Ik heb laatst een driedelige documentaire van National Geographic over het universum gekeken, en daarin kwam ook de speciale relativiteitstheorie van Einstein aan bod1. Nu is mijn wiskunde/natuurkundige kennis erg beperkt, en de kennis die ik al had, is ver afgezakt.
In de documentaire werd er verder ook niet teveel over uitgeweid, maar er werd wel gesteld dat als de speciale relativiteitstheorie waar is, de tijd ook anders loopt naarmate de waarnemer dichter bij de snelheid van het licht komt. Nu mijn vraag: hoe kun je zoiets wiskundig aantonen? Ik weet dat je de snelheid berekent als afstand/tijd, maar ik weet nu niet zo 1-2-3 niet hoe je kunt aantonen. Ik heb al op andere websites het een en ander over de speciale relativiteit gelezen, maar ze gaan heel oppervlakkig in op het feit dat de waarneming van tijd anders wordt (en dus de tijd).
Kan iemand een relatieve leek met een gezonde interesse in dit gebied wat verduidelijking geven? En misschien een korte weergave van de implicatie van een theorie als deze?
1Kort door de bocht: als jij met een auto 50 km/uur rijdt, en een andere auto rijdt jou met 50 km/uur tegemoet, dan passeer jij die auto met 100 km/uur. Andersom: als jij 50 km/uur rijdt, en een auto rijdt 60 km/uur in dezelfde richting, dan passeert die auto jou met 10 km/uur. Wat Einstein betoogde, was dat dit voor de snelheid van het licht niet geldt. Die geldt als een constante, ongeacht de snelheid van de waarnemer (dus als jij met bijv. 99% van de lichtsnelheid in een bepaalde richting rijdt, dan zal licht jou alsnog met een snelheid van 300.000 km/uur inhalen).
Kan iemand een relatieve leek met een gezonde interesse in dit gebied wat verduidelijking geven? En misschien een korte weergave van de implicatie van een theorie als deze?
1Kort door de bocht: als jij met een auto 50 km/uur rijdt, en een andere auto rijdt jou met 50 km/uur tegemoet, dan passeer jij die auto met 100 km/uur. Andersom: als jij 50 km/uur rijdt, en een auto rijdt 60 km/uur in dezelfde richting, dan passeert die auto jou met 10 km/uur. Wat Einstein betoogde, was dat dit voor de snelheid van het licht niet geldt. Die geldt als een constante, ongeacht de snelheid van de waarnemer (dus als jij met bijv. 99% van de lichtsnelheid in een bepaalde richting rijdt, dan zal licht jou alsnog met een snelheid van 300.000 km/uur inhalen).