig inschatten. Ga ook in je contract na of je e.e.a. weer mag verwijderen bij einde huur, want
art. 7:216 lid 1 BW is van regelend recht. Als dat recht niet wordt uitgesloten is de keuze dus aan jou om een ZAV die je met toestemming plaatst weer te verwijderen of niet.
Risico van toestemming vragen is dan weer dat je verhuurder 'nee' zegt en dan moet je mogelijk procederen. Maar weigeren is voor de verhuurder wel een vrij groot risico, want een rechter moet de ZAV toestaan als de uitzonderingen in lid 2 niet van toepassing zijn. Zie art. 7:215 lid 4 BW:
4 De rechter wijst de vordering in ieder geval toe, indien de verhuurder op grond van lid 2 toestemming had behoren te geven. In andere gevallen wijst hij de vordering slechts toe, indien de veranderingen noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van het gehuurde door de huurder of het woongenot verhogen en geen zwaarwichtige bezwaren aan de zijde van de verhuurder zich tegen het aanbrengen daarvan verzetten.
Een rechtszaak verliest de verhuurder dus vrij waarschijnlijk als de weigering nergens op sloeg. Je mag vorderen dat de verhuurder de kosten van een ZAV vergoedt als de ZAV niet ongedaan kan worden bij einde huurovereenkomst, maar rechters kennen die vergoeding meestal niet toe.
Hou er wel rekening mee dat het op een forum zoals dit niet mogelijk is om alle feiten te overzien. Mede daarom blijft elk risico dat samenhangt met handelen naar wat ik noem bij jou.
Voor onbepaalde tijd ben ik gestopt met reageren op dit forum.