dick53 schreef op zondag 3 april 2022 @ 09:15:
Leuk, een forum over schaatsen op tweakers.
Als redelijke tweaker en fervent schaatser heb ik afgelopen winter (2022) nieuwe schaatsen gekocht en wil ik mijn ervaring delen.
Mijn bijdrage gaat alleen over langebaan schaatsen.
Schaatsen is een hele technische sport en als je goed wilt worden heb je er ook een sterk lijf bij nodig.
De schoen.
Het technische deel vertaald zich ook naar de schaats en een schaats met veel steun in de schoen vooral rond de hiel en middenvoet is belangrijk. Die steun wordt bereikt met thermoplastische materialen in het hielstuk/middenvoet/enkels (Contrefort) die warmgemaakt bij 70 graden Celcius aan je voet wordt gezet, in vorm wordt geduwd en vervolgens vacuum wordt gezogen. Dit kan je alleen maar doen bij de goede gespecialiseerde schaatsspecialist.
De tenen mogen ietsje te krap zitten en mogen op zijn grootst precies goed zitten. Dit is omdat je tijdens het schaatsen de enkelspieren goed wilt aanspannen en dat bereik je het beste door de tenen goed omhoog te duwen tegen de schoen aan.
Zo redenerend kom je uit bij een paar merken schoenen. In mijn geval bij Viking, Groothuis, EVO, Bont en Cado Motus. Misschien zijn er nog meer maar daar heb ik niet naar gekeken. Maple is inmiddels failliet, de machines verkocht en onderdelen zijn niet meer te leveren. Ook Raps leverde vroeger topschaatsen die nu nog wel als gebruikt, worden aangeboden.
Als je alles bekeken hebt ontdek je dat Viking een heel breed assortiment heeft, van gewone schaatsen en schoenen tot echte toppers.
Maar de andere merken hebben goede schoenen en topschaatsen.
Viking gebruikt 3 leesten voor zijn schoenen, de Small, Medium en Large. Helaas worden niet alle modellen op alle leesten gemaakt. Dat maakt passen bij Viking schoenen toch weer iets lastiger. De Populaire Gold schoen wordt op de smalle leest gemaakt en de brede versie XBR wordt op de L leest gemaakt. De Silver schoen maar ook de oude Gold schoen (produktiejaar 2000 tot2005) worden op de M leest gemaakt en zo zijn er nog meer modellen en dus varianten.
Onderstellen kan je verdelen in vaste stellen direct vast aan je schaats en in klapschaatsen.
De kwaliteit van beide schaatsen kan gelijk zijn maar bij klapschaatsen krijg je extra de beugel. Een schaats kent dan de buis, het (glij) ijzer en de klapschaats heeft extra de beugel. Met klapschaatsen rijden moet je ook leren en er zijn er genoeg die dat niet voor elkaar krijgen.
Nu de schaats of het onderstel.
Het belangrijkste is de hardheid van het glij-ijzer uitgedrukt in Hardheid Rockwel afgekort tot HRC. Overigens is de eenheid Vickers precies hetzelfde en kom je ook wel tegen.
Een hardheid van 58/59 of minder is redelijk zacht en bij aanslag op het ijs, (door hoge luchtvochtigheid) wordt schaatsen redelijk zwaar.
Een hardheid van 62/63 zorgt ervoor dat je ook bij aanslag op het ijs of minder goed ijs toch heel goed vooruitkomt zonder veel extra inspanning. Een hardheid van 65/66 is voor de topschaatser die onder alle omstandigheden met maximale snelheid over het ijs wil schaatsen.
Maar de hoge hardheid maakt het ijzer ook kwetsbaar. Op natuurijs kan een ongelukkige val door een scheur de brokken staal uit je ijzer laten breken.
De buis waar het glij-ijzer in zit bepaald de flexibiliteit van de schaats. Een stalen buis is flexibeler waardoor je prettiger door de bochten rijdt. De aluminium buis is goedkoper maar te stijf voor prettig schaatsen, hoewel dit natuurlijk relatief is. De beginner zal er niets van merken.
Voor de herkenning van de buis moet je goed oppassen want de diverse fabrikanten passen het verfssysteem van de buis soms wel en soms niet aan de kwaliteit van de buis. Maple was wel heel consequent en alleen de goede stalen buis was goudkleurig.
