Artikel 3 Verplichtingen van de werkgevers- en werknemersorganisaties
Sociaal beleid
4. De werkgever informeert en raadpleegt het medezeggenschapsorgaan in zijn onderneming
regelmatig over de gang van zaken in de onderneming in het algemeen en meer in het bijzonder
over het gevoerde personeelsbeleid. Hij neemt daarbij de bepalingen uit de Wet op de
Ondernemingsraden in acht.
Artikel 11 Basis- en uitgebreide regeling
Arbeidsduur
2. a. De standaard arbeidsduur in deze cao is 38 uur per week.
b. Werkgever en de individuele werknemer kunnen in overleg een werkweek van 36 of 40 uur
overeenkomen.
c. De werkgever kan met de individuele werknemer die een dienstverband voor onbepaalde tijd
heeft een dienstverband van 42 uur afspreken. Op verzoek van werkgever of werknemer kan
het dienstverband van 42 uur teruggezet worden naar een dienstverband van 38 uur.
Artikel 12 Bedrijfstijden en arbeidsduur
1. In de basisregeling is de bedrijfstijd van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.00 uur.
De arbeidsduur is 7 uur en 36 minuten per dag en 38 uur per week (of indien van toepassing 36,
40 of 42 uur per week).
2. De werkgever kan met instemming van de meerderheid van het personeel overeenkomen dat de
arbeidsduur per dag 8 uur bedraagt en de arbeidsduur over de week 38 uur blijft.
3. Onder handhaving van het gemiddelde van 38 uur per week op jaarbasis kan de werkgever met
de werknemer(s) overeenkomen de arbeidsduur te verschuiven als volgt.
a. Gedurende maximaal 10 weken per jaar kan 9 uur per dag gewerkt worden met een
maximum van 45 uur per week.
b. Gedurende maximaal 15 weken per jaar kan 6,5 uur per dag gewerkt worden wanneer de
werkdag voor de resterende periode minimaal 7 uur bedraagt.
c. De perioden hoeven niet aangesloten te zijn mits de verschillende perioden minimaal een
week van te voren worden vastgesteld.
d. Wordt gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om de arbeidsduur te verschuiven dan dienen
alle eventueel gewerkte extra uren te worden verrekend bij van einde van het dienstverband.
e. De werknemer van 55 jaar en ouder is niet verplicht deel te nemen aan een regeling van
verschoven uren.
Artikel 13 Toeslagen
1. De basisregeling kent de volgende toeslagen:
- feestdagentoeslag (lid 2)
- zondagtoeslag (lid 3)
- overwerktoeslag, onregelmatigheidstoeslag en roostertoeslag (lid 4).
Toeslagen worden niet bij elkaar opgeteld; het hoogste percentage geldt.
2. Wanneer de werknemer werkt op een doorbetaalde feestdag, dan ontvangt hij naast het
overeengekomen week- of maandsalaris ook het uurloon over het aantal gewerkte uren plus een
toeslag van 50%.
3. Wanneer de werknemer op zondag werkt, dan ontvangt hij over de gewerkte uren een toeslag
van 100% op het uurloon.
4. Wanneer de werknemer werkt buiten zijn overeengekomen arbeidstijd op maandag t/m
zaterdag, dan gelden voor de gewerkte uren de volgende toeslagen op het uurloon.
a. Tussen 21.00 uur en 03.00 uur een toeslag van 50%.
b. Tussen 03.00 uur en 21.00 uur ingeval van overwerk of inconveniënte uren een toeslag van
35%.
c. Op zaterdagmiddag ingeval van inroostering een toeslag van 20%. Voor de zaterdaghulp
geldt deze toeslag niet.
d. Op zaterdag tussen 03.00 uur en 21.00 een toeslag van 50%. Voor de zaterdaghulp geldt
deze toeslag niet.
e. Op zaterdag tussen 00.00 uur en 03.00 uur en tussen 21.00 en 24.00 uur een toeslag van
100%.
