Vanwege het overlijden van de laatste ouder is de volgende situatie ontstaan:
Drie erfgenamen (kinderen) en een bepaling in het testament dat een van de kinderen het zakelijk recht van gebruik en bewoning gelegateerd krijgt. Betekend dat de kinderen alledrie eigenaar worden van 1/3 van de woning, voor twee van hen in de vorm van bloot eigendom.
Klopt het dat bloot eigendom fiscaal gezien word als niet opeisbare vordering en als zodanig niet opgegeven word als vermogen in box 3?
Belastingdienst geeft onderstaande aan:
AIs 1 van uw ouders overleden? En waren zij getrouwd? Dan kunt u een niet-opeisbare vordering op de overgebleven ouder hebben gekregen. Of u hebt het bloot eigendom gekregen van een bezitting waarvan de overgebleven ouder het vruchtgebruik heeft. U hoeft deze bezittingen niet aan te geven in box 3. Als u een niet-opeisbare vordering hebt op de overgebleven ouder, dan heeft de overgebleven ouder een schuld aan u. De overgebleven ouder kan deze schuld niet aangeven in box 3. De overgebleven ouder houdt ook geen rekening met het bloot eigendom, maar moet de volle waarde van de bezitting aangeven.
Drie erfgenamen (kinderen) en een bepaling in het testament dat een van de kinderen het zakelijk recht van gebruik en bewoning gelegateerd krijgt. Betekend dat de kinderen alledrie eigenaar worden van 1/3 van de woning, voor twee van hen in de vorm van bloot eigendom.
Klopt het dat bloot eigendom fiscaal gezien word als niet opeisbare vordering en als zodanig niet opgegeven word als vermogen in box 3?
Belastingdienst geeft onderstaande aan:
AIs 1 van uw ouders overleden? En waren zij getrouwd? Dan kunt u een niet-opeisbare vordering op de overgebleven ouder hebben gekregen. Of u hebt het bloot eigendom gekregen van een bezitting waarvan de overgebleven ouder het vruchtgebruik heeft. U hoeft deze bezittingen niet aan te geven in box 3. Als u een niet-opeisbare vordering hebt op de overgebleven ouder, dan heeft de overgebleven ouder een schuld aan u. De overgebleven ouder kan deze schuld niet aangeven in box 3. De overgebleven ouder houdt ook geen rekening met het bloot eigendom, maar moet de volle waarde van de bezitting aangeven.