Techniek van het uploaden van een kabelmodem

Pagina: 1
Acties:

Vraag


Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Eric_1993
  • Registratie: Augustus 2015
  • Laatst online: 16:36
Mijn vraag

Mijn vraag gaat eigenlijk over de techniek van het kabelmodem. Ik heb laatst een groot bestand (350 GB) geupload naar de cloud. Het uploaden duurde 44 uur met een uploadsnelheid van 2,5 MBps. Op Wikipedia bijvoorbeeld lees ik dat de CMTS omstebeurt de kabelmodems toestemming geeft om te uploaden. Dit doet hij om ervoor te zorgen dat hij dus weet van welke kabelmodem het upstream komt.

Maar ik uploadde dus een bestand 2 dagen lang. Hoe zorgt de CMTS dan dat andere kunnen uploaden aangezien ik dan 2 dagenlang aan het uploaden ben?

Relevante software en hardware die ik gebruik
- Filezilla over SFTP/FTP
- Ziggo Connect Max (200/20)

Wat ik al gevonden of geprobeerd heb

Vraag gesteld op goeievraag: http://www.goeievraag.nl/...belmodem-blijven-uploaden

Gezocht op Google, zonder resultaat.

Alle reacties


Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • johnkeates
  • Registratie: Februari 2008
  • Laatst online: 04-07 16:30
Er zijn twee redenen dat je hier niks van merkt:

1. Een moderne micro CMTS doet dat niet

2. Als een CMTS dat doet merk je dat als eindgebruiker niet om dat het op link-level gebeurt aan de coax kant en je PC en de Server er dus nooit wat over zullen horen over TCP/IP o.i.d.

Op z'n best kan je hier wat van merken door een grafiekje te maken van een lange sessie en dan zie je vast wel wat pieken en dalen in de hoeveelheid pakketjes die per seconde doorkomen.

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Eric_1993
  • Registratie: Augustus 2015
  • Laatst online: 16:36
johnkeates schreef op zaterdag 12 maart 2016 @ 21:26:
Er zijn twee redenen dat je hier niks van merkt:

1. Een moderne micro CMTS doet dat niet

2. Als een CMTS dat doet merk je dat als eindgebruiker niet om dat het op link-level gebeurt aan de coax kant en je PC en de Server er dus nooit wat over zullen horen over TCP/IP o.i.d.

Op z'n best kan je hier wat van merken door een grafiekje te maken van een lange sessie en dan zie je vast wel wat pieken en dalen in de hoeveelheid pakketjes die per seconde doorkomen.
Het is dus misschien zo dat het upload even stopt terwijl het volgens je PC gewoon door gaat?

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • johnkeates
  • Registratie: Februari 2008
  • Laatst online: 04-07 16:30
Eric_1993 schreef op zaterdag 12 maart 2016 @ 21:29:
[...]


Het is dus misschien zo dat het upload even stopt terwijl het volgens je PC gewoon door gaat?
Misschien. Maar waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk wordt er zo snel geswitcht dat een sessie nooit onderbroken wordt. Stel dat je er random 10ms even een paar pakketjes minder door heen kan gooien, dan kan je als je 100 pakketjes per seconde hebt misschien 10 pakketjes minder snel verzenden. Ze worden niet uit het raam gegooid ofzo, er zitten natuurlijk overal buffers. Dus in plaats van 100 pakketjes gaan er dan 90 uit, en de volgende keer 110. En als je dan miljoenen pakketjes heen en weer stuurt dan zijn die 10 die net een paar milliseconden later/eerder gestuurd worden voor de gebruiker niet te ervaren.

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • Rukapul
  • Registratie: Februari 2000
  • Laatst online: 16:18
Het kabelnetwerk is een gedeeld medium. Als je bijvoorbeeld kijkt op Wikipedia bij Wikipedia: DOCSIS dan zie je onder Link Layer hoe de toegang verdeeld wordt bij Docsis 2 en 3. En ja, dan heb je het over megahertzen oftewel miljoenste van seconden, terwijl je als mens internetsnelheden (met name latency) uitdrukt in (tienden van) miliseconden. Totaal andere ordes van grootte dus en daarmee onmerkbaar.

Topicstarter heeft een abonnement van 20mbit/s upload wat exact overeenkomst met de 2.5MB/s. De totale upload capaciteit van het kabelnetwerk is echter vele malen hoger en wordt bepaald door de totale frequentieruimte die beschikbaar is gemaakt (dit wordt gedeeld door download, upload, analoge TV, etc.).

