Aangezien dit een o.a. processor-forum is, plaatst ik deze ook tekst met plezier op dit forum. Hier in dit verhaal wordt een hoop details over AMD-achtigen uit de doeken gedaan en anderen worden natuurlijk aangemoedigd om onvolledigheden aan te pakken en te verduidelijken.
Deze topic zal straks integraal in de PM-FAQ verschijnen, zodoende kan er misschien een antwoord worden gegeven op vragen die nog moeten komen.
Zowiezo dat ik voor vragen graag verwijs naar de Tnet-Search :) of de Onno-Search
.
AMD is in tegenstelling tot wat mensen denken al een hele oude speler in de CPU-markt. Iedereen die weet dat de 386-DX40 ooit bestaan heeft, denkt dan aan een AMD-CPU. Om deze reden ga ik dus bewust niet nog verder terug in de tijd.
In het 80386 tijdperk was de chipsindustrie nog zoekende naar het hoe en wat, zodoende dat er een aantal rare dingen zijn gebeurt (bv dat Bill Gates het programma CP/DOS kocht voor $50.000 en het als MS-DOS op de markt bracht, => entree Microsoft). Met behulp van zogenaamd Reversed Enginering (het helpt wel als je geen patent kan nemen op een nummer) waren een aantal bedrijven in staat om een ander ontwerp zelf ook te gaan fabriceren. AMD deed dat met de door Intel ontwikkelde 32 bit 80386 core en bracht in feite regelrechte klonen op de markt van Intel. Alleen vond Intel 33 MHz al voldoende en dacht AMD met de DX-40 een beter product te hebben (ik heb er 1 aan de muur hangen
). Dit geintje heeft AMD overigens herhaald bij de 80486.
Ook de 80486 was door Intel ontworpen en AMD was weer in staat deze core te copieren. Hierbij werden een aantal interessante dingen met AMD aangevuld, zoals de 80486-DX-40.
Later leverde AMD een 40486DX2-80 (2*40) en de DX-4-120 (3*40). Terwijl Intel met het Pentium gebeuren lang en breed begonnen was volgde zelfs een 80486 DX5-133 (4*33) en zelfs een 80486DX5-160 (4*40)(heb ik ook nog ergens aan de muur hangen
).
Vooral bij de 486 was de 40 MHz veelvoud de innovatie van AMD. Bij het 486 werd namelijk de term FSB in redelijke mate gedefinieerd. Om grafisch vooruit te komen werd een 32-bit Vesa Local Bus gemaakt/afgesproken die een deel van de kloksnelheid van de CPU moest gaan draaien. Aangezien Intel alleen 25 of 33 MHz ‘FSB’s aanhield, kon AMD met 40 MHz makkelijk een hogere snelheid claimen. De 80486DX-2 80 werd indertijd in alle folders aangeprezen als 21% zuivere winst t.o.v. de DX-2 66 (wat toen Intel’s best verkopende CPU was). Toen AMD de DX4-120 en zelfs DX5-160 op de markt bracht, hadden ze in principe behoorlijk sterke CPU’s voor een 486.
Probleem was alleen dat Intel een ander spelletje ging spelen. Met de komst van de 64-bits Pentium werd het verhaal rigoureus veranderd. De naam Pentium bleek wel patenteerbaar te zijn zodat het hele Pentium-verhaal aan AMD voorbij ging. De Pentium werd door Intel ook voorzien van goede mobo’s en de zogenaamde PCI-interface. Deze combinatie had weliswaar een slechte start (duur en tja, de pentiumbug), maar de steeds hogere kloksnelheden en de brute FPU-kracht zorgde ervoor dat de 486 steeds voorhistorischer werd. AMD moest serieus aan de bak in deze tijd. Veel research werd gedaan aan het voort laten leven van de 80486, maar de mobo’s, geheugeninterface etc waren gewoon ontoereikend. Na veel vertraging werd een k5-serie (de 80586 serie van AMD) geïntroduceerd. Deze serie was veel te laat en veel te slecht leverbaar, waardoor deze serie eigenlijk vrij onbekend bleef.