De werknemer die ervoor kiest om op zaterdag te werken ter vervanging van een doordeweekse
dag, heeft geen recht op een overwerk- of onregelmatigheidstoeslag. Wordt in dat geval op
zaterdagmiddag gewerkt, dan geldt een toeslag van 20% op het uurloon.
5. De uitbetaling van toeslagen gebeurt in geld. Werkgever en werknemer kunnen uitbetaling in tijd
overeenkomen.
Artikel 14 Medezeggenschap en overige voorwaarden
1. a. De uitgebreide regeling is, of onderdelen ervan zijn, van toepassing als de werkgever
daarover overeenstemming heeft bereikt met zijn medezeggenschapsorgaan. Wanneer het
medezeggenschaporgaan er niet is, moet de werkgever overeenstemming bereiken met
twee-derde van de werknemers met een vast dienstverband of een dienstverband van ten
minste één jaar.
De regeling kan, of onderdelen ervan kunnen, met de individuele werknemer worden
overeengekomen in ondernemingen met minder dan 10 werknemers waar geen
medezeggenschapsorgaan is.
b. De werkgever geeft ten minste een maand voor de invoering aan alle werknemers schriftelijk
de inhoud van de regeling door.
2. Wanneer het begin en einde van de arbeidstijd wisselend of volgens rooster worden ingevuld,
worden werktijden tijdig en ten minste een week van tevoren aan de werknemer meegedeeld.
Artikel 14A Bedrijfstijden en arbeidsduur
1. In de uitgebreide regeling ligt de bedrijfstijd tussen 06.00 uur en 19.00 uur.
2. a. Een werkweek omvat 5 aaneengesloten dagen. Deze dagen worden aangeduid als dagen 1
t/m 5. Een werkweek vangt aan met dag 1 en kan op elk van de 7 dagen in een week starten.
Zie de leden 3 en 4 voor de wijze
[...]
5. In de uitgebreide regeling kan op de dagen 1 t/m 5 een arbeidsduur worden overeengekomen
tussen de 6 uur en 10 uur per dag en 30 en 45 uur per week onder handhaving van het
gemiddelde van 38 uur per week (of indien van toepassing 36, 40 of 42 uur per week).
6. a. De bedrijfstijd als bedoeld in lid 1 kan gedurende drie maanden per jaar met één uur worden
verschoven. De bedrijfstijd ligt dan tussen 05.00 uur en 18.00 uur of 07.00 uur en 20.00 uur.
b. In afwijking van lid 5 kan gedurende drie maanden per jaar de arbeidsduur liggen tussen de 5
uur en 9 uur per dag.
7. Bij invulling van de arbeidsduur overeenkomstig lid 5 is verrekening van min- en plusuren
mogelijk onder de volgende voorwaarden:
- binnen de bedrijfstijd uit lid 1,
- binnen de overeengekomen arbeidsduur per dag uit lid 5,
- op de dagen 1 t/m 5.
Artikel 23 Vakantie
1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
2. Het aantal uren vakantie met behoud van loon bedraagt per 1 juli 2010 9,96% van het aantal
overeengekomen arbeidsuren per jaar en het gemiddelde aantal meeruren bij
deeltijddienstverbanden conform artikel 11 lid 3 sub c. Bij een voltijd dienstverband is dit 26
vakantiedagen per jaar.
Een volle week vakantie is gelijk aan het gemiddelde aantal uren per werkweek.
Vakantieaanspraken van de werknemer, die een deel van het vakantiejaar in dienst is (geweest)
worden naar evenredigheid toegekend.
[...]
7. De werknemer met voldoende vakantieuren kan een vakantie opnemen van drie weken. De
werknemer kan in overleg met de werkgever eenmaal per twee jaar een aaneengesloten
vakantie opnemen van ten hoogste zeven weken, als hij daarvoor voldoende vakantieuren heeft.
De werknemer dient hiervoor ten minste 12 maanden voor het begin van de gewenste vakantie
schriftelijk een verzoek in.
http://www.cnvvakmensen.n...lastuinbouw_2012-2014.pdf