Beste AZ-ers,
Mijn vrouw studeert een voltijd HBO-opleiding Logopedie. Momenteel is zij met haar afstudeeronderzoek bezig.
Middels EMG (Electromyography) gaat zij onderzoeken hoe twee revalidatietechnieken (CTAR en TtPp) voor mensen met een slikstoornis zich tot elkaar verhouden en of een combinatie (tegelijkertijd uitvoeren) van die twee revalidatietechnieken een toename in spieractiviteit laat zien.
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder +/- 40 gezonde personen (mannen en vrouwen) in de leeftijd van 18 tot 30 jaar.
Omdat ik enigszins technisch en wiskundig onderlegd ben
heeft mijn vrouw mij gevraagd met haar mee te kijken hoe de data straks geïnterpreteerd en genormaliseerd kan worden. Daarnaast hebben we gisteren zitten kijken naar welke statistische toets ze moet toepassen op haar onderzoeksresultaten.
De ruwe data uit de EMG wordt straks, na diverse normalisaties en transformaties, per proefpersoon in mV opgeslagen. Zowel een sEMG maximum (piekwaarde) als een RMS (Root-mean-square) waarde. For the sake of simplicity focus ik me in dit topic maar op 1 (momenteel fictieve) reeks waarde per proefpersoon.
Vanuit de opleiding wordt KEUZE TOETS als bron aangehaald om te bepalen welke toets je moet doen.
Wij hebben hier gisteren samen naar gekeken en we komen er niet echt aan uit. Omdat we niet weten of we ieder proefpersoon als "groep" moeten zien.
Ook zou ze alle proefpersonen als 1 groep kunnen zien en dat de eerste metingen per proefpersoon de referentie is. Mochten het dus meerdere groepen zijn, dan denken we dat de data ongepaard is.
Wel zijn we er over uit dat het feitelijk 4 losse onderzoeken (Toename CTAR isometrisch en isotonisch, alsmede Toename TTPP isometrisch en isotonisch) zijn. Ieder met hun eigen toets, op basis van de uitkomsten van de metingen.
Omdat we momenteel nog geen echte meetdata hebben, kunnen we ook niet vaststellen of het een normaal- of niet-normaal verdeelde uitkomst wordt. Wel zijn we beide overtuigd dat het een numerieke (continue) uitkomst gaat zijn. Dit omdat de uitkomsten niet categorisch zijn, maar een percentage (ratio) in toename in spieractiviteit.
Vanwege (langdurig) zieken in het docententeam is er momenteel ook niemand die haar vraag kan beantwoorden. Pas over 3 weken verwachten ze een "expert" te hebben die haar verder kan helpen. Zo lang hebben we helaas niet.
Derhalve heb ik geopperd om mijn achterban (jullie dus) te raadplegen
Wie o wie kan ons (in het bijzonder mijn vrouw) verder helpen met het antwoord op onze vraag?
Alvast bedankt,
Matis
Mijn vrouw studeert een voltijd HBO-opleiding Logopedie. Momenteel is zij met haar afstudeeronderzoek bezig.
Middels EMG (Electromyography) gaat zij onderzoeken hoe twee revalidatietechnieken (CTAR en TtPp) voor mensen met een slikstoornis zich tot elkaar verhouden en of een combinatie (tegelijkertijd uitvoeren) van die twee revalidatietechnieken een toename in spieractiviteit laat zien.
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder +/- 40 gezonde personen (mannen en vrouwen) in de leeftijd van 18 tot 30 jaar.
Omdat ik enigszins technisch en wiskundig onderlegd ben
De ruwe data uit de EMG wordt straks, na diverse normalisaties en transformaties, per proefpersoon in mV opgeslagen. Zowel een sEMG maximum (piekwaarde) als een RMS (Root-mean-square) waarde. For the sake of simplicity focus ik me in dit topic maar op 1 (momenteel fictieve) reeks waarde per proefpersoon.
Naam proefpersoon | Mathijs | Sabrina | Proefpersoon 3 | Etc. etc. |
Leeftijd | 33 | 33 | 29 | |
Geslacht | man | vrouw | man | |
CTAR isometrisch (mV) | 40 | 20 | 33 | |
CTAR isotonisch (mV) | 45 | 25 | 47 | |
TTPP isometrisch (mV) | 40 | 25 | 56 | |
TTPP isotonisch (mV) | 50 | 30 | 45 | |
Combi isometrisch (mV) | 70 | 40 | 77 | |
Combi isotonisch (mV) | 80 | 35 | 49 | |
Berekening | ||||
Toename CTAR isometrisch | 75,00% | 100,00% | 133,33% | |
Toename CTAR isotonisch | 77,78% | 40,00% | 4,26% | |
Toename TTPP isometrisch | 75,00% | 60,00% | 37,50% | |
Toename TTPP isotonisch | 60,00% | 16,67% | 8,89% |
Vanuit de opleiding wordt KEUZE TOETS als bron aangehaald om te bepalen welke toets je moet doen.
Wij hebben hier gisteren samen naar gekeken en we komen er niet echt aan uit. Omdat we niet weten of we ieder proefpersoon als "groep" moeten zien.
Ook zou ze alle proefpersonen als 1 groep kunnen zien en dat de eerste metingen per proefpersoon de referentie is. Mochten het dus meerdere groepen zijn, dan denken we dat de data ongepaard is.
Wel zijn we er over uit dat het feitelijk 4 losse onderzoeken (Toename CTAR isometrisch en isotonisch, alsmede Toename TTPP isometrisch en isotonisch) zijn. Ieder met hun eigen toets, op basis van de uitkomsten van de metingen.
Omdat we momenteel nog geen echte meetdata hebben, kunnen we ook niet vaststellen of het een normaal- of niet-normaal verdeelde uitkomst wordt. Wel zijn we beide overtuigd dat het een numerieke (continue) uitkomst gaat zijn. Dit omdat de uitkomsten niet categorisch zijn, maar een percentage (ratio) in toename in spieractiviteit.
Vanwege (langdurig) zieken in het docententeam is er momenteel ook niemand die haar vraag kan beantwoorden. Pas over 3 weken verwachten ze een "expert" te hebben die haar verder kan helpen. Zo lang hebben we helaas niet.
Derhalve heb ik geopperd om mijn achterban (jullie dus) te raadplegen
Wie o wie kan ons (in het bijzonder mijn vrouw) verder helpen met het antwoord op onze vraag?
Alvast bedankt,
Matis
If money talks then I'm a mime
If time is money then I'm out of time