Ik gebruik Powershell omdat deze veel duidelijkere opdrachten produceert (IMO):
Ik heb
bestanden.txt met dit als inhoud:
code:
1
2
3
| C:\Users\David\Desktop\a.txt
C:\Users\David\Desktop\b.txt
C:\Users\David\Desktop\c.txt |
Dan kan ik onderstaande opdracht uitvoeren in dezelfde map als
bestanden.txt:
code:
1
| Get-Content .\bestanden.txt | Where-Object {Move-Item $_ D:\} |
Get-Content lees het bestand uit en split het bestand in lijnen. Dan gebruiken we
Where-Object om bij elke lijn te kunnen (
$_ refereert naar elke individuele lijn text). Als laatst wil ik dan elke lijn text in opdracht
Move-Item injecteren en verplaatsen naar mijn
D:\ schijf (je kan hier ook gewoon een
C:\whatever\ plaatsen. Let op dat als je een spatie hebt, je double quotes moet gebruiken:
"C:\Users\David\Mijn Documenten\")
Protips:
Alle Powershell cmdlets zijn
werkwoord-zelfstandig naamwoord (of
actie-object, if you will).
Als je
Get-Command Get-* uitvoert krijg je een complete lijst met alle
Get cmdlets.
Een aantal linux commando's als
ls of
mv werken ook omdat dit aliassen zijn. Voer de
Get-Alias cmdlet uit om de lijst met alle aliassen van Powershell te krijgen.
[
Voor 4% gewijzigd door
NostraDavid op 27-02-2020 14:43
]