Beste tweakers,
Ik vraag jullie raad over een vervelende kwestie.
Mijn vriendin woont nu al een tijdje op zichzelf in een studentenwoning. Zij is hierbij een contract aangegaan voor bepaalde tijd voor minder dan 1 jaar. Nu loopt deze huurovereenkomst eind december af.
Nu heeft de verhuurder nog niet van zich laten horen of de overeenkomst niet meer verlengt wordt.
Zij ging er in eerst instantie van uit dat ze gewoon kon blijven zitten.
Nu hebben we via andere huisgenoten gehoord dat de verhuurder waarschijnlijk toch de intentie heeft om haar er uit te zetten. Hij zou dit volgens mij echter schriftelijk moeten laten weten.
Nu is mijn vraag, hoe werkt dit en waar heeft zij recht op?
Ik heb al wat in mijn rechtenboek zitten bladeren en heb de volgende artikelen gevonden:
Verder is het belangrijk om te weten dat zij niet zomaar bij iemand anders kan komen wonen. Eveneens vormt deze situatie een zware belasting voor haar studie.
Ik hoop dat enkele rechtsgeleerde tweakers hun licht op deze zaak kunnen laten schijnen, alvast bedankt!
Ik vraag jullie raad over een vervelende kwestie.
Mijn vriendin woont nu al een tijdje op zichzelf in een studentenwoning. Zij is hierbij een contract aangegaan voor bepaalde tijd voor minder dan 1 jaar. Nu loopt deze huurovereenkomst eind december af.
Nu heeft de verhuurder nog niet van zich laten horen of de overeenkomst niet meer verlengt wordt.
Nu hebben we via andere huisgenoten gehoord dat de verhuurder waarschijnlijk toch de intentie heeft om haar er uit te zetten. Hij zou dit volgens mij echter schriftelijk moeten laten weten.
Nu is mijn vraag, hoe werkt dit en waar heeft zij recht op?
Ik heb al wat in mijn rechtenboek zitten bladeren en heb de volgende artikelen gevonden:
Ook had ik ergens in BW gelezen, weet niet meer waar dat overeenkomsten voor bepaalde tijd als sitlzwijgend verlengd mogen worden beschouwd. Volgens mij zijn er ook nog artikelen van toepassing over het aangaan en en verlengen van overeenkomsten. Verder wil ik nog kijken of het contract in eerste instantie rechtsgeldig was aangezien deze voor minder dan een jaar was aangegaan.Artikel 228
1.Een huur voor bepaalde tijd aangegaan, eindigt, zonder dat daartoe een opzegging vereist is, wanneer die tijd is verstreken.
2.Een huur voor onbepaalde tijd aangegaan of voor onbepaalde tijd verlengd eindigt door opzegging. Heeft de huur betrekking op een onroerende zaak die noch woonruimte, noch bedrijfsruimte is, dan dient de opzegging te geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag op een termijn van tenminste een maand.
Artikel 230
Indien na afloop van een huurovereenkomst de huurder met goedvinden van de verhuurder het gebruik van het gehuurde behoudt, wordt daardoor, tenzij van een andere bedoeling blijkt, de overeenkomst, ongeacht de tijd waarvoor zij was aangegaan, voor onbepaalde tijd verlengd.
Artikel 271
1.In afwijking van artikel 228 lid 1 eindigt een voor bepaalde tijd aangegane huur niet door het enkele verloop van de huurtijd; zij kan door elk van beide partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag, niet vallend voor het verstrijken van de bepaalde tijd.
2.Een voor onbepaalde tijd aangegane of voor onbepaalde tijd verlengde huur kan door elk van beide partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag.
3.De opzegging moet geschieden bij exploot of bij aangetekende brief. Is in gevolge artikel 266 de echtgenoot of geregistreerde partner van de huurder medehuurder, dan moet de opzegging aan beide echtgenoten of geregistreerde partners afzonderlijk worden gedaan.
4.De opzegging door de verhuurder moet op straffe van nietigheid de gronden vermelden die tot de opzegging hebben geleid. Een opzegging door de verhuurder op andere dan de in artikel 274 lid 1 genoemde gronden, is nietig. De huurder moet bij de opzegging worden gevraagd binnen zes weken aan de verhuurder mede te delen of hij al dan niet toestemt in beëindiging van de overeenkomst.
5.Bij de opzegging moeten de volgende termijnen in acht worden genomen:
a. bij opzegging door de huurder: een termijn gelijk aan de tijd die tussen twee opvolgende voor betaling van de huurprijs overeengekomen dagen verstrijkt, doch niet korter dan een maand en niet langer dan drie maanden;
b. bij opzegging door de verhuurder: een termijn niet korter dan drie maanden, voor elk jaar dat de huurder krachtens overeenkomst ononderbroken het gehuurde in gebruik heeft gehad verlengd met één maand tot ten hoogste zes maanden.
6.Een opzegging die in strijd met lid 1, lid 3 of lid 5 onder a is gedaan en een opzegging die op een kortere termijn is gedaan dan die van lid 5 onder b gelden niettemin als waren zij gedaan tegen de voorgeschreven dag en met inachtneming van de voorgeschreven termijn.
7.Elk beding waarbij in strijd met lid 5 onder a een langere opzegtermijn of waarbij in strijd met lid 5 onder b een kortere opzegtermijn wordt overeengekomen of waarbij van andere bepalingen van dit artikel wordt afgeweken, is nietig. Eveneens is nietig elk beding dat de huur zonder opzegging doet eindigen.
8.Dit artikel geldt niet, indien de beëindiging geschiedt met wederzijds goedvinden nadat de huur is ingegaan.
Verder is het belangrijk om te weten dat zij niet zomaar bij iemand anders kan komen wonen. Eveneens vormt deze situatie een zware belasting voor haar studie.
Ik hoop dat enkele rechtsgeleerde tweakers hun licht op deze zaak kunnen laten schijnen, alvast bedankt!