Er was echter wel een ander bedrijf dat de concurrentie aandurfde: NexGen. Deze maakten ook een chip en in de tijd van de Pentium 90/100 kwam dit bedrijf ook uit met een 90 MHz geklokte CPU. De prestaties waren niet werkelijk spectaculair (was niet 100% compatibel), maar kon wel meekomen met de Pentiums. Ook was het design van de core erg vooruitstrevend. Doordat deze CPU’s op een eigen interface moesten werken en niet op wijd verspreidde Pentium-sockets paste, is deze CPU door gebrekkige moederbord ondersteuning ten onder gegaan. AMD heeft echter NexGen overgenomen en de technieken gebruikt voor de ontwikkeling van een nieuwe core: de K6.
In de nadagen van de Pentium werd de K6 gelanceerd 9of hier) op de kloksnelheden van 166, 200 en 233 MHz. Deze CPU’s waren 100% Intel-compatibel en konden dus op het Pentium-socket 7 worden geplaatst. Ook bevatte deze CPU’s de nieuwe instructies van Intel, MMX. Mede door de lage prijs en gelijkwaardige performance werd de K6 een redelijk succes. AMD beroemde zich erop dat de performance ongeveer gelijk was aan de op dat moment gloednieuwe PentiumII. Maar Intel verbrandde de schepen achter zich door in de pII op halve CPU-speed geintegreerde cache te plaatsen (terwijl de socket 7 cache op 66 MHz bleef) en het AGP-slot te maken. Vage bedrijven als VIA introduceerden chipsets voor de socket7 met AGP waar de k6-serie op verder kon borduren. De k6-266 en k6-300 volgden. Alleen bleken de moederborden met AGP-sloten systematisch onbetrouwbaar te zijn, het tekort aan snelle cache en de slechte leverbaarheid van de hoger geklokte k6-serie zorgde dat het socket 7 eigenlijk alleen voor de echte tweakers interessant bleef. Overklokken van de FSB naar 75 of 83 MHz leverde aardige winsten op en zelfs een officiele 100 MHz FSB werd later door VIA op de markt gebracht. De oorspronkelijke K6 was dus beschikbaar in de smaken 166,200, 233, 266 en 300 MHz.
In de vergelijkende testen met Intel-systemen bleef de K6 echter ver achter de PentiumII en de goedkope Celeron die rond deze tijd ook verkocht werden. Intel had zojuist ook de stap naar 100 MHz genomen met een Bimini chipset (BX) en daarmee flexibiliteit en betrouwbaarheid nieuwe dimensies gegeven. Vooral bij 3D-spellen bleek de K6 niet toereikend te zijn. De instructie-set van de K6 werd daarom voorzien van extra instructies die 3D zouden moeten versnellen (codenaam K6-3D, instructies 3D-now!). Ook dit project had overigens de nodige vertraging maar uiteindelijk werd de K6-2 300 gelanceerd. De prestaties van dit systeem zouden gelijkwaardig moeten zijn aan de pII-300. De extra 3D-functies werden door Microsoft opgenomen in DirectX6 zodat ook de ondersteuning goed zou moeten worden. Op dat moment begon voor AMD een ander verhaal op te spelen: slechte leveranties. De tijd dat een product werd gelanceerd en daadwerkelijk in de winkel verkrijgbaar was duurde zo rond de 4 maanden, zodat iedere keer een product-cyclus werd gemist. Dit gebeurde bij de k6-2 300, de 350, de 400 (met nieuwe stepping
) en zelfs de 450.
Naarmate de kloksnelheden omhoog gingen, bleef de cache op het moederbord echter achter op 100 MHz. De relatieve snelheidswinst werd steeds lager zodat de CPU’s steeds slechter tevoorschijn kwamen uit vergelijkende testen met Intel. Het integreren van cache op de CPU-die zodat deze op volle snelheid van de CPU mee zou draaien werd daarom als oplossing aangedragen. Onder de naam Sharp-tooth werd uiteindelijk de K6-3 gemaakt. Deze CPU bevatte 256 Kb full-speed cache en werd beschikbaar gesteld op 400, 450 en 500 MHz. Helaas werd ook dit behoorlijk vertraagt en de leverbaarheid van deze CPU’s was niet best (daarom was de prijs ook niet best).
