Ik heb in mijn jarendertigwoning de zolderverdieping gestript en van isolatie voorzien. Ook het glas van de dakramen is vervangen door HR+++-glas. Nu ben ik een radiator aan het uitzoeken, en probeer ik een getal te hangen aan het gewenste vermogen daarvan.
Nu heb ik twee methoden geprobeerd: simpelweg een calculator invullen online, en zelf berekenen wat een handig vermogen zou zijn op basis van het warmtegeleidingscoëfficient van het isolatiemateriaal en het glas. De uitkomsten lopen nogal uiteen. Hoe kun je zoiets redelijkerwijs berekenen?
P = λ·A·ΔT/d
Uitgangspunt is een koude winterdag met een buitentemperatuur van -5°C. De ΔT is dus 26°K.
Voor gevels/dak met 10cm PIR betekent dit 0,022 × 70 × 26 ÷ 0,1 = 400,4 W.
Voor de ramen is er een vergelijkbare formule:
P = U·A·ΔT
Hier wordt de dikte van het glas niet meegenomen, omdat de U-waarde voor het hele pakket aan glas geldt.
Dus: 0,5 × 2 × 26 = 26 W.
Samen dus 426,4 W aan warmteverlies op deze koude dag.
Nu is dit een aanzienlijk lagere waarde dan wat de calculatoren van de radiatorverkopers voorstellen. Waar zit hem het verschil in? Mis ik nog iets? Het kozijn van de ramen is natuurlijk slechter geïsoleerd dan het glas en de PIR-platen, dus daar zal zeker nog een marge zitten. Pak ik de ΔT te klein?
Gevoelsmatig schat ik dat ik met een 1400 W radiator ruim uit kom, maar ik zou dit getal graag willen kunnen onderbouwen.
Nu heb ik twee methoden geprobeerd: simpelweg een calculator invullen online, en zelf berekenen wat een handig vermogen zou zijn op basis van het warmtegeleidingscoëfficient van het isolatiemateriaal en het glas. De uitkomsten lopen nogal uiteen. Hoe kun je zoiets redelijkerwijs berekenen?
Feiten
- De zolderruimte kan voor deze berekening versimpeld gezien worden als een vloer van 7m bij 3m, met aan beide korte kanten een driehoekige steensmuurse gevel, en een puntdak daarover heen. De inhoud van de ruimte na isolatie is zo'n 35m³.
- Voor de gevels is een voorzetwand geplaatst op een regelwerk van ventilatielatten met 10cm PIR-platen. Tegen het houten dakbeschot van het schuine dak is eveneens 10cm aan PIR-platen geplaatst.
- De totale oppervlakte van muur en dak (dus alles wat grenst aan buiten) is grofweg 70m².
- De λ-waarde (het warmtegeleidingscoëfficient) van PIR is 0,022 W/(m·K).
- De twee dakramen beslaan samen zo'n 2m².
- De U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt) van het glas is 0,5 W/(m²·K). Dat is tripelglas van zo'n 4cm dik.
Nattevingerwerk
Als ik de diverse calculators op de websites van de radiatorboeren gebruik, kom ik op een benodigd vermogen van 2148 W. Andere calculatoren tonen vergelijkbare waarden. Voor deze calculatoren voer je de inhoud van de ruimte, en een grove indicatie van de mate van isolatie in, samen met de gewenste temperatuur. Ik kies hier voor 22°C.Zelf berekenen
Als ik zelf met bovenstaande gegevens aan de slag ga, dan kan ik de warmtestroom (hoeveelheid energie die per seconde het huis uitgaat als het buiten kouder is) berekenen met deze formule:P = λ·A·ΔT/d
Uitgangspunt is een koude winterdag met een buitentemperatuur van -5°C. De ΔT is dus 26°K.
Voor gevels/dak met 10cm PIR betekent dit 0,022 × 70 × 26 ÷ 0,1 = 400,4 W.
Voor de ramen is er een vergelijkbare formule:
P = U·A·ΔT
Hier wordt de dikte van het glas niet meegenomen, omdat de U-waarde voor het hele pakket aan glas geldt.
Dus: 0,5 × 2 × 26 = 26 W.
Samen dus 426,4 W aan warmteverlies op deze koude dag.
Nu is dit een aanzienlijk lagere waarde dan wat de calculatoren van de radiatorverkopers voorstellen. Waar zit hem het verschil in? Mis ik nog iets? Het kozijn van de ramen is natuurlijk slechter geïsoleerd dan het glas en de PIR-platen, dus daar zal zeker nog een marge zitten. Pak ik de ΔT te klein?
Gevoelsmatig schat ik dat ik met een 1400 W radiator ruim uit kom, maar ik zou dit getal graag willen kunnen onderbouwen.