Vooraf: op een forum zoals dit is het nooit mogelijk om alle relevante feiten te overzien. Er kunnen om diverse redenen uitzonderingen zijn op wat ik hieronder schrijf.
Doedelzak schreef op donderdag 10 maart 2022 @ 23:53:
Sinds september 2020 huren wij een appartement. Destijds hebben we een huurcontract getekend voor één jaar. In september 2021 hebben wij deze verlengd voor nog één jaar. Destijds hebben we dit gewoon getekend omdat ik uit een eerdere ervaringen weet dat een verlenging toch automatisch voor onbepaalde tijd geldt.
Het eindigen van een tijdelijke huurovereenkomst voor woonruimte moet door de verhuurder en binnen de termijnen hieronder schriftelijk worden aangekondigd, anders gaat de tijdelijke overeenkomst van rechtswege over in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dat staat bepaald in
art. 7:271 lid 1 BW:
(…) Op een voor bepaalde tijd voor de duur van twee onderscheidenlijk vijf jaar of korter aangegane huur is artikel 228 lid 1 onverkort van toepassing, mits de verhuurder niet eerder dan drie maanden maar uiterlijk een maand voordat die bepaalde tijd is verstreken, de huurder over de dag waarop die huur verstrijkt schriftelijk informeert. Indien de verhuurder de verplichting, bedoeld in de tweede volzin, niet nakomt, wordt de huurovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd, bedoeld in die volzin, voor onbepaalde tijd verlengd. (…)
Op grond van wat je schrijft was er dus al sprake van een overeenkomst voor onbepaalde tijd in de weken korter dan een maand voor de einddatum van de tijdelijke overeenkomst. Het gaat dus niet zozeer om het tekenen van een opvolgend contract (wat waarschijnlijk geen betekenis heeft).
Anders dan bij tijdelijke huur, kan als hoofdregel een huurovereenkomst voor woonruimte niet eindigen door een aankondiging, maar moet de verhuurder de overeenkomst laten ontbinden via een kantonrechter als jullie het niet eens zijn met het eindigen van de overeenkomst. Bijvoorbeeld als er sprake is van ernstige overlast of wanbetaling.
Ons contract zou niet weer verlengd gaan worden.
Dat kon ook niet, want het was een overeenkomst voor onbepaalde tijd geworden.
Hij heeft ons alle bouwplannen laten zien en alles was al zo goed als rond. Dit is bij een mondeling gesprek gebleven.Vervolgens hebben we een aantal keer gemailt dat we dit graag zwart op wit willen hebben. Hier is geen gehoor aan gegeven.
Een van de andere argumenten om bij een kantonrechter te vorderen dat de overeenkomst moet worden ontbonden is 'dringend eigen gebruik'. Het klinkt wat gek bij sloop, maar ik begrijp dat het gaat om nieuwbouw na sloop. Een bekend voorbeeld is de situatie in de Tweebosbuurt in Rotterdam (ro 7.2):
https://deeplink.rechtspr...d=ECLI:NL:GHDHA:2021:2358
Een verhuurder die geen instemming krijgt van de huurder om de huur te laten eindigen, kan ontbinding vorderen bij de kantonrechter zoals bepaald in art. 7:272 lid 2 BW:
2 De verhuurder kan, indien hij zes weken na de opzegging niet van de huurder een schriftelijke mededeling heeft ontvangen dat hij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemt, op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen.
Dat betekent dat de verhuurder je moet dagvaarden en in de dagvaarding moet opnemen waarom de rechter die vordering moet toekennen, maar ook wat je verweer was. Een gerechtsdeurwaarder zal die dagvaarding moeten komen betekenen (officieel bezorgen). Daarna is het zaak dat je ook daadwerkelijk reageert, anders kan het zijn dat een rechter je verstek verleend en de vordering van de verhuurder toekent. Vermoedelijk zal de verhuurder aan de vordering 'dringend eigen gebruik' ten grondslag leggen. De kantonrechter mag niet zelf andere gronden aanvullen (art. 7:273 lid 1 BW). In art. 7:274 aanhef onder c BW staat bepaald:
1 De rechter kan de vordering slechts toewijzen
c. indien de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik, vervreemding van de gehuurde woonruimte niet daaronder begrepen, dat van hem, de belangen van beide partijen en van onderhuurders naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd, en tevens blijkt dat de huurder, met uitzondering van de huurder, bedoeld in de artikelen 274c tot en met 274e, andere passende woonruimte kan verkrijgen;
Of een van de andere gronden als die door de verhuurder zijn aangevoerd.
