Ben bezig met een studieopdracht waar ik niet helemaal uitkom, altijd ruzie met normaliseren, kwartje is wellicht nog niet goed gevallen. Ik vraag jullie niet om mijn huiswerk te doen maar wel om me te sturen. De vraag:
Ik heb drie relaties die al in meer of mindere mate in een normaalvorm staan. Doel is bepalen welke normaalvorm en deze vervolgens allemaal naar een derde normaalvorm te brengen. De relaties:
a) MusicCd(CdNr, Titel, Artiesten, Recordcompany, companyAdress, uitbrengdatum, made in country)
b) Artikelbestelling(FabrikantNr, ArtikelNr, Klantnr, artikelnaam, FabrikantNaam, Klantnaam, stuks). Artikelen, klanten en fabrikanten zijn ieder uniek genummerd. Diverse artikelen kunnen door diverse fabrikanten worden geleverd.,
c) MultipleChoiceVraag(VraagNr, VraagTekst, AntwoordTekst1, AntwoordTekst2, AntwoordTekst3, AntwoordTekst4, …)
Welke normaalvorm volgens mij:
a) heeft m.i. geen repeterende attributen meer net zoals b). Bij b) zie je nl. staan dat artikelen uniek is genummerd, allebei dus i.i.g. in de eerste normaalvorm. Verder heeft b) relaties die deels afhankelijk zijn van de primaire sleutel en is daarmee 2e normaalvorm c) heeft overduidelijk repeterende attributen en is daarmee een 0e normaalvorm.
Zet ze in 3e normaalvorm:
a) MusicCd(CdNr, Titel, Artiesten, <Recordcompanynr>, uitbrengdatum, made in country)
Recordcompany(Recorcompanynr, Recordcompanynaam, Companyadres.)
Ik heb dus een extra relatie aangemaakt, Recordcompany waarin het RecordCompanynr uniek is en als foreign key genoemd staat bij MusicCD
b) Artikelbestelling(FabrikantNr, ArtikelNr, Klantnr. )
Fabrikant (fabrikantnr.,Fabrikantnaam)
Klant (klantnr., klantnaam, stuks)
Artikel (artikelnr., artikelnaam)
Wat ik hier lastig vond is stuks ergens onder te brengen.
c) MultipleChoiceVraag(Vraagnr., VraagTekst)
MultipleChoiceAntwoord(Vraagnr, AntwoordTekst1, AntwoordTekst2, AntwoordTekst3, AntwoordTekst4)
dit was voor c) het beste wat ik kon bedenken....
Ik heb drie relaties die al in meer of mindere mate in een normaalvorm staan. Doel is bepalen welke normaalvorm en deze vervolgens allemaal naar een derde normaalvorm te brengen. De relaties:
a) MusicCd(CdNr, Titel, Artiesten, Recordcompany, companyAdress, uitbrengdatum, made in country)
b) Artikelbestelling(FabrikantNr, ArtikelNr, Klantnr, artikelnaam, FabrikantNaam, Klantnaam, stuks). Artikelen, klanten en fabrikanten zijn ieder uniek genummerd. Diverse artikelen kunnen door diverse fabrikanten worden geleverd.,
c) MultipleChoiceVraag(VraagNr, VraagTekst, AntwoordTekst1, AntwoordTekst2, AntwoordTekst3, AntwoordTekst4, …)
Welke normaalvorm volgens mij:
a) heeft m.i. geen repeterende attributen meer net zoals b). Bij b) zie je nl. staan dat artikelen uniek is genummerd, allebei dus i.i.g. in de eerste normaalvorm. Verder heeft b) relaties die deels afhankelijk zijn van de primaire sleutel en is daarmee 2e normaalvorm c) heeft overduidelijk repeterende attributen en is daarmee een 0e normaalvorm.
Zet ze in 3e normaalvorm:
a) MusicCd(CdNr, Titel, Artiesten, <Recordcompanynr>, uitbrengdatum, made in country)
Recordcompany(Recorcompanynr, Recordcompanynaam, Companyadres.)
Ik heb dus een extra relatie aangemaakt, Recordcompany waarin het RecordCompanynr uniek is en als foreign key genoemd staat bij MusicCD
b) Artikelbestelling(FabrikantNr, ArtikelNr, Klantnr. )
Fabrikant (fabrikantnr.,Fabrikantnaam)
Klant (klantnr., klantnaam, stuks)
Artikel (artikelnr., artikelnaam)
Wat ik hier lastig vond is stuks ergens onder te brengen.
c) MultipleChoiceVraag(Vraagnr., VraagTekst)
MultipleChoiceAntwoord(Vraagnr, AntwoordTekst1, AntwoordTekst2, AntwoordTekst3, AntwoordTekst4)
dit was voor c) het beste wat ik kon bedenken....