Vrij simpele berekening, niet zo simpel?

[Joopieboy]

Mijn vraag luid als volgt, ik heb op 12V een aantal lampjes, een van 21 watt, en een van 5 watt, als ik die van 21 watt wil laten branden als een van 5 watt, wat voor weerstand heb ik nodig?

Simpel rekensommetje leid tot het volgende, ik moet 16 watt opstoken dus dat word dan een stroom van:
P=U*I
I=P/U
I=16/12= 1.33A

Dan krijgen we hieruit een weerstand van:
U=I*R
R=U/I
R=12/1.33= 9.02Ω

Je zou zeggen, erg simpel, wat is dat het probleem?

Nou, de schakeling die ik hier voor mij heb liggen (opdracht vanuit school), heeft een weerstand van 5,2 Ω erin zitten (gemeten), deze WERKT, lamp van 21 watt brand als een van 5 wat (zichtbaar).

Als ik ga rekenen met die 5 Ω, dan kom ik op een stroom uit van 2,31 Ampere, en een vermogen van 27,72 watt. Oftewel, weerstand zou ervoor zorgen ervoor dat de lamp helemaal niet meer moet branden?

Als ik dan ga kijken naar bv een weerstand van 20 Ω, dan kom ik op een stroom uit van 0.6 Ampere, en een vermogen van 7,2 watt.


Kan ik dus stellen dat hoe hoger de weerstand, hoe minder stroom er valt over de weerstand? En mag ik stellen dat de spanning gelijk blijft?

En hoe zit het dan met de schakeling vanuit de opdracht? Moet je er meer factoren bij gaan halen als alleen puur theoretisch te gaan rekenen? Ik ben iig heel erg benieuwd, ik hoop dat er mensen zijn die me op weg kunnen helpen.

[Sprite_tm]

Sorry, we gaan hier niet meewerken aan het oplossen van huiswerkvragen: we zijn namelijk niet je leraar of school; die moeten dat doen. Een hint wil ik je wel geven: Probeer iig eerst eens de wet van Ohm en het serieschakelen van weerstanden te snappen. Verder is in de praktijk een lamp geen Ohmse weerstand, het zou dus kunnen dat je met je berekening uberhaupt niet in de buurt van de werkelijkheid komt.