Recapitulerend was de toestand van AMD begin 1999 niet best. De moederborden werden geplaagd door vage klachten of de naam deze klachten te hebben. De CPU’s die high-end moesten meedraaien waren slecht leverbaar, zodat alleen het low-budget-martksegment bedient kon worden. Deze markt kon AMD iig redelijk bedienen. Alleen had AMD nog meer plannen op tafel liggen.
Om voor eens en altijd van een slag te kunnen slaan werden hoge ambities neergelegd. Onder de code K7 werd een nieuwe CPU-core ontwikkeld die een zware FPU moest hebben en behoorlijke prestaties. De buitenwereld volgde dit proces met scepsis (of hier, aangezien AMD vaker dingen presenteerde die langzamer waren dan oorspronkelijk bedoeld (in benches of gewoon lager geklokt) of meer vertraging/slechte leverbaarheid hadden. NVidia had toen ook met veel Tamtam de TNT-chipset aangekondigd en later de kloksnelheid flink moeten terugschroeven om toch een product te leveren (industrie gaat dan achterdochtiger kijken naar grote-mond-bedrijven). De eerste benchmarks van de K7 ergens in maart 1999 waren teleurstellend (zoals de Itanium-benches op dat nu op Tnet waren). Aangezien de k7 ook een nieuw socket moest hebben leerde de geschiedenis dat het niet veel soeps kon worden. Intel kon rustig verder gaan met marketing en introduceerde de PentiumIII (niet meer als een pII met SSE, maar toch…).
In Augustus 1999 werd de Athlon geïntroduceerd (zoals de K7 door het leven moest). Bedoeld voor Slot A was deze chip samen met externe cache (512 Kb op halve CPU snelheid)(Athlon heeft ook 128 Kb Level 1 cache) in de snelheden 500, 550, 600 en 650 gelanceerd. 3Dnow was minder dominant aanwezig aangezien deze CPU op vele andere zwaartepunten kon rusten om brute kracht te vertonen. Het busprotocol EV6 van Alpha werd gebruikt om de CPU aan te sturen op het Moederbord. Ipv een 100 MHz FSB werd een 100 MHz DDR FSB (200 MHz effectief) gebruikt, zodat AMD de benodigde bandbreedte kon leveren en later een SMP-bord zou kunnen maken.
En brute kracht bevatte de Athlon…. Deze CPU draaide in vrijwel alle benches de PentiumIII in puin. Qua FPU was een pIII-1400 nodig om een Athlon600 bij te houden
. De verwachte slechte verkrijgbaarheid, de hoge prijzen of problemen met het slot: geen van alle waren aanwezig en het jubelverhaal kon beginnen (note: De slot A support in de vorm van de Iron-Gate chipset was verkrijgbaar, maar vrij duur en niet echt state-of-the-art).
De Megahertz-race is eigenlijk het enige bijzondere wat toen volgde. Intel wilde de snelste CPU terug en lanceerde een pIII-600 om mee te kunnen, zodat AMD een Athlon 650 lanceerde. De 700, 750 volgden, alleen werd de interne klokdeler van de externe cache op 1/3 gezet opdat er geen superdure externe SRAM-modules gekocht hoefden te worden (300 MHz was al snel zat). Intel introduceerde in deze tijd op de Coppermine-based PentiumIII, met full-speed geïntegreerde cache. Hiermee kon Intel de strijd Mega-Hertz-strijd weer een beetje aan, maar nu plaagde slechte verkrijgbaarheid juist Intel (volgde ook nog eind 1999 een drama met Intel-mobo’s. CaminoGate ofwel MTH-trouble ofwel de roemruchte i820). De 800 en zelfs de 850 MHz Athlons werden geïntroduceerd en bedrijven als Kryotech begon met het leveren van 1000 MHz (supergekoelde) Athlonsystemen.
