Inleiding en voorwaarden
Doordat 3 verschillende advocaten elk een andere opinie hebben over onderstaande situatie, zou ik graag ook een onderbouwde opinie willen van GoT over het verhaal hieronder.
Partner 1 bewoont sinds 2003 een koophuis, gefinancierd op 1 salaris voordat partner 2 introk. Er is afgesproken dat partner 2 niet bijdraagt aan alle hypothecaire verplichtingen teneinde de aansprakelijkheid op het koophuis volledig bij partner 1 te laten. Tegelijkertijd draagt partner 2 ook niet bij aan specifieke heffingen die direct verband houden met het koophuis (zoals gemeentelijke belasting op basis van WOZ) maar partner 2 draagt wel bij aan "woonlasten" zoals rioolheffing per samenstelling van het huishouden alsmede gas/licht/etc.
Partner 2 draagt niet bij aan verplichte VvE-kosten van het koophuis. Beide partners hebben ook op geen enkel moment een gezamenlijke bankrekening. Partner 1 blijft alle betalingen verrichten en partner 2 schrijft tijdig onderling de verschuldigde bedragen over. Door het gebruik van aparte rekeningen en aparte salarissen, voorziet partner 1 "vrijwillig" in een woonsituatie voor partner 2. Tegelijkertijd heeft partner 2 zeer lage vaste lasten en kan hierdoor goed sparen voor een volgende stap in het leven of voor consumptieve goederen of overige zaken die van de eigen rekening betaald kunnen worden.
Fiscaal gezien wordt gebruik gemaakt van de belastingvrije voet van partner 1 om maximaal voordeel te halen uit beide inkomens en de HRA. Per saldo en na controle door de fiscus, krijgt partner 1 jaarlijks het correcte bedrag van HRA teruggestort door de fiscus. Partner 2 begrijpt dit; er zijn geen "ontheffende" factoren of posten in de aangifte waardoor partner 2 ook recht heeft op (een gedeelte van) fiscale teruggave.
In deze tijd schaffen partners gezamenlijk 2 honden aan en nemen hiervoor ook gezamenlijk de zorg op zich. Dagelijkse kosten (voer), verplichte kosten (dierenarts) maar ook onverwachte kosten (waaronder dierenarts, logeerkosten, etc.) worden 50/50 gedeeld.
Recente geschiedenis
Partners verhuizen met de honden in 2014 naar een ander koophuis. De totale hypotheeksom ter waarde van 420.000 Euro wordt gefinancierd door beide inkomens op te geven bij de hypotheekverstrekker. De maandlasten blijven vrij laag want door het "meebrengen" van een aflossingvrij deel uit het eerste koophuis, bestaat de hypotheeksom uit 210.000 aflossingsvrij en 210.000 annuitair. Partners zijn verplicht gesteld elk een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten ter hoogte van de helft van de totale hypotheeksom; elk is verzekerd voor 210.000 Euro.
Partners zijn onderling overeengekomen dat de maandlasten niet 50/50 worden gedragen maar naar rato van bruto inkomen. Bij een maandlast van 1500 Euro betaalt partner 1 dus 1000 Euro en partner 2 500 Euro. Ook hiervoor geldt dat deze betaling altijd van partner 2 naar partner 1 plaatsvindt; partner 1 maakt het totale bedrag over naar de hypotheekverstrekker. Wel is elke partner apart verantwoordelijk voor de overlijdensrisico-verzekering; de premies hiervan zijn verwaarloosbaar op het bruto inkomen maar verschillen onderling een factor 5 (zeg, 50 Euro voor partner 1 en 10 Euro voor partner 2). De overige lasten (zoals WOZ, riool, afval, etc) worden wel door beide partners 50/50 gedragen.
De logische afspraak is dat bij een fiscale teruggave van bijvoorbeeld 9000 Euro er dus ook 6000 Euro terugvloeit naar partner 1 en 3000 Euro naar partner 2. Dit omdat de teruggave jaarlijks voor bijna 100% bestaat uit de geldende regels omtrent HRA.
Huidige sitatie
Partner 2 beeindigt mondeling in Q1 2018 de relatie. De redenen voor beeindiging zijn divers en worden door partner 1 niet allemaal als "valide" gezien. Het is ook niet duidelijk of alle gegeven redenen berusten op 100% waarheid, zoals verteld door partner 2. Het is wel duidelijk dat enkele redenen buiten de invloedsfeer van partner 1 liggen en dat deze redenen al langer spelen dan sinds de aankoop van het koophuis in 2014.
Partner 1 berust in het feit dat partner 2 niet meer tot rede kan worden gebracht en stelt een "ontbinding" op; een gedeelte van deze ontbinding is gebaseerd op de clausules in het samenlevingscontract zoals eerder benoemd. Na contact met meerdere instanties, is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een pensioen-indexatie te voltooien totdat partner 1 of partner 2 een nieuwe/andere vermelding in het GBA heeft. Tegelijkertijd volhardt partner 2 in het niet schriftelijk bevestigen van de beeindiging van de relatie.
