Beste allemaal,
Ik ben aan het oefenen voor een assessment die ik heb overmorgen heb.
Ik gebruik daarvoor het standaardwerk van Wim Bloemers.
(Spoiler)
Anyway ik loop stuk op een cijferreeks:
12, 3, 9, 52, 13, ? .
Het antwoord blijkt 169. De onderliggende regel is dan: ÷4, ^2.
Dus 12÷4 =3.
En 3^2 = 9. Etc.
Maar die sprong van 9 naar 52 dan? Daarover schrijft de auteur: 'De stap van 9 naar 52 is hier arbitrair'.
Huh?! Maar als je een cijferreeks maakt dan moeten alle stappen toch binnen de regel passen? Ik ben nu echt bang dat ik mn assessment verkloot. Wat is dit nou weer voor curveball? Komt dit vaker voor in cijferreeksen?
Ik ben aan het oefenen voor een assessment die ik heb overmorgen heb.
Ik gebruik daarvoor het standaardwerk van Wim Bloemers.
(Spoiler)
Anyway ik loop stuk op een cijferreeks:
12, 3, 9, 52, 13, ? .
Het antwoord blijkt 169. De onderliggende regel is dan: ÷4, ^2.
Dus 12÷4 =3.
En 3^2 = 9. Etc.
Maar die sprong van 9 naar 52 dan? Daarover schrijft de auteur: 'De stap van 9 naar 52 is hier arbitrair'.
Huh?! Maar als je een cijferreeks maakt dan moeten alle stappen toch binnen de regel passen? Ik ben nu echt bang dat ik mn assessment verkloot. Wat is dit nou weer voor curveball? Komt dit vaker voor in cijferreeksen?