Bij voorbaat excuus voor de critical wall-of-text, maar om hier inhoudelijk op in te gaan zit er een aantal statistiek begrippen in verweven waar ik vanuit ga de gemiddelde tweaker niet bekend mee is.
Belangrijke begrippen
Omdat dit soort data mogelijk wat rumoer met zich meebrengt zoals ook op te maken in de reacties, laat ik mijn respons op dit artikel hier geven.
Allereerst belangrijk om al aan te geven, dit artikel is zoals aangegeven nog niet peer-reviewed, wees dan ook zeker als leek bedachtzaam op de inhoud.
Voor wat betreft de statistiek die in dit artikel naar voren komt is het belangrijk om kennis te nemen van een aantal begrippen:
Het relatieve risico (relative risk / risk ratio): De ratio van het risico op de uitkomst in één groep ten opzichte van het risico in een andere groep.
De odds ratio: De ratio van de odds in één groep ten opzichte van de odds in een andere groep.
Odds: De ratio van de uitkomst tegen de afwezigheid van de uitkomst.
Nog te volgen? Vermoedelijk lastig. Maar we gaan verder. Bij een risico van 1 op 4 (25%), dan zijn de odds (kans) 1 tegen 3 (33%). Nu wordt het vermoedelijk weer iets inzichtelijker, kans! Is het risico nu kleiner, bijv. 1 op 100 (1%), dan is de odds 1 tegen 99 (1.01%).
Wat doet dit er toe? Let op het verschil in percentage. Bij een groter risico, zijn de odds een minder valide afspiegeling van het risico. Met als gevolg, bij een groter voorkomen van een bepaalde factor binnen een groep, is een odds ratio mogelijk niet langer de beste methode om je data te presenteren, het kan een vertekening van de werkelijkheid geven.
Wat betekent dat voor dit artikel?
Berekenen we de data na, dan kun je dit verschil zelf zien:
Mocht je willen, dan kun je de berekening zelf stapsgewijs meelopen op bijv. de volgende website:
http://vassarstats.net/odds2x2.html
Wat is hier gaande? Kijk naar Tabel 1 in het artikel. Daar zien we voor bloedgroep A bijv. de volgende data:
In de Wuhan populatie 670 patiënten met bloedgroep A, dit is in te vullen als "condition present" in één van de twee groepen. In de andere groep kun je de controle data invullen, 1188 met "condition" present. Maar wat is condition absent? Dit zijn de overige patiënten. De som van bloedgroep B, AB en O. Voor de controle groep zijn dit 2506 mensen, voor de Wuhan COVID-19 groep zijn dit 1105 mensen.
Druk je op calculate, dan zie je conform het manuscript een Odds ratio van 1.279, en een confidence interval van 1.136 - 1.4395 (1.440 afgerond).
Maar, wat je ook kunt zien is het relatieve risico (risk ratio) van 1.174 (1.088 - 1.2663). Hoewel dit een op het eerste oog klein verschil lijkt te zijn, tenslotte, we spreken maar over een verschil van ongeveer 0.1, is dit een verschil binnen een ratio. Met een odds ratio van 1.28 zou je kunnen stellen dat patiënten met bloedgroep A 28% meer likely zijn op COVID-19, maar met een relatief risico van 1.17 reduceren wij dit al naar 17%. Scheelt toch al weer 11%.
Dan komt de confidence interval om de hoek kijken. Dit vertelt ons iets over hoe zeker zijn wij over die 17%? In principe, niet. Vandaar het confidence interval, of in Nederlands betrouwbaarheidsinterval. De onder- en bovengrens hierbij geeft de grens aan van waar de daadwerkelijke waarde tussen zal liggen. Dit is in dit geval op basis van deze Wuhan data dus tussen de 1.09 en 1.27. Met andere woorden, een verhoogde kans tussen de 9 en 27% om een COVID-19 besmetting op te lopen met bloedgroep A.
Een optimist zou zeggen, doe mij die 9%, een pessimist zal zeggen het is die 27%. Maar voor beiden, laten we wel wezen, je hebt het hier dus niet eens over een verdubbeling van de kans, dat zou namelijk 100% zijn, oftewel een relatief risico van 2. Het is dus maar een kleine factor op individuele basis.
Qua mortaliteit, dan ziet het relatieve risico eruit als volgt: 1.28 (1.08 - 1.52), dit versus de odds ratio van 1.48 (1.11 - 1.97) zoals gerapporteerd binnen het manuscript. Ook in dit geval is een presentatie van het relatieve risico netter, en wederom dus lager en een relatief kleine kans.