Nu hebben we geluk dat we uitgeloot zijn op een nieuwbouw project (huur).
Uitgeloot = ingeloot? Of heb je géén nieuwe woonruimte? Dat kan relevant zijn.
Deze week hebben we daarom de verhuurder een mail gestuurd dat we aanspraak willen maken op de verhuiskostenvergoeding, welke we logischerwijs nodig zullen hebben voor de verhuizing.
Nu krijgen wij een reactie terug dat dit niet kan omdat we een tijdelijk huurcontract hebben. Dit lijkt natuurlijk zo, maar dat is het wettelijk dus niet. Wat hij zegt klopt niet.
Lijkt mij gezien bovenstaande ook.
Mijn vraag is. Hebben we hier nou recht op
In art. 7:275 lid 1 en 4 BW staat bepaald:
1 Indien de rechter een vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst op de gronden, bedoeld in artikel 274 lid 1 onder c en e toewijst, kan hij een bedrag vaststellen dat de verhuurder aan de huurder moet betalen ter tegemoetkoming in diens verhuis- en inrichtingskosten.
4 De minimumbijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten voor de huurders van zelfstandige woningen, woonwagens en standplaatsen wordt bij ministeriële regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie vastgesteld en zal jaarlijks voor 1 maart worden gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Het in de eerste zin genoemde bedrag wordt afgerond op hele euro’s.
Die ministeriële regeling is de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie. Die kun je hier vinden:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0027297/2022-02-28en hoe kunnen we d.m.v. juridische stappen deze vergoeding los krijgen?
Het hangt ervan af wat je wil en hoe je het wil aanpakken, maar een van de mogelijkheden is om in de dagvaardingsprocedure bij dezelfde kantonrechter van de verhuurder een vergoeding te vorderen. Dat vereist dus wel dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.
Ook is mijn vraag of een mondelinge mededeling (in oktober, toen we te horen kregen dat we moeten verhuizen) rechtsgeldig is. De verhuurder heeft namelijk nog steeds niet zwart op wit laten weten dat het gesloopt gaat worden. Waarschijnlijk omdat hij hoopt dat het contract van ons uit ontbonden gaat worden.
Het vormt enkel een uitleg voor de handelswijze, verder kan de verhuurder er niet zoveel mee.
Uiteindelijk lijkt mij vooral de vraag: wat wil je en hoe wil je dat bereiken? Je kunt en mag in principe alles zelf afhandelen zonder ondersteuning, maar de verhuurder kan na een vonnis nog in hoger beroep als de vorderingen over en weer meer dan 1750 euro betreft. In dat geval moet je een advocaat stellen en daar zijn kosten aan verbonden. Dat geldt uiteraard ook voor de verhuurder.
Aan procederen hangt altijd een financieel risico en dat blijft uiteraard bij jou. Een oplossing zonder rechter is dus vaak (maar niet altijd) beter. Het lijkt mij daarom verstandig dat jullie advies inwinnen. Dat kan bijvoorbeeld bij het Juridisch Loket. bij een rechtsbijstandsverzekeraar als je daarvoor verzekerd bent, bij een rechtsbijstandsverzekeraar die 'on demand' advies geeft of bij een andere partij die je tegen betaling om advies vraagt zoals een huurrechtadvocaat. Het eerste gesprek bij een advocaat is vaak gratis, maar spreek vooral een tarief af. Overigens kan het Juridisch Loket of een advocaat je waarschijnlijk ook uitleggen of je recht hebt op gesubsidieerde rechtsbijstand, maar let op dat daar vaak een eigen bijdrage voor geldt en je zelf de proceskosten moet dragen als een rechter je in het ongelijk stelt.
Voor onbepaalde tijd ben ik gestopt met reageren op dit forum.