Partner 2 neemt hierop een advocaat in de arm welke aanstuurt op een afkoopsom. Deze afkoopsom is gebaseerd op de overwaarde van het huidige koophuis, recentelijk getaxeerd op 500.000 Euro. Partner 1 begrijpt de afkoopsom maar wil meer zekerheid over, onder andere, de afwikkeling van de pensioenen maar ook de lopende kosten (onderhoud aan het onroerend goed, onderhoud/vervanging roerende goederen). Ook de zorg voor de honden wordt "blijkbaar" niet meer door partner 2 gehonoreerd; dit doordat partner 2 soms 60 uur achtereen van huis is en hierdoor partner 1 semi-verplicht niet weg kan.
Partners bewonen beiden vooralsnog nog hetzelfde koophuis maar communiceren alleen nog via de advocaten. In huis wordt er nog wel gezamenlijk gebruik gemaakt van alle voorzieningen.
Vragen
Mocht er informatie ontbreken, jammerlijk geformuleerd zijn of ergens expliciet zijn vastgelegd in wetgeving die gold ten tijde van de aankoop van het huidige koophuis (Q3 2014) of wetgeving die gold ten tijde van de eerste mondelinge relatie-opzegging (Q1 2018) of zelfs nieuwe wetgeving die pas geldt zodra de relatie schriftelijk is/wordt opgezegd (2019 dus), hoor ik het graag.
Dit is een clone account; uit privacy-overwegingen is dit besproken met een moderator en openbaar in PFSL geplaatst
Doordat 3 verschillende advocaten elk een andere opinie hebben over onderstaande situatie, zou ik graag ook een onderbouwde opinie willen van GoT over het verhaal hieronder.
- Een stel heeft 16 jaar lang een samenlevingscontract en doet sinds het opstellen van dat contract ook gezamenlijk elk jaar netjes de fiscale opgave.
- Partner 1 heeft een bruto inkomen van 80.000 Euro per jaar
- Partner 2 heeft een bruto inkomen van 40.000 Euro per jaar
- Samenlevingscontract heeft een "verplichte" clausule dat een relatie schriftelijk wordt beeindigd als een partner de redenen voor beeindiging niet mondeling accepteert.
- Samenlevingscontract heeft een "verplichte" clausule dat alle vaste lasten 50/50 worden gedragen tenzij anders overeengekomen of voorzien.
- Samenlevingscontract heeft een "verplichte" clausule dat partnerpensioen-indexatie / aanspraak wordt teruggedraaid na beeindging relatie.
- Samenlevingscontract heeft een "verplichte" clausule waarin roerende goederen in principe 50/50 worden aangeschaft tenzij hier per aanschaf anders over wordt beslist; bewijslast ligt dan in de financiele sfeer zoals onderlinge boekingen / omschrijvingen.
Partner 1 bewoont sinds 2003 een koophuis, gefinancierd op 1 salaris voordat partner 2 introk. Er is afgesproken dat partner 2 niet bijdraagt aan alle hypothecaire verplichtingen teneinde de aansprakelijkheid op het koophuis volledig bij partner 1 te laten. Tegelijkertijd draagt partner 2 ook niet bij aan specifieke heffingen die direct verband houden met het koophuis (zoals gemeentelijke belasting op basis van WOZ) maar partner 2 draagt wel bij aan "woonlasten" zoals rioolheffing per samenstelling van het huishouden alsmede gas/licht/etc.
Partner 2 draagt niet bij aan verplichte VvE-kosten van het koophuis. Beide partners hebben ook op geen enkel moment een gezamenlijke bankrekening. Partner 1 blijft alle betalingen verrichten en partner 2 schrijft tijdig onderling de verschuldigde bedragen over. Door het gebruik van aparte rekeningen en aparte salarissen, voorziet partner 1 "vrijwillig" in een woonsituatie voor partner 2. Tegelijkertijd heeft partner 2 zeer lage vaste lasten en kan hierdoor goed sparen voor een volgende stap in het leven of voor consumptieve goederen of overige zaken die van de eigen rekening betaald kunnen worden.
Fiscaal gezien wordt gebruik gemaakt van de belastingvrije voet van partner 1 om maximaal voordeel te halen uit beide inkomens en de HRA. Per saldo en na controle door de fiscus, krijgt partner 1 jaarlijks het correcte bedrag van HRA teruggestort door de fiscus. Partner 2 begrijpt dit; er zijn geen "ontheffende" factoren of posten in de aangifte waardoor partner 2 ook recht heeft op (een gedeelte van) fiscale teruggave.
In deze tijd schaffen partners gezamenlijk 2 honden aan en nemen hiervoor ook gezamenlijk de zorg op zich. Dagelijkse kosten (voer), verplichte kosten (dierenarts) maar ook onverwachte kosten (waaronder dierenarts, logeerkosten, etc.) worden 50/50 gedeeld.