6 Maart 2000 werd de 1 GHz barriere door AMD gebroken. De Athlon was vrijwel tot het uiterste overgeklokt en de externe cache werd op 2/5 snelheid gezet, maar AMD troefde Intel 2 dagen eerder af met de 1 GHz-CPU (De 1 GHz PentiumIII was vervolgens 5 maanden nauwelijks leverbaar, maar door geïntegreerde cache op 1 GHz tijdens spellen sneller dan een Athlon). Vanaf dat moment werd er weer rustig vaarwater gezocht door de fabrikanten en kwam DDR als nieuw buzz-woord bovendrijven. De oude K6-2 en K6-3 werden vervangen door een revisie die als K6-2+ door het leven gaat. Hierbij is bv de cache geïntegreerd.
Omdat AMD de processorlijn wilde uitbreiden en goedkoper wilde produceren, werd een nieuwe serie aangekondigd. Door de cache wederom op de chip aan te brengen kon de chip goedkoper gemaakt worden als het losse slot-principe en werden hogere prestaties gehaald. Onder de naam Thunderbird (kreeg dus uiteindelijk 256 Kb Level 2 cache) werd dit onderzocht. De Spitfire werd dan de low-end versie van de Thunderbird, namelijk deze zou dan uiteindelijk maar 64 Kb level 2 Cache krijgen. Uiteindelijk werd wel een optimum tussen eenvoud (prijs) en prestaties gezocht. De cache heeft een 64-bit bus naar de CPU, terwijl de Coppermine (pIII) 256-bit heeft. De spitfire leeft voort onder de naam Duron en is bedoeld om de low-end markt te voorzien van instap-CPU’s. Modellen van 600, 650, 700, 750, 800 en 850 zijn reeds verschenen. Naarmate de tijd vordert worden langzaam alle high-end modellen (Thunderbird’s) vervangen door Duron’s.
AMD had overigens voor de slot A een standaard-timing vastgelegd. VIA (een bekende
) heeft met z’n populaire KT-chipsets de markt overgenomen van de IronGate. Bij de introductie van de Thunderbird bleek dat VIA de timing niet helemaal serieus heeft genomen zodat op een VIA-bord de Thunderbird niet gegarandeerd kon worden. Vandaar de prompte overstap naar het Socket A.
The Thunderbird-core leeft verder als Athlon (met enhanced cache) en zorgde dat de CPU op 1100, 1200 en 1300 MHz verder geklokt werd (ook de 700, 750, 800, 850, 900 en 950 MHz-versie zijn verkrijgbaar). Om meer winst te boeken is AMD nu bezig om de bussnelheid van 100 (200 MHz DDR) naar 133 (266 MHz) op te krikken. De komende tijd zullen enkele 133 MHz FSB modellen op de markt komen. Door het geweldige energieverbruik (80 Watt) zal AMD eerst een andere core moeten ontwikkelen.
Deze topic zal straks integraal in de PM-FAQ verschijnen, zodoende kan er misschien een antwoord worden gegeven op vragen die nog moeten komen.
Zowiezo dat ik voor vragen graag verwijs naar de Tnet-Search :) of de Onno-Search
AMD is in tegenstelling tot wat mensen denken al een hele oude speler in de CPU-markt. Iedereen die weet dat de 386-DX40 ooit bestaan heeft, denkt dan aan een AMD-CPU. Om deze reden ga ik dus bewust niet nog verder terug in de tijd.
In het 80386 tijdperk was de chipsindustrie nog zoekende naar het hoe en wat, zodoende dat er een aantal rare dingen zijn gebeurt (bv dat Bill Gates het programma CP/DOS kocht voor $50.000 en het als MS-DOS op de markt bracht, => entree Microsoft). Met behulp van zogenaamd Reversed Enginering (het helpt wel als je geen patent kan nemen op een nummer) waren een aantal bedrijven in staat om een ander ontwerp zelf ook te gaan fabriceren. AMD deed dat met de door Intel ontwikkelde 32 bit 80386 core en bracht in feite regelrechte klonen op de markt van Intel. Alleen vond Intel 33 MHz al voldoende en dacht AMD met de DX-40 een beter product te hebben (ik heb er 1 aan de muur hangen
Ook de 80486 was door Intel ontworpen en AMD was weer in staat deze core te copieren. Hierbij werden een aantal interessante dingen met AMD aangevuld, zoals de 80486-DX-40.
