Hey Joost, redactie,
Hier wat toelichting over wat ik schreef als reactie op het artiekel.
Ik bombardeer het artiekel tot propaganda vanwege het gebruik van het woord 'onschadelijk'.
Die term wordt nergens in de referenties gebruikt en is dus door de redacteur verzonnen.
Uit dat woord blijkt dat ad blocking als schadelijk wordt gezien.
Immers, wat niet schadelijk is kan niet onschadelijk gemaakt worden.
En daarmee wordt het eigenlijk een verkapte opinie die als nieuws gebracht wordt.
En dat is, zeker in een massamedium waar tweakers een soort natuurlijk monopolie heeft, in mijn woordenboek gelijk aan propaganda.
Om dit verder te bevestigen kun je kijken naar het feit dat het woord 'onschadelijk' technisch niet van toepassing is.
De technologie van ClarityRay detecteert het gebruik van ad blockers en probeert op een andere manier reclames te serveren.
Hiermee wordt er niks 'onschadelijk' gemaakt, er wordt alleen gesproken over het terugwinnen van een stuk omzet.
Dat kan dus ook prima zijn door de reclames bijvoorbeeld niet in flash vorm weer te geven maar als statiche graphics. Daarmee doet b.v. een flashblocker precies waar het voor bedoelt is en is allerminst onschadelijk gemaakt. Sterker nog, het zet de uitgever tot nadenken.
Uit de PDF van ClarityRay wordt ook duidelijk dat zij sympathie hebben voor gebruikers van ad blockers:
"Let's be honest - ads can sometimes be annoying. A user resorting to using ad-blocking software cannot be blamed - he simply has no other choice.
Hiermee wordt duidelijk dat reclames soms een probleem vormen voor gebruikers. Er wordt zelfs gezegd dat de gebruiker soms gewoon geen keuze heeft.
Het is dan goed je als uitgever te realiseren met wat voor speelgoed je speelt als je dat type penetrante reclames uit.
Vanuit dat perspectief is het gebruik van het woord 'onschadelijk' enigzins arrogant. Aan de ene kant is het duidelijk dat veel van die reclames gewoon niet kunnen en aan de andere kant wordt de enige manier om die reclames niet te runnen op je lokale machine als schadelijk weggezet.
Zeker op sites waar de belangrijke informatie in tekstvorm te vinden is zijn grafische en geanimeerde reclames ontzettend storend.
Het is dus erg belangrijk je als uitgever te realiseren dat door het blijven serveren van geautomatiseerde reclames ze de klanten in een hoekje duwen. De uitingen sporen niet met de content en vormen daarnaast een enorm veiligheidsrisico.
Het is een beetje de overtreffende trap van de loudness war bij televisiezenders.
Dat was een tijd geleden zo uit de hand gelopen dat het verschil in luidheid tussen de programma's en de reclames zo groot was dat het enorm irritant werdt.
Ondertussen hebben de grote broadcasters een standaard met elkaar afgesproken en geven daarmee niet meer toe aan vraag/eis van de reclamedistributiehuizen.
Maar dat is in de geschreven media op het internet nog niet zo ver.
Het van extreme reclameuitingen afhankelijk maken van een publikatie is nog altijd een bewuste stap van de uitgever.
Die neemt daarmee dus een risico dat een deel van de gebruikers een deel van de reclames gaat negeren.
De uitgeve zal in de nieuwe wereld van publishing een goede middenweg moeten zoeken voor het serveren van reclames.
Daarbij hoort ook het zich kunnen inhouden wat betreft reclameuitingen.
Nu worden voor de advertenties vaak volledige multimedia circussen opgetrokken. Visueel en geanimeerd, textueel en het liefst nog met audio erbij en als je verkeerd klikt dan zit je opeens naar iets anders te kijken of heb je een virus binnengehaald.
Dit in schril contrast met het stukje textuele content waar de gebruiker eigenlijk naar zoekt.
De reclames die door ad blockers wordt geweert zijn van het soort dat heftig concureert met de content. Uiteindelijk betekent dit dat als de uitgever zulke verstorende reclames serveert de artiekelen er eigenlijk staan om de advertenties te verkopen en niet andersom. Het is duidelijk dat de aandacht van de gebruiker vooral naar de reclames moet gaan en niet naar de content.
Dan vind ik het dus niet raar dat er stemming wordt gemaakt tegen ad blockers.
Maar het blijft wat mij betreft verpakte propaganda voor een verdienmodel dat berust op het bij de klant uitvoeren van verstorende en potentieel gevaarlijke stukjes reclamesoftware waarvan het de bedoeling is dat zowel de uitgever als de gebruiker geen invloed mogen uitoefenen op de werking daarvan.
