A Lurker schreef op vrijdag 9 september 2022 @ 13:46:
[Afbeelding]
Ze zijn van start gegaan! De SR41 is eigenlijk na een paar minuten direct een stuk minder fel dan de rest, maar wel een heel stuk feller dan degene die ik 3/4 dagen geleden aangezet heb met de LR41's die al lang op 1.3v zitten. Dat bevestigt de verhoogde weerstand en is eigenlijk wel goed nieuws. Als ie dit nu vol kan houden zou t mooi zijn.
[Afbeelding]
De 1.5V Alkaline die ik los gekocht heb begint als eerste op te geven. Maar goed die waren dan ook maar 13c per stuk. Het lampje van amazon+3 LR41 was 57 cent per stuk. De SR41 zit nu ongeveer op dezelfde sterkte als de amazon-batterijen. Ter referentie ook het lampje wat ik 4 dagen geleden al had aangezet; die gaat al prima door, zij het hetzelfde constante te lage pitje.
Edit: update na 4 uur branden.
Teleurstellende resultaten. De zilveroxide en de amazon-batterijen (alkaline) gaan gelijk op. Bij doormeten blijken de zilveroxide SR41 niet bijster goed. Misschien gezien de capaciteit precies wat je zou verwachten (~40mAh) maar gezien er 3 batterijen in een lampje gaan en dan eigenlijk al vrij snel een zwak lichtsignaal....dat is het niet waard.
Volgende wordt een keyfob proberen op 1 of 2 CR2016's. Tronic (LIDL) biedt die betaalbaar aan en dat merk heb ik tot nu toe goede ervaringen mee gehad. Kijken of daar de eigenschappen gunstiger zijn en je niet vooral gewoon weerstand ondervind
Maar goed, dit topic kan in principe dicht, tenzij jullie benieuwd zijn naar de verwikkelingen. Iig bedankt voor het meedenken allemaal!
Ik vind het leuk om te zien hoe je hier zo mee bezig bent en de theorie en de praktijk aan elkaar probeert te verbinden.
Ik heb een aantal getallen nog even iets verder uitgewerkt voor je, die kunnen helpen met het begrijpen van wat je precies aan het doen bent en waarom leds zo raar zijn.
Normale weerstanden hebben een lineair verloop. Daarmee willen we zeggen: bij een verdubbeling van de spanning die over de weerstand wordt gemeten (de 'spanningsval'), volgt ook een verdubbeling van de stroom die door de weerstand loopt. Neem bijvoorbeeld een 120 Ohm weerstand: Zet je hier een spanning van 12V overheen, dan zal er een stroom gaan lopen van:
U = I * R
12V = I * 120Ohm
12 / 120 = I = 0,1A
Verdubbel je de spanning? Dan wordt de stroom dus 24 / 120 = 0,2A.
Dit zorgt voor een hele eenvoudige stroom/spanning grafiek die er als volgt uit ziet:
Leds, zoals eerder in het topic al benoemd, zijn geen zuiver ohmse weerstanden, waarmee we willen zeggen: de stroom/spanning grafiek loopt niet lineair. De grafiekjes die eerder in het topic zijn getoond laten al zien dat de stroom enorm snel oploopt bij een hogere spanning. Dat verloop is min of meer exponentieel. De stroom/spanningscurve van een witte led kan heel aardig worden benaderd met deze functie:
Als je voor een aantal willekeurige punten de wet van Ohm hierop loslaat, ga je uiteenlopende resultaten krijgen voor de weerstandswaarde van de led. Bij een hele lage spanning over de led vind je hele hoge weerstandswaarden, en voor hele hoge spanningen ga je hele lage weerstandswaarden ontdekken. Je kunt hiervoor een grafiek maken van het 'weerstandequivalent' van de led bij verschillende spanningen:
Met deze kennis kun je bepalen hoeveel stroom er gaat lopen door jouw circuit bij een bepaalde batterijspanning. De led en de interne weerstanden van de batterijen zijn immers in serie geschakeld met elkaar.
