Afgelopen week zijn mijn vrouw en ik in Westerbork geweest. In het kader van 4 mei wil ik deze testcase delen. Onderstaande foto's blinken niet uit maar zijn hopelijk voldoende om een verhaal te vertellen. Ik heb er voldoende tijd gehad om redelijke foto's te kunnen schieten en een indruk, hoe beperkt ook, mee te kunnen geven.
Mocht je ooit zelf van plan zijn om Westerbork te bezoeken, wacht dan niet te lang. Zeker gezien het weinige tastbare op het Westerbork terrein raad ik iedereen aan om met een gids mee te gaan (om 12:00 of 14:00 op het terrein aanwezig). Ook deze mensen worden steeds ouder en als zij spreken voel je de persoonlijke belevenissen en de ontmoetingen, die zij hebben gehad met de overlevenden onder de slachtoffers, in hun verhaal doorklinken.
Wil je meer weten, lees dan Ondergang, een uitgewerkte wetenschappelijke studie van de vervolging en vernietiging van de in Nederland wonende Joden tijdens de bezetting door nazi Duitsland van Nederland. Onderstaande citaten komen uit dit door Jacob Presser geschreven werk.
[1] [p. 288] Westerbork is een ander woord voor de dag van het laatste gericht.

[2] Er is nergens meer steun, niet materieel en niet geestelijk, ieder is aangewezen op zichzelf en op zichzelf alleen. Men zoekt nog wel hulp, maar vindt die slechts bij uitzondering en dan nog weet men, dat deze tijdelijk is.

[3] [p. 381] Nooit zullen wij vergeten wat wij op de morgen van die prachtige zomerdag zagen. De Joden werden in veewagens gestopt: in elke wagen ongeveer 60 mensen. Zo’n wagen heeft een oppervlakte van 21,5 m2. Mannen, vrouwen, jongens en meisjes, allen door elkaar, met al hun bagage. De wagons werden van buiten gegrendeld. De reis zou enkele dagen en nachten duren. Medische hulp was afwezig.

[4] [p. 380] De mensen voelden zich, aldus een andere getuige, als dieren, op een abattoir ingeladen, met dat verschil, dat daar nog wel eens iemand van de dierenbescherming tussenbeide kwam.

[5] [p. 368/369]
Je lippen die ik heb gekust,
Je haren, donker en verward,
En dan je hart, je jonge hart,
Waaraan ‘k zo heerlijk heb gerust…..
Ik denk: het heeft zo moeten zijn.
Soms is ’t alsof je bent gestorven.
Wie weet, hoe ver, in leed en pijn,
Wij zullen hebben rondgezworven,
Voordat wij weer tezamen zijn.
J. Presser

[6] Weekblad Storm van de Germaanse SS in de Nederlanden eindigde met de zin: Het afscheid is ons niet zwaar gevallen. Gelukkig is er in ons bevrijde Nederland nu wel de ruimte om te herdenken en te rouwen.
Mocht je ooit zelf van plan zijn om Westerbork te bezoeken, wacht dan niet te lang. Zeker gezien het weinige tastbare op het Westerbork terrein raad ik iedereen aan om met een gids mee te gaan (om 12:00 of 14:00 op het terrein aanwezig). Ook deze mensen worden steeds ouder en als zij spreken voel je de persoonlijke belevenissen en de ontmoetingen, die zij hebben gehad met de overlevenden onder de slachtoffers, in hun verhaal doorklinken.
Wil je meer weten, lees dan Ondergang, een uitgewerkte wetenschappelijke studie van de vervolging en vernietiging van de in Nederland wonende Joden tijdens de bezetting door nazi Duitsland van Nederland. Onderstaande citaten komen uit dit door Jacob Presser geschreven werk.
[1] [p. 288] Westerbork is een ander woord voor de dag van het laatste gericht.

[2] Er is nergens meer steun, niet materieel en niet geestelijk, ieder is aangewezen op zichzelf en op zichzelf alleen. Men zoekt nog wel hulp, maar vindt die slechts bij uitzondering en dan nog weet men, dat deze tijdelijk is.

[3] [p. 381] Nooit zullen wij vergeten wat wij op de morgen van die prachtige zomerdag zagen. De Joden werden in veewagens gestopt: in elke wagen ongeveer 60 mensen. Zo’n wagen heeft een oppervlakte van 21,5 m2. Mannen, vrouwen, jongens en meisjes, allen door elkaar, met al hun bagage. De wagons werden van buiten gegrendeld. De reis zou enkele dagen en nachten duren. Medische hulp was afwezig.

[4] [p. 380] De mensen voelden zich, aldus een andere getuige, als dieren, op een abattoir ingeladen, met dat verschil, dat daar nog wel eens iemand van de dierenbescherming tussenbeide kwam.

[5] [p. 368/369]
Je lippen die ik heb gekust,
Je haren, donker en verward,
En dan je hart, je jonge hart,
Waaraan ‘k zo heerlijk heb gerust…..
Ik denk: het heeft zo moeten zijn.
Soms is ’t alsof je bent gestorven.
Wie weet, hoe ver, in leed en pijn,
Wij zullen hebben rondgezworven,
Voordat wij weer tezamen zijn.
J. Presser

[6] Weekblad Storm van de Germaanse SS in de Nederlanden eindigde met de zin: Het afscheid is ons niet zwaar gevallen. Gelukkig is er in ons bevrijde Nederland nu wel de ruimte om te herdenken en te rouwen.