Later leverde AMD een 40486DX2-80 (2*40) en de DX-4-120 (3*40). Terwijl Intel met het Pentium gebeuren lang en breed begonnen was volgde zelfs een 80486 DX5-133 (4*33) en zelfs een 80486DX5-160 (4*40)(heb ik ook nog ergens aan de muur hangen
Vooral bij de 486 was de 40 MHz veelvoud de innovatie van AMD. Bij het 486 werd namelijk de term FSB in redelijke mate gedefinieerd. Om grafisch vooruit te komen werd een 32-bit Vesa Local Bus gemaakt/afgesproken die een deel van de kloksnelheid van de CPU moest gaan draaien. Aangezien Intel alleen 25 of 33 MHz ‘FSB’s aanhield, kon AMD met 40 MHz makkelijk een hogere snelheid claimen. De 80486DX-2 80 werd indertijd in alle folders aangeprezen als 21% zuivere winst t.o.v. de DX-2 66 (wat toen Intel’s best verkopende CPU was). Toen AMD de DX4-120 en zelfs DX5-160 op de markt bracht, hadden ze in principe behoorlijk sterke CPU’s voor een 486.
Probleem was alleen dat Intel een ander spelletje ging spelen. Met de komst van de 64-bits Pentium werd het verhaal rigoureus veranderd. De naam Pentium bleek wel patenteerbaar te zijn zodat het hele Pentium-verhaal aan AMD voorbij ging. De Pentium werd door Intel ook voorzien van goede mobo’s en de zogenaamde PCI-interface. Deze combinatie had weliswaar een slechte start (duur en tja, de pentiumbug), maar de steeds hogere kloksnelheden en de brute FPU-kracht zorgde ervoor dat de 486 steeds voorhistorischer werd. AMD moest serieus aan de bak in deze tijd. Veel research werd gedaan aan het voort laten leven van de 80486, maar de mobo’s, geheugeninterface etc waren gewoon ontoereikend. Na veel vertraging werd een k5-serie (de 80586 serie van AMD) geïntroduceerd. Deze serie was veel te laat en veel te slecht leverbaar, waardoor deze serie eigenlijk vrij onbekend bleef.
Er was echter wel een ander bedrijf dat de concurrentie aandurfde: NexGen. Deze maakten ook een chip en in de tijd van de Pentium 90/100 kwam dit bedrijf ook uit met een 90 MHz geklokte CPU. De prestaties waren niet werkelijk spectaculair (was niet 100% compatibel), maar kon wel meekomen met de Pentiums. Ook was het design van de core erg vooruitstrevend. Doordat deze CPU’s op een eigen interface moesten werken en niet op wijd verspreidde Pentium-sockets paste, is deze CPU door gebrekkige moederbord ondersteuning ten onder gegaan. AMD heeft echter NexGen overgenomen en de technieken gebruikt voor de ontwikkeling van een nieuwe core: de K6.
In de nadagen van de Pentium werd de K6 gelanceerd 9of hier) op de kloksnelheden van 166, 200 en 233 MHz. Deze CPU’s waren 100% Intel-compatibel en konden dus op het Pentium-socket 7 worden geplaatst. Ook bevatte deze CPU’s de nieuwe instructies van Intel, MMX. Mede door de lage prijs en gelijkwaardige performance werd de K6 een redelijk succes. AMD beroemde zich erop dat de performance ongeveer gelijk was aan de op dat moment gloednieuwe PentiumII. Maar Intel verbrandde de schepen achter zich door in de pII op halve CPU-speed geintegreerde cache te plaatsen (terwijl de socket 7 cache op 66 MHz bleef) en het AGP-slot te maken. Vage bedrijven als VIA introduceerden chipsets voor de socket7 met AGP waar de k6-serie op verder kon borduren. De k6-266 en k6-300 volgden. Alleen bleken de moederborden met AGP-sloten systematisch onbetrouwbaar te zijn, het tekort aan snelle cache en de slechte leverbaarheid van de hoger geklokte k6-serie zorgde dat het socket 7 eigenlijk alleen voor de echte tweakers interessant bleef. Overklokken van de FSB naar 75 of 83 MHz leverde aardige winsten op en zelfs een officiele 100 MHz FSB werd later door VIA op de markt gebracht. De oorspronkelijke K6 was dus beschikbaar in de smaken 166,200, 233, 266 en 300 MHz.