Laten we er nu vanuit gaan dat de weerstanden van de batterijen gelijk zijn (allemaal 15 Ohm), en deze weerstand hebben ongeacht verdere omstandigheden zoals temperatuur. Dit is geen reële afspiegeling van de werkelijkheid, maar bij lage stromen waarbij de batterij niet noemenswaardig opwarmt is dit een redelijke benadering. Gegeven de bovenstaande weerstandsgrafiek van de led, merk je dan dat bij hoge spanningen (dus wanneer de batterijen nog nieuw zijn) de weerstand van de led erg laag is, zelfs in vergelijking tot de interne weerstand van de batterijen. Dit kan duidelijker worden gemaakt met de volgende afbeelding:
Hierin is de totale weerstand van het hele circuit (interne weerstanden van de batterijen + weerstandsequivalent van de led) als 100% genomen bij verschillende spanningen, en wordt gekeken naar het aandeel dat de componenten hebben in deze totale weerstand. Bij lage spanningen is het grootste deel van de weerstand afkomstig van de led, maar zodra de spanning begint op te lopen begint de batterij een steeds groter aandeel te krijgen in de totale weerstand, omdat de weerstand van de led bij hoge spanningen drastisch afneemt.
De verhouding van de weerstanden tussen componenten bepaalt ook de verhouding waar de energie wordt verbruikt. In een serieschakeling met een weerstand van 90 Ohm en 10 Ohm wordt 90% van het vermogen opgenomen in de 90 Ohm weerstand, en de overige 10% in de 10 Ohm weerstand. Dus realiseer je dat, op basis van bovenstaande figuur, bij hoge spanningen de meeste energie wordt verbruikt in de weerstand van de batterij zelf.
Omdat de totale weerstand van het circuit steeds lager is bij een hogere spanning (door de led), neemt de stroomsterkte sterker dan lineair toe wanneer de spanning hoger wordt:
Dit heeft een ander belangrijk gevolg, namelijk het vermogen dat in het circuit wordt opgenomen. Het vermogen dat wordt opgenomen door een bepaald component kan worden berekend op twee manieren:
P = U * I
(P = vermogen in Watt, U = spanningsval over component in Volt, I = stroom door component in Ampère)
P = I² * R
(P = vermogen in Watt, I = stroom door component in Ampère, R = weerstand van component)
Beide formules leiden tot dezelfde uitkomst.
Bij een ohmse weerstand gaat dit al hard: Verdubbelt je de spanning over een component, dan verdubbelt de stroomsterkte ook. Volgens de eerste formule neemt het component dan dus vier keer zoveel vermogen op.
Maar er is hier geen sprake van een ohmse weerstand: de weerstand van de led neemt af naarmate de spanning toeneemt. Daardoor gaat de toename van het opgenomen vermogen door het circuit nog veel harder:
In deze grafiek kan je zien dat het opgenomen vermogen explosief toeneemt bij een verhoging van de spanning. Tegelijkertijd is ook te zien dat een steeds groter deel van het totale opgenomen vermogen in de interne weerstand van de batterij gaat zitten, en steeds minder in de led. Dat betekent dat bij hoge batterijspanningen het merendeel van de energie uit de batterij wordt gebruikt om de batterij op te warmen (dat is wat een weerstand doet), en slechts een klein deel wordt gebruikt om licht te genereren in de led.
Hoe zie jij dit? Nou, je neemt waar dat de leds met nieuwe batterijen aanvankelijk heel fel branden, maar dat dat erg snel afneemt. Kijkend naar de grafieken is dat heel logisch, want met nieuwe batterijen loopt er een geweldig grote stroom door het circuit en neemt de led dus veel vermogen op, waarmee het veel licht genereert. Maar deze fase duurt niet erg lang, want de stroom die loopt is gigantisch en de batterij wordt snel leeg getrokken. Bij 4,5V loopt er ongeveer 80mA. Stel dat de batterij al zijn energie (de 41mAh) kan afgeven op deze spanning, zou je net genoeg hebben voor een halfuurtje een led laten branden.
