Veganisme is één van de drie allerbelangrijkste maatregelen om de wereld te verbeteren (knip) Het is een viervoudige winsituatie: voor de gezondheid, het milieu, de voedselvoorziening en de dieren. Het is tevens een morele plicht.
Goed geplande (gevarieerde) veganistische voeding is voedingskundig geschikt, voor iedereen, inclusief zwangere vrouwen, kinderen en topsporters. Dat zeggen letterlijk de grootste voedingsdeskundigenorganisaties (bv. http://www.eatright.org/About/Content.aspx?id=8357) en wordt bewezen door veganistische topsporters http://www.greatveganathletes.com/). Daar er in veganistische voeding wel voldoende van de gezonde stoffen zitten, maar minder verzadigde vetten en cholesterol (en wel meer gezonde vezels en antioxidanten) dan in dierlijke producten, kan veganistische voeding gezondheidsvoordelen bieden: minder risico op hart- en vaatziektes, kanker, diabetes,... Naast de gezondheidsproblemen bij consumenten veroorzaken dierlijke producten nog veel gezondheidsproblemen bij de producenten (veeteelt, visserij en slacht zijn gevaarlijke beroepen met veel ziektes en verwondingen) en de brede bevolking (antibioticaresistente bacteriën, zoönotische ziektes die uitgroeien tot pandemieën,...)
Veganistische voeding is op allerlei vlakken beter voor het milieu: minder gebruik van land, water, energie en andere grondstoffen, minder vervuiling van verzurende stoffen, broeikasgassen en mest, minder verlies van biodiversiteit. En natuurlijk minder verstoring van vispopulaties. Zeewieren en algen zijn geschikte alternatieven voor vis. Veganistische voeding heeft een veel lagere ecologische voetafdruk dan omnivoristische voeding.
Veganistische voeding is beter voor de voedselzekerheid: minder verspilling van voedsel omdat er minder voedsel wordt omgezet in oneetbare mest. Met veganisme kan men meer mensen voeden dan met het westerse omnivorisme.
En het belangrijkste: veganisme is een morele plicht omwille van dierenrechten. In mijn doctoraat heb ik de ethische consistentie onderzocht van gelijkheid van alle voelende wezens. (voor een Nederlandstalige samenvatting, zie knip)
Aan de hand van 5 ethische principes, vertaald in de metafoor van de 'morele hand', heb ik een consistent ethisch systeem ontwikkeld dat zegt dat we veganistisch moeten eten. De regel om veganistisch te eten is een morele plicht.
De duim: we moeten die regels volgen die iedereen in alle gelijkaardige situaties zou moeten volgen. We moeten dus het goede voorbeeld geven, en we mogen niet naar willekeur iemand anders discrimineren, want we moeten gelijken gelijk behandelen.
De wijsvinger (de waarde van welzijn): we moeten het welzijn van iedereen verhogen, en een voorkeur geven aan het welzijn van de laagste posities (de ergste lijders). De veeteelt zorgt voor een te groot verlies van welzijn. Veedieren zitten duidelijk in de laagste posities. Het is veel erger om als veedier behandeld te worden dan om geen dierlijke producten meer te kunnen eten.
De middelvinger (de waarde van lichamelijke zelfbeschikking): we mogen niet iemand anders tegen diens wil in gebruiken of opofferen als middel voor onze (niet-vitale) doelen. Iemand wordt gebruikt als middel als diens lichaam noodzakelijk aanwezig moet zijn. We mogen geen dierlijke producten consumeren, want veedieren en vissen worden dan tegen hun wil in behandeld en gebruikt voor hun lichamelijke producten voor smaakgenot. Iemands lichaam is van dat individu, en niet van ons. Vlees is diefstal van iemands lichaam.
De ringvinger (de waarde van biodiversiteit): carnivore predatoren mogen nog wel jagen, want voor hen is vlees een noodzakelijke behoefte en anders zouden al die dieren moeten uitsterven en dan is er een te groot verlies van biodiversiteit. Wij kunnen echter wel gezond overleven zonder dierlijke producten, en de veeteelt is de belangrijkste speler in het wereldwijde verlies van biodiversiteit (ongeveer 30%), dus voor de biodiversiteit is het wel goed dat wij veganistisch eten.
De pink (de waarde van persoonlijke relaties): we mogen bij het helpen van anderen (en onszelf) een klein beetje partijdig zijn ten voordele van onze dierbaren, zolang we gelijkaardige niveaus van partijdigheid van iedereen tolereren. Je mag bijvoorbeeld meer geld geven voor de verzorging van je huisdier dan voor de verzorging van (onbekende) mensen. Je mag uit een brandend huis je eigen kind redden in plaats bv. twee andere kinderen, of in plaats van een hond. Je mag echter niet andere kinderen of honden tegen hun wil in opofferen om jouw kind te genezen van een ziekte, omwille van het middelvingerprincipe.
Deze vijf principes zijn voldoende voor een consistent ethisch systeem dat het beste past bij onze sterkste morele basisoordelen en intuïties. het impliceert dat dieren rechten hebben, dat iedereen op een bepaalde manier gelijkwaardig is, dat we niet mogen discrimineren op basis van soort, en dat we veganistisch moeten eten.
