Zodra het over luidsprekerkabels gaat, komen er een hoop beweringen op basis van subjectiviteit, halve waarheden en verhalen-van-horen-zeggen voorbij. Om maar meteen een paar onduidelijkheden te adresseren:
Als de isolatie om een kabel dikker wordt, neemt de doorslagspanning toe. Dat is de spanning waarbij de spanning op de kabel dwars door de isolatie heen overslaat naar iets geleidends in de buurt van de kabel, zoals een andere kabel of (in het geval van een auto) het metalen chassis van de auto. Voor kabels die geschikt zijn voor 230 volt, is de isolatie dik genoeg om spannngen tot 230 volt veilig te kunnen dragen. In goede datasheets lees je bij kabels vaak dat de kabel een test met een isolatiespanning van bijvoorbeeld 750 of 1500 volt succesvol heeft doorstaan (dus de doorslagspanning ligt hoger). De isolatiespanning moet verplicht hoger liggen dat 230 volt, omdat de kabel bestand moet zijn tegen kortstondige spannngspieken.
Het verschil tussen 12 volt kabels en 230 volt kabels is dus niet het koper, maar de isolatielaag daaromheen.
Aangezien luidsprekerkabels spanningen tot enige tientallen volts voeren, zou je volgens de kabelspecificaties eigenlijk geen 12 volt energiekabels als luidsprekerkabel mogen gebruiken. Vanwege de zeer hoge veiligheidsmarge is dit in de praktijk echter geen echt probleem.
Bij signaalkabels wordt er vaak ook nog een ander soort isolatie aangebracht, zoals een foliewikkeling. Die heeft geen/weinig effect voor de isolatie, maar is bedoeld om interferentie (storingen van buitenaf) te verminderen. De PVC of PE isolatielaag om een energiekabel heeft echter alleen een isolerende werking tegen kortsluiting, niet tegen interferentie.
Mij lijkt: koper = koper en daarnaast heb je de dikte. Maar ik wilde het wel zeker weten.

Voor koperkabels wordt over het algemeen koper met een zuiverheid van 99,99% gebruikt. Die zijn dus al zeer zuiver. Nog hogere zuiverheid heeft voor de werking van een elektriciteitskabel geen effect. Daarvoor geldt dus inderdaad: koper = koper.
teigetjuh schreef op maandag 5 februari 2018 @ 21:04:
Je hebt voor 220 harde/stugge kabel, dat is één kern, dit kom je eigenlijk alleen tegen in de muur. Flexibele kabel, kom je niet vaak tegen in die dikte voor 220, bestaat uit allemaal dunne aders. Dit kun je zien op de tekening van je link. Dat is geschikt voor toepassingen die iets flexibel moeten blijven, zoals in de auto.
In woningbouw wordt bijna altijd energiekabel met een enkele koperkern gebruikt. Dergelijke kabel heeft een hoge treksterkte (handig wanneer de kabel door tientallen meter buis moet worden getrokken) en is het goedkoopst. In industriële verdeelkasten wordt meestal even dikke kabel gebruikt, maar dan met een meeraderige koperkern. Dergelijke kabel is flexibel, een noodzakelijke eigenschap als je tientallen kabels in een kast moet verleggen. Bij energiekabels heeft de keuze voor wel of geen meeraderige kern dus uitsluitend praktische redenen, het heeft niets met geleidendheid of iets dergelijks te maken.
Bij alle kabels wordt de stroom uitsluitend over het buitenste oppervlak van de draad vervoerd. Dat is gewoon een natuurkundige eigenschap van elektriciteit en geen kabel kan daar iets aan veranderen. Als een kabel twee keer zoveel buitenoppervlakte heeft, kan hij dus ook twee keer zoveel energie transporteren. Ook wat dat betreft is er geen verschil tussen flexibele kabel met tientallen gevlochten aders en een stugge koperkabel. Het enige verschil is dat je bij de aansluiting van de kabel op een aansluitklem bij een flexibele kabel een aansluiting kunt maken met een groter contactoppervlak. Verder is er geen wezenlijk verschil.
Een goede grap mag vrienden kosten.