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • dion_b
  • Registratie: September 2000
  • Laatst online: 14:00

dion_b

Moderator Harde Waren

say Baah

Wikipedia: DOCSIS
DOCSIS employs a mixture of deterministic access methods for upstream transmissions, specifically TDMA
Wikipedia: Time division multiple access
Time division multiple access (TDMA) is a channel access method for shared medium networks. It allows several users to share the same frequency channel by dividing the signal into different time slots. The users transmit in rapid succession, one after the other, each using its own time slot.
Dit dus. Jij ervaarde een continue verbinding van 2.5MB/s (rond de 20Mbps). Maar wat je in feite had was timeslots om korte tijd op volle line speed (+-30Mbps per kanaal) in een aantal verschillende kanalen (een ED3 modem die 200/20 doet zal meestal op 4 kanalen gelocked zijn) te zenden. Aangezien er veel meer capaciteit op die kanalen zat dan wat jij gebruikte konden andere vrolijk tussendoor in hun timeslots.

Oslik blyat! Oslik!


Acties:
  • +1 Henk 'm!

  • johnkeates
  • Registratie: Februari 2008
  • Laatst online: 04-07 16:30
Met andere woorden: er gebeurt van alles, maar je merkt er als mens niks van :p

Om dezelfde reden merk je er niks van dat je mobiele communicatie met een cell tower in cellen van tijd en frequentie gaat (en daarom heet het een cell tower), terwijl je daar praktisch ook geen 'constante' verbinding hebt. Behalve als je natuurlijk buiten bereik bent ;-) maar zolang je 'bereik' hebt kan je rennen/rijden/fietsen waar je maar wil zonder onderbroken te worden tijdens een gesprek.

De tijd dat mensen iets van de achterliggende technologie merkten is volgens mij al weer een lange tijd achter de rug. Dat is maar goed ook, want stel dat je bij elk scherm ziet hoe het ververst of gescand wordt :p Of bij een VFD ziet hoe er gemultiplext is. (YouTube: EEVblog #857 - High Speed Camera Fun)

Alles gaat op de achtergrond vrij 'snel', van displays tot communicatie! :D

Acties:
  • 0 Henk 'm!

  • ArChie
  • Registratie: November 2005
  • Niet online
De DOCSIS 3.0 MAC and Upper Layer Protocols Interface Specification zegt er het volgende over:
5.2.2.2.2.1 Traffic Segmentation Overview
The upstream channels within the bonding group may have very different physical-layer characteristics. One channel may be 1280 ksps with QPSK data regions and TDMA framing while another may be 5.12 Msps with 64-QAM data regions and S-CDMA framing. The CMTS decides how to segment the bandwidth based on the bandwidth requested by the CM and the other traffic on the upstream channels. Figure 5–4 shows an example of four upstream TDMA channels with varying mini-slot sizes. Each row in the figure represents bandwidth across a single upstream channel. The vertical lines demarcate the mini-slot boundaries.

The letters and shadings in the figure represent the service flow to which the block of bandwidth has been allocated by the CMTS. Blocks E and D represent small grants to different flows supporting voice service. In this example, the CMTS chooses to grant A's request by using bandwidth on only Channels #1 and #2. Similarly the CMTS chooses to grant B's request by using only Channels #3 and #4. The CMTS chooses to grant C's request spread across all four upstream channels.

Afbeeldingslocatie: http://i.imgur.com/xNuKhjP.png
Figure 5–4 - Segmentation Example

Each contiguous group of mini-slots assigned to the same service flow on the same channel in the figure becomes a segment. Thus the grant to service flow B consists of 2 segments and the grant to service flow C consists of 4 segments. Since the grant to service flow A on Channel #1 consists of two portions separated by the grant to service flow E, the overall grant to service flow A consists of 3 segments: two on Channel #1 and one on Channel #2. Each of these segments is treated like a legacy grant from the standpoint of physical layer overhead. Each segment will need a preamble at the beginning and, if TDMA transmission is used, guard time at the end. The physical layer properties of each segment are specified by the channel's physical parameters and the segment's burst parameters. The set of channels over which the CMTS may segment bandwidth for a given service flow is called the service flow's Upstream Bonding Group. The Upstream Bonding Group is used by the CMTS to know on which channels it may allocate grants to a service flow. The Upstream Bonding Group is also used by the CM to know on which channels it may send requests and on which channels it must look for grants for a given service flow.
De modems sturen Request Frame (REQ) berichten naar de CMTS met het verzoek om te mogen zenden en de CMTS bepaalt wie er in welke upstream en op welk moment mag zenden. Om dat kenbaar te maken aan de modems in het coaxsegment worden er continue Upstream Bandwidth Allocation MAP DOCSIS management berichten via de downstreams verzonden samen met informatie over de samenstelling van de upstreams via de Upstream Channel Descriptor berichten en de MAC Domain Descriptors voor de configuratie van o.a. de downstreams. Onderstaand een telling van het aantal DOCSIS management berichten (PDU Count) dat een CMTS in een tijdsbestek van ongeveer 45 seconden via een downstream verzendt (meting op 274 MHz in mijn coaxsegment):
code:
1
2
3
4
5
6
7
==============================================================================================================================================================================================================================================================================
Destination Address   Manufacturer                  Frequency FC Type                           Header/Frame Type                 MAC Management Message Type                        Source Address           PDU Count     Byte Count  Comment                               
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
01-E0-2F-00-00-01                                   274       MAC Specific Header               MAC Management Header             Upstream Bandwidth Allocation                      C8-4C-75-XX-XX-4C            93684        5999484                                        
01-E0-2F-00-00-01                                   274       MAC Specific Header               MAC Management Header             Upstream Channel Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0 Only)  C8-4C-75-XX-XX-4C               96          45408                                        
01-E0-2F-00-00-01                                   274       MAC Specific Header               MAC Management Header             MAC Domain Descriptor                              C8-4C-75-XX-XX-4C               24          15168                                        
01-E0-2F-00-00-01                                   274       MAC Specific Header               MAC Management Header             MAC Domain Descriptor                              C8-4C-75-XX-XX-4D               24            816