In de vergelijkende testen met Intel-systemen bleef de K6 echter ver achter de PentiumII en de goedkope Celeron die rond deze tijd ook verkocht werden. Intel had zojuist ook de stap naar 100 MHz genomen met een Bimini chipset (BX) en daarmee flexibiliteit en betrouwbaarheid nieuwe dimensies gegeven. Vooral bij 3D-spellen bleek de K6 niet toereikend te zijn. De instructie-set van de K6 werd daarom voorzien van extra instructies die 3D zouden moeten versnellen (codenaam K6-3D, instructies 3D-now!). Ook dit project had overigens de nodige vertraging maar uiteindelijk werd de K6-2 300 gelanceerd. De prestaties van dit systeem zouden gelijkwaardig moeten zijn aan de pII-300. De extra 3D-functies werden door Microsoft opgenomen in DirectX6 zodat ook de ondersteuning goed zou moeten worden. Op dat moment begon voor AMD een ander verhaal op te spelen: slechte leveranties. De tijd dat een product werd gelanceerd en daadwerkelijk in de winkel verkrijgbaar was duurde zo rond de 4 maanden, zodat iedere keer een product-cyclus werd gemist. Dit gebeurde bij de k6-2 300, de 350, de 400 (met nieuwe stepping
Naarmate de kloksnelheden omhoog gingen, bleef de cache op het moederbord echter achter op 100 MHz. De relatieve snelheidswinst werd steeds lager zodat de CPU’s steeds slechter tevoorschijn kwamen uit vergelijkende testen met Intel. Het integreren van cache op de CPU-die zodat deze op volle snelheid van de CPU mee zou draaien werd daarom als oplossing aangedragen. Onder de naam Sharp-tooth werd uiteindelijk de K6-3 gemaakt. Deze CPU bevatte 256 Kb full-speed cache en werd beschikbaar gesteld op 400, 450 en 500 MHz. Helaas werd ook dit behoorlijk vertraagt en de leverbaarheid van deze CPU’s was niet best (daarom was de prijs ook niet best).
Recapitulerend was de toestand van AMD begin 1999 niet best. De moederborden werden geplaagd door vage klachten of de naam deze klachten te hebben. De CPU’s die high-end moesten meedraaien waren slecht leverbaar, zodat alleen het low-budget-martksegment bedient kon worden. Deze markt kon AMD iig redelijk bedienen. Alleen had AMD nog meer plannen op tafel liggen.
Om voor eens en altijd van een slag te kunnen slaan werden hoge ambities neergelegd. Onder de code K7 werd een nieuwe CPU-core ontwikkeld die een zware FPU moest hebben en behoorlijke prestaties. De buitenwereld volgde dit proces met scepsis (of hier, aangezien AMD vaker dingen presenteerde die langzamer waren dan oorspronkelijk bedoeld (in benches of gewoon lager geklokt) of meer vertraging/slechte leverbaarheid hadden. NVidia had toen ook met veel Tamtam de TNT-chipset aangekondigd en later de kloksnelheid flink moeten terugschroeven om toch een product te leveren (industrie gaat dan achterdochtiger kijken naar grote-mond-bedrijven). De eerste benchmarks van de K7 ergens in maart 1999 waren teleurstellend (zoals de Itanium-benches op dat nu op Tnet waren). Aangezien de k7 ook een nieuw socket moest hebben leerde de geschiedenis dat het niet veel soeps kon worden. Intel kon rustig verder gaan met marketing en introduceerde de PentiumIII (niet meer als een pII met SSE, maar toch…).
In Augustus 1999 werd de Athlon geïntroduceerd (zoals de K7 door het leven moest). Bedoeld voor Slot A was deze chip samen met externe cache (512 Kb op halve CPU snelheid)(Athlon heeft ook 128 Kb Level 1 cache) in de snelheden 500, 550, 600 en 650 gelanceerd. 3Dnow was minder dominant aanwezig aangezien deze CPU op vele andere zwaartepunten kon rusten om brute kracht te vertonen. Het busprotocol EV6 van Alpha werd gebruikt om de CPU aan te sturen op het Moederbord. Ipv een 100 MHz FSB werd een 100 MHz DDR FSB (200 MHz effectief) gebruikt, zodat AMD de benodigde bandbreedte kon leveren en later een SMP-bord zou kunnen maken.
