• link0007
  • Registratie: Augustus 2006
  • Niet online
Wat ik me afvraag, na wat teksten te hebben gelezen van Locke, Kant et al., is wat nu exact het kenmerkende verschil is tussen het middelijk realisme van Locke (scheiding tussen het externe en interne object), en het transcendentaal realisme van Kant waarin we het "ding an sich" onderscheiden van de "erscheinung".

Ik heb al gezocht naar verschillende bronnen hierover, maar ik vind weinig doorslaggevende redenen om Kant níet als middelijk realist te zien.

Weet iemand hier toevallig meer over? Of kan iemand redenen bedenken waarom de scheiding er wellicht is?

IF IF = THEN THEN THEN = ELSE ELSE ELSE = IF;


Verwijderd

Het is een tijd geleden, maar volgens mij is het verschil als volgt:

Locke zegt dat onze zintuigen een object waarnemen, bijvoorbeeld als onze ogen een auto zien dan is dat zo.

Kant zegt dat onze zintuigen ons bedriegen en dat we een onderscheid moeten maken tussen de werkelijkheid (het Ding an sich) en dingen die wij zien. Volgens Kant zien wij manifestaties van de werkelijkheide en nooit de 'echte' werkelijkheid, simpelweg omdat onze zintuigen de 'echte' werkelijkheid niet waar kunnen nemen.

Om het voorbeeld van de auto te nemen: stel de auto heeft een rode kleur. Locke zegt: de auto is rood, want dat zie ik. Kant zegt: je kunt niet zeggen wat de werkelijke kleur van de auto is, aangezien je een manifestatie van de auto ziet en niet de daadwerkelijke auto. De daadwerkelijke kleur (het Ding an sich) van de auto kun je niet zien omdat je zintuigen beperkt zijn: je ziet alleen een manifestatie die je d.m.v. je beperkte zintuigen kunt interpreteren (de 'kleur' 'rood'). Het Ding an sich zul je nooit kennen omdat je het niet waar kunt nemen (wat is de 'echte' 'kleur' van de auto als je in het infrarood zou zien?).

  • 0rbit
  • Registratie: Maart 2000
  • Laatst online: 18-03-2021
Ik denk dat Jywansa het zo verwoord zoals ik het ook destijds geleerd heb.

Je kunt het genoemde voorbeeld ook anders verwoorden; Je kunt een auto niet zien, omdat een auto niet in je oog past. Belachelijk natuurlijk. Je kunt alleen indirect een auto waarnemen door de straling op te vangen met je ogen. Je ziet dus zelfs niet in letterlijke zin niet de auto, maar de manifestatie.

Als je overigens over zien spreekt, dan spreek je natuurlijk per definitie over de golflengten die je kunt waarnemen en dan is het toewijzen van een kleur gewoon een kwestie van gedeelde ervaring: Het toewijzen van een label aan een gemeten spectrum. Dat doet niet iedereen gelijk omdat niet iedereen hetzelfde label aan dit spectrum verbindt (maar wel ontvangt, zoveel naturalisme mag ik toch wel aannemen of niet?).

Dat je dan beweert; tja het ding an sich zie je niet, nee strict gesproken niet, maar je kunt natuurlijk wel wat over het ding an sich afleiden aan hetgeen je wel ziet... Het komt op mij weer over zoals zo vaak bij de filosofie; een stukje taalkunst :+

Ik ben geheel voldaan, dank u wel!


  • link0007
  • Registratie: Augustus 2006
  • Niet online
Dus, wat je wilt zeggen, is dat Locke niet de kritische kijk had op de waarneming? Dus dat je eigenschappen direct waarneemt, zonder tussenliggende invloeden? En dat Kant het met het merendeel van de denkwijze eens was, maar zich onderscheidt door te stellen dat waarnemingen vals kunnen zijn?

Wat gebeurt er dan met het kritiek op het middelijk realisme, waar velen opmerkten dat je het intern object niet kon vergelijken met het extern object? Die kritiek is toch net zo goed houdbaar voor transcendentaal realisme dan?

IF IF = THEN THEN THEN = ELSE ELSE ELSE = IF;


  • Konstantine
  • Registratie: Oktober 2006
  • Laatst online: 09-03 16:50
link0007 schreef op woensdag 01 september 2010 @ 08:02:
Dus, wat je wilt zeggen, is dat Locke niet de kritische kijk had op de waarneming? Dus dat je eigenschappen direct waarneemt, zonder tussenliggende invloeden? En dat Kant het met het merendeel van de denkwijze eens was, maar zich onderscheidt door te stellen dat waarnemingen vals kunnen zijn?

Wat gebeurt er dan met het kritiek op het middelijk realisme, waar velen opmerkten dat je het intern object niet kon vergelijken met het extern object? Die kritiek is toch net zo goed houdbaar voor transcendentaal realisme dan?
Probeer voor jezelf eens op een rijtje te krijgen wat Locke bedoelt met primaire en secundaire kwaliteiten van object en wat Kant bedoelt het verschil tussen het Ding an sich en de verschijning daarvan. Uit je vraagstelling krijg ik het idee dat je die twee dingen nog niet helemaal begrijpt. Als je dat al wel helemaal begrijpt zou je volgens mij in staat moeten zijn je eigen vragen te kunnen beantwoorden.

Hier kun je An Essay Concerning Human Understanding van Locke vinden. Als je van Book I de inleiding leest moet je een heel eind kunnen komen volgens mij.

Hier kun je een interessant stuk lezen over Kant's begrip van de werkelijkheid op een website van de universiteit van Stanford.

Als je de tijd neemt die twee stukken te lezen, kom je er wel uit.

Je ne sais pas ce que cela signifie, mais ça va être intelligent sur Français. - Jean-Paul Sartre