De CMTS wijst dus meer dan 2000 keer per seconde de zendtijd van de modems toe. Een deel van die zendtijd wordt gereserveerd voor administratief verkeer tussen modem en CMTS. Modems moeten immers ook de kans krijgen zich te registreren bij een CMTS en een modem moet ook met een bepaalde regelmaat Ranging Request berichten naar de CMTS versturen die door de CMTS dan weer met Ranging Responses beantwoord worden. Als dat proces niet goed verloopt krijg je van die T3/T4 errors in het status overzicht van de modem.

Overigens wordt er een upstream kanaal niet met één vast modulatie type gebruikt, het door de modem te gebruiken modulatie type hangt af van het soort toepassingen waarvoor de CMTS zend tijd toewijst. Die toepassingen worden gedefinieerd in de Upstream Channel Descriptor management berichten die de CMTS verstuurt. Onderstaand een voorbeeld van zo'n upstream kanaal definitie zoals verstuurd in mijn coaxsegment:

      ├─■ Upstream Channel Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0 Only)
      │ ├─■ Upstream Channel ID = 1
      │ ├─■ Configuration Change Count = 11
      │ ├─■ Mini-Slot Size = 2
      │ ├─■ Downstream Channel ID = 73
      │ └─■ TLVs:
      │   ├─■ Modulation Rate = 5120 { Ksym/sec }
      │   ├─■ Frequency = 52000000 { Hz }
      │   ├─■ Maintain Power Spectral Density = off
      │   ├─■ Ranging Required = no ranging required
      │   ├─■ Preamble Pattern
      │   │ └─■ data = 0000  03 F0 28 33 EB F0 28 33 EB F0 28 33 EB F0 28 33  ..(3..(3..(3..(3
      │   │            0010  EB F1 64 28 92 A9 97 47 67 DA 04 17 BB C2 75 8F  ..d(...Gg.....u.
      │   │            0020  36 FF 57 39 35 0D C1 87 19 88 D3 D2 2B 60 3F 29  6.W95.......+`?)
      │   │            0030  6B 0D F3 DE C0 ED F3 DE C0 ED F3 DE C0 ED F3 DE  k...............
      │   │            0040  C0 ED F1 64 28 92 A9 97 47 67 DA 04 17 BB C2 75  ...d(...Gg.....u
      │   │            0050  8F 36 FF 57 39 35 0D C1 87 19 88 D3 D2 2B 60 3F  .6.W95.......+`?
      │   │            0060  29 6B 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  )k..............
      │   │            0070  00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00 00  ................
      │   ├─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │   │ ├─■ Interval Usage Code = Request
      │   │ └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │   │   ├─■ Modulation Type = 16-QAM
      │   │   ├─■ Differential Encoding = off
      │   │   ├─■ Preamble Length = 36
      │   │   ├─■ Preamble Value Offset = 396
      │   │   ├─■ FEC Error Correction (T) = 0
      │   │   ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 16
      │   │   ├─■ Scrambler Seed = 338
      │   │   ├─■ Maximum Burst Size = 0
      │   │   ├─■ Guard Time Size = 22
      │   │   ├─■ Last Codeword Length = fixed
      │   │   ├─■ Scrambler on/off = on
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 1
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │   │   └─■ Preamble Type = QPSK1
      │   ├─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │   │ ├─■ Interval Usage Code = Initial Maintenance
      │   │ └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │   │   ├─■ Modulation Type = 16-QAM
      │   │   ├─■ Differential Encoding = off
      │   │   ├─■ Preamble Length = 384
      │   │   ├─■ Preamble Value Offset = 6
      │   │   ├─■ FEC Error Correction (T) = 5
      │   │   ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 34
      │   │   ├─■ Scrambler Seed = 338
      │   │   ├─■ Maximum Burst Size = 0
      │   │   ├─■ Guard Time Size = 48
      │   │   ├─■ Last Codeword Length = fixed
      │   │   ├─■ Scrambler on/off = on
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 1
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │   │   └─■ Preamble Type = QPSK1
      │   ├─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │   │ ├─■ Interval Usage Code = Station Maintenance
      │   │ └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │   │   ├─■ Modulation Type = 16-QAM
      │   │   ├─■ Differential Encoding = off
      │   │   ├─■ Preamble Length = 384