Recente geschiedenis
Partners verhuizen met de honden in 2014 naar een ander koophuis. De totale hypotheeksom ter waarde van 420.000 Euro wordt gefinancierd door beide inkomens op te geven bij de hypotheekverstrekker. De maandlasten blijven vrij laag want door het "meebrengen" van een aflossingvrij deel uit het eerste koophuis, bestaat de hypotheeksom uit 210.000 aflossingsvrij en 210.000 annuitair. Partners zijn verplicht gesteld elk een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten ter hoogte van de helft van de totale hypotheeksom; elk is verzekerd voor 210.000 Euro.
Partners zijn onderling overeengekomen dat de maandlasten niet 50/50 worden gedragen maar naar rato van bruto inkomen. Bij een maandlast van 1500 Euro betaalt partner 1 dus 1000 Euro en partner 2 500 Euro. Ook hiervoor geldt dat deze betaling altijd van partner 2 naar partner 1 plaatsvindt; partner 1 maakt het totale bedrag over naar de hypotheekverstrekker. Wel is elke partner apart verantwoordelijk voor de overlijdensrisico-verzekering; de premies hiervan zijn verwaarloosbaar op het bruto inkomen maar verschillen onderling een factor 5 (zeg, 50 Euro voor partner 1 en 10 Euro voor partner 2). De overige lasten (zoals WOZ, riool, afval, etc) worden wel door beide partners 50/50 gedragen.
De logische afspraak is dat bij een fiscale teruggave van bijvoorbeeld 9000 Euro er dus ook 6000 Euro terugvloeit naar partner 1 en 3000 Euro naar partner 2. Dit omdat de teruggave jaarlijks voor bijna 100% bestaat uit de geldende regels omtrent HRA.
Huidige sitatie
Partner 2 beeindigt mondeling in Q1 2018 de relatie. De redenen voor beeindiging zijn divers en worden door partner 1 niet allemaal als "valide" gezien. Het is ook niet duidelijk of alle gegeven redenen berusten op 100% waarheid, zoals verteld door partner 2. Het is wel duidelijk dat enkele redenen buiten de invloedsfeer van partner 1 liggen en dat deze redenen al langer spelen dan sinds de aankoop van het koophuis in 2014.
Partner 1 berust in het feit dat partner 2 niet meer tot rede kan worden gebracht en stelt een "ontbinding" op; een gedeelte van deze ontbinding is gebaseerd op de clausules in het samenlevingscontract zoals eerder benoemd. Na contact met meerdere instanties, is het bijvoorbeeld niet mogelijk om een pensioen-indexatie te voltooien totdat partner 1 of partner 2 een nieuwe/andere vermelding in het GBA heeft. Tegelijkertijd volhardt partner 2 in het niet schriftelijk bevestigen van de beeindiging van de relatie.
Partner 2 neemt hierop een advocaat in de arm welke aanstuurt op een afkoopsom. Deze afkoopsom is gebaseerd op de overwaarde van het huidige koophuis, recentelijk getaxeerd op 500.000 Euro. Partner 1 begrijpt de afkoopsom maar wil meer zekerheid over, onder andere, de afwikkeling van de pensioenen maar ook de lopende kosten (onderhoud aan het onroerend goed, onderhoud/vervanging roerende goederen). Ook de zorg voor de honden wordt "blijkbaar" niet meer door partner 2 gehonoreerd; dit doordat partner 2 soms 60 uur achtereen van huis is en hierdoor partner 1 semi-verplicht niet weg kan.
Partners bewonen beiden vooralsnog nog hetzelfde koophuis maar communiceren alleen nog via de advocaten. In huis wordt er nog wel gezamenlijk gebruik gemaakt van alle voorzieningen.
Vragen
- Kan partner 1 eisen dat de zorg voor de honden verplicht op beide partners rust waardoor partner 2 niet "onaangekondigd" kan wegblijven? Moet hier een apart convenant voor worden opgesteld?
- Kan partner 1 eisen dat de zorg & verantwoordelijkheid voor de honden wordt overgeheveld naar partner 1 waarbij partner 2 "extra betalingen" doet gedurende afwezigheid?
- Kan partner 2 aanspraak maken op 50% van de overwaarde van 80.000 Euro? Of, door uniforme en bewijsbare verdeling van hypotheeklasten, heeft partner 2 rechts op 26.667 Euro overwaarde?
- Kan partner 1 deze overwaarde "gijzelen" totdat partner 2 een nieuwe vermelding heeft in GBA?
- Kan partner 1 deze overwaarde "gijzelen" totdat de pensioenfondsen de polissen hebben teruggedraaid / geindexeerd per partner?
- Kan partner 1 aannemelijk maken dat partner 2 onevenredig veel/lang heeft kunnen sparen en hierdoor andere "regels" gelden omtrent het verhuisproces?
Mocht er informatie ontbreken, jammerlijk geformuleerd zijn of ergens expliciet zijn vastgelegd in wetgeving die gold ten tijde van de aankoop van het huidige koophuis (Q3 2014) of wetgeving die gold ten tijde van de eerste mondelinge relatie-opzegging (Q1 2018) of zelfs nieuwe wetgeving die pas geldt zodra de relatie schriftelijk is/wordt opgezegd (2019 dus), hoor ik het graag.
Dit is een clone account; uit privacy-overwegingen is dit besproken met een moderator en openbaar in PFSL geplaatst