Vandaar de kritiek.
Hier wat toelichting over wat ik schreef als reactie op het artiekel.
Ik bombardeer het artiekel tot propaganda vanwege het gebruik van het woord 'onschadelijk'.
Die term wordt nergens in de referenties gebruikt en is dus door de redacteur verzonnen.
Uit dat woord blijkt dat ad blocking als schadelijk wordt gezien.
Immers, wat niet schadelijk is kan niet onschadelijk gemaakt worden.
En daarmee wordt het eigenlijk een verkapte opinie die als nieuws gebracht wordt.
En dat is, zeker in een massamedium waar tweakers een soort natuurlijk monopolie heeft, in mijn woordenboek gelijk aan propaganda.
Om dit verder te bevestigen kun je kijken naar het feit dat het woord 'onschadelijk' technisch niet van toepassing is.
De technologie van ClarityRay detecteert het gebruik van ad blockers en probeert op een andere manier reclames te serveren.
Hiermee wordt er niks 'onschadelijk' gemaakt, er wordt alleen gesproken over het terugwinnen van een stuk omzet.
Dat kan dus ook prima zijn door de reclames bijvoorbeeld niet in flash vorm weer te geven maar als statiche graphics. Daarmee doet b.v. een flashblocker precies waar het voor bedoelt is en is allerminst onschadelijk gemaakt. Sterker nog, het zet de uitgever tot nadenken.
Uit de PDF van ClarityRay wordt ook duidelijk dat zij sympathie hebben voor gebruikers van ad blockers:
"Let's be honest - ads can sometimes be annoying. A user resorting to using ad-blocking software cannot be blamed - he simply has no other choice.
Hiermee wordt duidelijk dat reclames soms een probleem vormen voor gebruikers. Er wordt zelfs gezegd dat de gebruiker soms gewoon geen keuze heeft.
Het is dan goed je als uitgever te realiseren met wat voor speelgoed je speelt als je dat type penetrante reclames uit.
Vanuit dat perspectief is het gebruik van het woord 'onschadelijk' enigzins arrogant. Aan de ene kant is het duidelijk dat veel van die reclames gewoon niet kunnen en aan de andere kant wordt de enige manier om die reclames niet te runnen op je lokale machine als schadelijk weggezet.
Zeker op sites waar de belangrijke informatie in tekstvorm te vinden is zijn grafische en geanimeerde reclames ontzettend storend.
Het is dus erg belangrijk je als uitgever te realiseren dat door het blijven serveren van geautomatiseerde reclames ze de klanten in een hoekje duwen. De uitingen sporen niet met de content en vormen daarnaast een enorm veiligheidsrisico.
Het is een beetje de overtreffende trap van de loudness war bij televisiezenders.
Dat was een tijd geleden zo uit de hand gelopen dat het verschil in luidheid tussen de programma's en de reclames zo groot was dat het enorm irritant werdt.
Ondertussen hebben de grote broadcasters een standaard met elkaar afgesproken en geven daarmee niet meer toe aan vraag/eis van de reclamedistributiehuizen.
Maar dat is in de geschreven media op het internet nog niet zo ver.
Het van extreme reclameuitingen afhankelijk maken van een publikatie is nog altijd een bewuste stap van de uitgever.
Die neemt daarmee dus een risico dat een deel van de gebruikers een deel van de reclames gaat negeren.
De uitgeve zal in de nieuwe wereld van publishing een goede middenweg moeten zoeken voor het serveren van reclames.
Daarbij hoort ook het zich kunnen inhouden wat betreft reclameuitingen.
Nu worden voor de advertenties vaak volledige multimedia circussen opgetrokken. Visueel en geanimeerd, textueel en het liefst nog met audio erbij en als je verkeerd klikt dan zit je opeens naar iets anders te kijken of heb je een virus binnengehaald.
Dit in schril contrast met het stukje textuele content waar de gebruiker eigenlijk naar zoekt.
De reclames die door ad blockers wordt geweert zijn van het soort dat heftig concureert met de content. Uiteindelijk betekent dit dat als de uitgever zulke verstorende reclames serveert de artiekelen er eigenlijk staan om de advertenties te verkopen en niet andersom. Het is duidelijk dat de aandacht van de gebruiker vooral naar de reclames moet gaan en niet naar de content.
Dan vind ik het dus niet raar dat er stemming wordt gemaakt tegen ad blockers.
Maar het blijft wat mij betreft verpakte propaganda voor een verdienmodel dat berust op het bij de klant uitvoeren van verstorende en potentieel gevaarlijke stukjes reclamesoftware waarvan het de bedoeling is dat zowel de uitgever als de gebruiker geen invloed mogen uitoefenen op de werking daarvan.
Vandaar de kritiek.