En brute kracht bevatte de Athlon…. Deze CPU draaide in vrijwel alle benches de PentiumIII in puin. Qua FPU was een pIII-1400 nodig om een Athlon600 bij te houden
De Megahertz-race is eigenlijk het enige bijzondere wat toen volgde. Intel wilde de snelste CPU terug en lanceerde een pIII-600 om mee te kunnen, zodat AMD een Athlon 650 lanceerde. De 700, 750 volgden, alleen werd de interne klokdeler van de externe cache op 1/3 gezet opdat er geen superdure externe SRAM-modules gekocht hoefden te worden (300 MHz was al snel zat). Intel introduceerde in deze tijd op de Coppermine-based PentiumIII, met full-speed geïntegreerde cache. Hiermee kon Intel de strijd Mega-Hertz-strijd weer een beetje aan, maar nu plaagde slechte verkrijgbaarheid juist Intel (volgde ook nog eind 1999 een drama met Intel-mobo’s. CaminoGate ofwel MTH-trouble ofwel de roemruchte i820). De 800 en zelfs de 850 MHz Athlons werden geïntroduceerd en bedrijven als Kryotech begon met het leveren van 1000 MHz (supergekoelde) Athlonsystemen.
6 Maart 2000 werd de 1 GHz barriere door AMD gebroken. De Athlon was vrijwel tot het uiterste overgeklokt en de externe cache werd op 2/5 snelheid gezet, maar AMD troefde Intel 2 dagen eerder af met de 1 GHz-CPU (De 1 GHz PentiumIII was vervolgens 5 maanden nauwelijks leverbaar, maar door geïntegreerde cache op 1 GHz tijdens spellen sneller dan een Athlon). Vanaf dat moment werd er weer rustig vaarwater gezocht door de fabrikanten en kwam DDR als nieuw buzz-woord bovendrijven. De oude K6-2 en K6-3 werden vervangen door een revisie die als K6-2+ door het leven gaat. Hierbij is bv de cache geïntegreerd.
Omdat AMD de processorlijn wilde uitbreiden en goedkoper wilde produceren, werd een nieuwe serie aangekondigd. Door de cache wederom op de chip aan te brengen kon de chip goedkoper gemaakt worden als het losse slot-principe en werden hogere prestaties gehaald. Onder de naam Thunderbird (kreeg dus uiteindelijk 256 Kb Level 2 cache) werd dit onderzocht. De Spitfire werd dan de low-end versie van de Thunderbird, namelijk deze zou dan uiteindelijk maar 64 Kb level 2 Cache krijgen. Uiteindelijk werd wel een optimum tussen eenvoud (prijs) en prestaties gezocht. De cache heeft een 64-bit bus naar de CPU, terwijl de Coppermine (pIII) 256-bit heeft. De spitfire leeft voort onder de naam Duron en is bedoeld om de low-end markt te voorzien van instap-CPU’s. Modellen van 600, 650, 700, 750, 800 en 850 zijn reeds verschenen. Naarmate de tijd vordert worden langzaam alle high-end modellen (Thunderbird’s) vervangen door Duron’s.
AMD had overigens voor de slot A een standaard-timing vastgelegd. VIA (een bekende
The Thunderbird-core leeft verder als Athlon (met enhanced cache) en zorgde dat de CPU op 1100, 1200 en 1300 MHz verder geklokt werd (ook de 700, 750, 800, 850, 900 en 950 MHz-versie zijn verkrijgbaar). Om meer winst te boeken is AMD nu bezig om de bussnelheid van 100 (200 MHz DDR) naar 133 (266 MHz) op te krikken. De komende tijd zullen enkele 133 MHz FSB modellen op de markt komen. Door het geweldige energieverbruik (80 Watt) zal AMD eerst een andere core moeten ontwikkelen.