Goed geplande (gevarieerde) veganistische voeding is voedingskundig geschikt, voor iedereen, inclusief zwangere vrouwen, kinderen en topsporters. Dat zeggen letterlijk de grootste voedingsdeskundigenorganisaties (bv. http://www.eatright.org/About/Content.aspx?id=8357) en wordt bewezen door veganistische topsporters http://www.greatveganathletes.com/). Daar er in veganistische voeding wel voldoende van de gezonde stoffen zitten, maar minder verzadigde vetten en cholesterol (en wel meer gezonde vezels en antioxidanten) dan in dierlijke producten, kan veganistische voeding gezondheidsvoordelen bieden: minder risico op hart- en vaatziektes, kanker, diabetes,... Naast de gezondheidsproblemen bij consumenten veroorzaken dierlijke producten nog veel gezondheidsproblemen bij de producenten (veeteelt, visserij en slacht zijn gevaarlijke beroepen met veel ziektes en verwondingen) en de brede bevolking (antibioticaresistente bacteriën, zoönotische ziektes die uitgroeien tot pandemieën,...)
Veganistische voeding is op allerlei vlakken beter voor het milieu: minder gebruik van land, water, energie en andere grondstoffen, minder vervuiling van verzurende stoffen, broeikasgassen en mest, minder verlies van biodiversiteit. En natuurlijk minder verstoring van vispopulaties. Zeewieren en algen zijn geschikte alternatieven voor vis. Veganistische voeding heeft een veel lagere ecologische voetafdruk dan omnivoristische voeding.
Veganistische voeding is beter voor de voedselzekerheid: minder verspilling van voedsel omdat er minder voedsel wordt omgezet in oneetbare mest. Met veganisme kan men meer mensen voeden dan met het westerse omnivorisme.
En het belangrijkste: veganisme is een morele plicht omwille van dierenrechten. In mijn doctoraat heb ik de ethische consistentie onderzocht van gelijkheid van alle voelende wezens. (voor een Nederlandstalige samenvatting, zie knip)
Aan de hand van 5 ethische principes, vertaald in de metafoor van de 'morele hand', heb ik een consistent ethisch systeem ontwikkeld dat zegt dat we veganistisch moeten eten. De regel om veganistisch te eten is een morele plicht.
De duim: we moeten die regels volgen die iedereen in alle gelijkaardige situaties zou moeten volgen. We moeten dus het goede voorbeeld geven, en we mogen niet naar willekeur iemand anders discrimineren, want we moeten gelijken gelijk behandelen.
De wijsvinger (de waarde van welzijn): we moeten het welzijn van iedereen verhogen, en een voorkeur geven aan het welzijn van de laagste posities (de ergste lijders). De veeteelt zorgt voor een te groot verlies van welzijn. Veedieren zitten duidelijk in de laagste posities. Het is veel erger om als veedier behandeld te worden dan om geen dierlijke producten meer te kunnen eten.
De middelvinger (de waarde van lichamelijke zelfbeschikking): we mogen niet iemand anders tegen diens wil in gebruiken of opofferen als middel voor onze (niet-vitale) doelen. Iemand wordt gebruikt als middel als diens lichaam noodzakelijk aanwezig moet zijn. We mogen geen dierlijke producten consumeren, want veedieren en vissen worden dan tegen hun wil in behandeld en gebruikt voor hun lichamelijke producten voor smaakgenot. Iemands lichaam is van dat individu, en niet van ons. Vlees is diefstal van iemands lichaam.
De ringvinger (de waarde van biodiversiteit): carnivore predatoren mogen nog wel jagen, want voor hen is vlees een noodzakelijke behoefte en anders zouden al die dieren moeten uitsterven en dan is er een te groot verlies van biodiversiteit. Wij kunnen echter wel gezond overleven zonder dierlijke producten, en de veeteelt is de belangrijkste speler in het wereldwijde verlies van biodiversiteit (ongeveer 30%), dus voor de biodiversiteit is het wel goed dat wij veganistisch eten.
De pink (de waarde van persoonlijke relaties): we mogen bij het helpen van anderen (en onszelf) een klein beetje partijdig zijn ten voordele van onze dierbaren, zolang we gelijkaardige niveaus van partijdigheid van iedereen tolereren. Je mag bijvoorbeeld meer geld geven voor de verzorging van je huisdier dan voor de verzorging van (onbekende) mensen. Je mag uit een brandend huis je eigen kind redden in plaats bv. twee andere kinderen, of in plaats van een hond. Je mag echter niet andere kinderen of honden tegen hun wil in opofferen om jouw kind te genezen van een ziekte, omwille van het middelvingerprincipe.
Deze vijf principes zijn voldoende voor een consistent ethisch systeem dat het beste past bij onze sterkste morele basisoordelen en intuïties. het impliceert dat dieren rechten hebben, dat iedereen op een bepaalde manier gelijkwaardig is, dat we niet mogen discrimineren op basis van soort, en dat we veganistisch moeten eten.
[ Voor 2% gewijzigd door gambieter op 16-01-2015 21:18 ]