      │   │   ├─■ Preamble Value Offset = 6
      │   │   ├─■ FEC Error Correction (T) = 5
      │   │   ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 34
      │   │   ├─■ Scrambler Seed = 338
      │   │   ├─■ Maximum Burst Size = 0
      │   │   ├─■ Guard Time Size = 48
      │   │   ├─■ Last Codeword Length = fixed
      │   │   ├─■ Scrambler on/off = on
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 1
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │   │   └─■ Preamble Type = QPSK1
      │   ├─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │   │ ├─■ Interval Usage Code = Advanced PHY Short Data Grant
      │   │ └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │   │   ├─■ Modulation Type = 64-QAM
      │   │   ├─■ Differential Encoding = off
      │   │   ├─■ Preamble Length = 64
      │   │   ├─■ Preamble Value Offset = 396
      │   │   ├─■ FEC Error Correction (T) = 6
      │   │   ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 76
      │   │   ├─■ Scrambler Seed = 338
      │   │   ├─■ Maximum Burst Size = 6
      │   │   ├─■ Guard Time Size = 22
      │   │   ├─■ Last Codeword Length = shortened
      │   │   ├─■ Scrambler on/off = on
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 1
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │   │   └─■ Preamble Type = QPSK1
      │   ├─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │   │ ├─■ Interval Usage Code = Advanced PHY Long Data Grant
      │   │ └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │   │   ├─■ Modulation Type = 64-QAM
      │   │   ├─■ Differential Encoding = off
      │   │   ├─■ Preamble Length = 64
      │   │   ├─■ Preamble Value Offset = 396
      │   │   ├─■ FEC Error Correction (T) = 9
      │   │   ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 232
      │   │   ├─■ Scrambler Seed = 338
      │   │   ├─■ Maximum Burst Size = 0
      │   │   ├─■ Guard Time Size = 22
      │   │   ├─■ Last Codeword Length = shortened
      │   │   ├─■ Scrambler on/off = on
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 0
      │   │   ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │   │   └─■ Preamble Type = QPSK1
      │   └─■ Burst Descriptor (DOCSIS 2.0/3.0)
      │     ├─■ Interval Usage Code = Advanced PHY Unsolicited Grant
      │     └─■ Upstream Physical-Layer Burst Attributes:
      │       ├─■ Modulation Type = 16-QAM
      │       ├─■ Differential Encoding = off
      │       ├─■ Preamble Length = 64
      │       ├─■ Preamble Value Offset = 396
      │       ├─■ FEC Error Correction (T) = 9
      │       ├─■ FEC Codeword Information Bytes (k) = 232
      │       ├─■ Scrambler Seed = 338
      │       ├─■ Maximum Burst Size = 53
      │       ├─■ Guard Time Size = 22
      │       ├─■ Last Codeword Length = shortened
      │       ├─■ Scrambler on/off = on
      │       ├─■ R-S Interleaver Depth (Ir) = 1
      │       ├─■ R-S Interleaver Block Size (Br) = 2048
      │       └─■ Preamble Type = QPSK1


Deze upstream wordt doorgeven op 52 MHz (52000000 Hz) met een symbol rate van 5120 Ksym/sec. Iedere Burst Descriptor tak is een bepaalde toepassing. Er zijn dus 6 verschillende toepassingen voor dit upstream kanaal gedefinieerd met ieder een eigen modulatie type, namelijk:
  • Request (16-QAM)
  • Initial Maintenance (16-QAM)
  • Station Maintenance (16-QAM)
  • Advanced PHY Short Data Grant (64-QAM)
  • Advanced PHY Long Data Grant (64-QAM)
  • Advanced PHY Unsolicited Data Grant (16-QAM)
De Data Grant toepassingen worden gebruikt om de modems data te laten verzenden en zijn tevens de momenten dat het modem het hoogst mogelijke modulatie type mag toepassen. Wat mogelijk is verschilt namelijk per upstream frequentie. Naarmate die frequenties lager worden is er sprake van meer ruis en zal er gekozen worden voor lagere modulatie types zoals bijvoorbeeld QPSK. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de haalbare bitrate binnen een upstream. Een modem laat veelal op de status pagina's het hoogst mogelijke modulatie type zien, maar dat wil dus niet zeggen dat dat modulatietype continu gebruikt wordt voor die upstream.
Pagina: 1