Wanneer de batterij leger raakt, neemt de spanning af waardoor het systeem meer naar links trekt in de grafiek. De stroomsterkte neemt snel af, waardoor ook het opgenomen vermogen sterk afneemt. De lichtsterkte van de led zal vervolgens langzaam afglijden terwijl de batterij verder leeg loopt.
In het ideale geval (waarin je de led continu op de nominale spanning kunt houden) loopt er 20mA door de led heen. Met batterijtjes van 41mAh kan je dan dus rekenen op ongeveer 2 uur licht. Je krijgt langer lichtopbrengst omdat de batterijspanning verder wegzakt waarbij er minder stroom loopt. De led brandt dan duidelijk minder fel, maar de batterij loopt wel veel minder snel leeg. Dit is waarschijnlijk het geval voor het overgrote deel van de ~50 uur lichtopbrengst die je noemt, de batterijspanning is dan al onder de 1V gezakt en de totale stroom is dan tot een heel laag niveau gereduceerd, maar dat kan de batterij nog wel voor een geruime tijd leveren.
Tot slot zal ik ook nog even antwoord geven op je vragen:
Verder zie ik overal eigenlijk veel lagere spanningen voor een witte LED. Er wordt overal eigenlijk 3-3.5V genoemd. Terwijl op ~3.8V de LED die ik heb eigenlijk totaal niet fel is.
Meet eens met een multimeter de spanning die je echt hebt op dat moment. Want je bepaalt nu 3,8V op basis van de spanning die de batterijen hebben wanneer je ze los meet. Maar zoals in de bovenstaande uitleg is te zien: de batterijen hebben een weerstand en zorgen voor een deel van de spanningsval. Sterker nog, op 3,8V is de interne weerstand van de batterijen goed voor ongeveer de helft van de totale weerstand in het circuit. Dat betekent dat de led zelf nog maar een spanningsval van 1,9V heeft, en dan is de led inderdaad niet zo fel.
Weerstandsmetingen moet je met losse componenten doen, spanningsmetingen altijd wanneer het circuit in bedrijf is.

- Hoe weet ik hoeveel volt mijn LED 'aan' kan/wat verstandig is voor langdurig gebruik?
- Hoe zit het met LEDs en verschillende voltages; is die 3-3.5V een soort van universele waarheid voor witte LEDs (wat lijkt te zijn als je snel ff googled op LED voltages), of ligt het maar net aan hoe de LED ontworpen is en zijn sommige LEDs voor (veel) hogere voltages ontworpen?
Niet, je moet gewoon uitgaan van wat de specificaties van de led voorschrijven. Wel kan je er ongeveer vanuit gaan dat bepaalde kleuren leds het best werken bij bepaalde spanningen. Dat heeft te maken met het materiaal waarmee de led is opgebouwd, en het materiaal bepaalt de kleur die erdoor wordt uitgestraald. Rood en oranje zitten vaak rond de 1,8V, geel net boven de 2,0V, groene leds kunnen zowel 2,2-2,4V als 3,3V zijn, blauwe leds rond de 3,3V, en wit en UV leds zitten rond de 3,5V. Witte leds zijn namelijk (vaak) gewoon UV leds met een fosforlaagje dat het UV licht omzet in wit licht, net zoals een TL-lamp. Daarom dat je op witte leds ook zo'n geel puntje ziet.
Een led kan best kortdurend een hogere spanning aan dan ideaal is voor de led. Hierbij moet je je realiseren dat de extra energie verloren gaat in warmte, en een led in een plastic huisje zit waar het de warmte slecht kwijt kan. Ook is er wel een maximum waarboven de led daadwerkelijk stuk gaat, en dat is vaak rond 10x de nomimale stroomsterkte. Bij de leds die jij gebruikt is de nominale stroomsterkte 20mA, dus boven de 200mA is vaak direct stuk.
[
Voor 23% gewijzigd door
naarden 4ever op 12-09-2022 11:21
]