Viking kent nogal wat varianten door de tijd heen waarbij in een bepaald tijdvak, bijv. de Marathon 1 buis werd uitgevoerd als een special. Bij Viking zijn de meeste verschillen wel te zien bijv. doordat de goedkopere buizen voor en achter aan de voor en achterkant bovenzijde niet zijn dichtgelast. Of de type aanduiding VIKING (I) in de zijkant van de buis is geslagen. Maar dat moet je allemaal weten.
Klapschaatsen kennen dan ook nog de beugel. Deze zit tussen de schoen en de buis. Door elkaar heen zijn alle beugels wel goed, maar de T vormige aluminium beugel is de beste. Deze beugel is nodig als je topschaatsen wilt en ook hard wil schaatsen.
Nu iets over maten.
Je hebt lichaamslengte en voetlengte. Je hebt korte voeten en lange lijven en lange voeten met korte lijven. Cado Motus heeft een tabel over voetlengtes en lichaamslengtes. Zo kan je bijvoorbeeld een schoen maat 41 hebben maar met een lang lijf wel schaatslengte 42 nodig hebben of andersom.
Dit inzicht heeft er weer toe geleidt dat fabrikanten wat meer variatie hebben aangebracht in schaatslengte en schoenmaat. Het moet echter wel passen. Steekmaten in de schoen zijn echter vast en de flexibiliteit vindt je terug in de beugel door een gleuf aan de achterzijde waar de schaats mee wordt vastgezet aan de schoen. Deze variatie is niet zo groot maar toch belangrijk.
Zo kan een lang lichaam met een kleine voet bijvoorbeeld een schoenmaat 42 hebben en schaatsmaat 43 monteren. Of een grote voet met korter lichaam een schoenmaat 45 nemen en een schaatsmaat 44.
Nu nog iets over de ronding. Ronding 21 betekent dat de ronding van het ijzer een straal heeft van 21 meter. Het middenpunt van de ronding zit in het midden van de schaats. Op hard kunstijs wil je zo min mogelijk ijzer op het Ijs (minder weerstand) en dan is ronding 21 goed. Op natuurijs wil je meer ijzer aan het Ijs en ga je naar ronding 23. Ronding 22 is van alles wat maar als je alleen op de baan schaats dan neem je ronding 21.
Mocht je iets voorover schaatsen, wat velen doen, kan je vragen of ze de ronding ca 4 cm vanuit het midden naar voren willen brengen.
Niet elke slijpmachine kan dat.
Wist je dat shorttrackers twee rondingen in hun schaatsen hebben? Ronding 21 in de achterzijde voor de rechte stukken en ronding 10 voor de voorzijde voor de bochten.
En dan toch maar even over de schaats houding. Je sta zoveel mogelijk achter op je schaats. Tenen, knieeën, neus moeten in 1 verticale lijn recht boven elkaar staan. En het zwaartepunt van je lichaam zoveel mogelijk naar achter door vooral de buik zoveel mogelijk naar achter te brengen. Je armen gekruist op je rug brengt het zwaartepunt ook naar achter. Je buik kan je controleren door je armen naar voren te brengen en handen en allebogen tegen elkaar je buik zover mogelijk in te duwen. En ook belangrijk; Voorkom dat de punten van je schaats bij de afzet in het ijs gaan steken door bij de afzet je voorvoet op te tillen.
Als je de goede houding hebt en goed achterop schaats merk je dat je bij natuurijs veel minder last hebt van slecht ijs. Zelfs als je in een scheur komt, kan je bij goed achterop staan, niet snel voorover vallen en geeft het nog de tijd om je schaats uit de scheur te tillen.
Mocht je toch vallen, bijvoorbeeld met je rechterschaats in een scheur naar rechts vallen, kan je snel je linkerschaats achter je rechterschaats langs halen en daarop steunend je rechterschaats weer uit de scheur tillen.
Er zijn nog veel meer details maar ik heb nu alle hoofdlijnen wel bij elkaar.
Als je in de keuze van schaatsen niet veel tijd wilt steken adviseer ik je om naar de speciaalzaak te gaan. Vertellen wat je kunt en wat je wilt en daar komen dan precies de schaatsen uit die voor jou goed zijn.
Mocht je echter precies hebben uitgezocht wat je wilt, kan je in de oudere voorraden van de speciaalzaken soms hele leuke aanbiedingen vinden.
Veel plezier.