De waarde van P-waarde
Daar komt bij, nu we het over kans hebben, de p-waarde. P van probability. Hoe moet je dit interpreteren? Een P-waarde van 0.05 wordt vaak gehanteerd binnen de medische literatuur als zijnde statistisch significant, maar wat betekent dit nu eigenlijk? Zo eenvoudig mogelijk gezegd houdt dit in dat er een kans is van 5% dat de getoetste nulhypothese (in dit geval de hypothese dat er geen associatie zou bestaan tussen bloedgroep A en COVID-19), juist is.
Een significante uitslag met een P-waarde van 0.05 houdt dus in dat de kans 5% is dat deze uitslag onwaar is, puur op toeval gebaseerd. Een P-waarde van 0.008 maakt deze kans 0.8%. Binnen de medische literatuur accepteren wij dit veelal als sterk genoeg bewijs, maar blijft altijd iets om je bewust van te zijn. Zeker indien iets hoge implicaties heeft.
Blik op de meta-analyse
Ik hoop dat ik jullie aandacht nog heb! Maar ik kan begrijpen dat dit lastig kan zijn.
In de meta analyse van de odds ratios zien we voor wat betreft de associatie tussen bloedgroep A en COVID-19 in figuur 1 het volgende:
OR 1.28 (1.14 - 1.44) voor de al beschreven populatie, met daarnaast een OR van 1.40 (0.95 - 2.05) en 1.00 (0.77 - 1.29) voor de andere twee populaties. Bovendien zie je een mooie overall met OR van 1.21 (1.02 - 1.43).
Wat gebeurd hier?
De Odds ratios van nummer 2 en 3 zijn verkregen op vergelijkbare wijze als nummer 1. Hierbij dus wederom de kanttekening dat het relatieve risico voor de Wuhan university data ook hier lager ligt dan de odds ratio's, namelijk RR 1.24 (0.98 - 1.56), voor de Shenzhen data blijft dit soortgelijk, RR 1.00 (0.83 - 1.20).
Omdat we in 2 populaties dus al een lager uitvallende RR dan OR hebben, is het netter om ook in de meta-analyse het relatieve risico te gebruiken.
Daarmee kom je binnen de meta-analyse dan per definitie ook uit op een overall RR lager dan OR, lager dan 1.21. Omdat dit wat meer werk is, ga ik deze data voor nu niet herbereken. Maar dus lager dan 21% verhoogd risico, maar let ook vooral op de betrouwbaarheids interval. Een potentiële kansverhoging van slechts 2%. Het potentiële relatieve risicoverhoging ligt mogelijk dus daarbij nog lager zelfs.
En let ook op de p-waarde voor deze OR, een P-waarde van 0.027. Oftewel, er is een 2.7% kans dat deze uitslag onwaar is op basis van puur toeval. Tegenover een mogelijk minimaal 2% potentiële kansverhoging op COVID-19 besmetting als bloedgroep type A. De optimist die in gaat zetten op kans weet het natuurlijk wel, de individuele kans om deze risicoverhoging af te schieten is daarmee mogelijk groter dan de verhoogde kans om COVID-19 te krijgen ;-).
Concluderend
Op basis van de data gepresenteerd in dit artikel ben ik dan ook helemaal niet zo overtuigd van het belang van bloedgroep A op COVID-19 susceptibiliteit. Het zou voorbarig zijn om te concluderen dat er hier een duidelijke associatie lijkt te bestaan.
De volgende conclusie van de auteurs:
This study may have potential clinical implications given the current COVID-19 crisis: (1) People with blood group A might need particularly strengthened personal protection to reduce the chance of infection; (2) SARS-CoV-2-infected patients with blood group A might need to receive more vigilant surveillance and aggressive treatment; (3) It might be helpful to introduce ABO blood typing in both patients and medical personal as a routine part of the management of SARS-CoV-2 and other coronavirus infections, to help define the management options and assess risk exposure levels of people.
Vind ik zoals aldaar dan ook beschreven veel te stellig. Indien ik dit artikel ter review aangeboden zou krijgen zou ik deze conclusie op basis van de gegeven data dan ook retour sturen om te laten reviseren door de auteurs.
Waar ik wel meer overtuiging in zie is de beschreven andere kant van de medaille, de beschreven verlaagde susceptibiliteit bij bloedgroep O. Maar ook hier telt wederom, relatieve risico! En dit is 0.76 (0.70 - 0.84) vs OR 0.68 (0.60 - 0.77), en daarmee toch ook al weer een stukje kleiner 'waar' verschil. Maar belangrijker, de meta-analyse toont hierin een meer overtuigend beeld. Hoewel zeker nog altijd te pleiten om dit nader te onderzoeken.