Snowwie schreef op woensdag 09 september 2009 @ 01:20:
[...]
Op een bepaald moment staan sterrenstelsels zo ver weg en is hun vluchtsnelheid zo groot dat het de lichtsnelheid overtreft. In werkelijkheid vlucht het stelsel niet met de lichtsnelheid, maar dijt het tussen heelal zo snel uit dat het licht te langzaam gaat om ons tijdig te bereiken. Hoe kan anders het waarneembare universum 93 miljard lichtjaar zijn en de ouderdom maar 13,7 miljard jaar? Ik denk dat de meesten er wel van uit gaan dat sterrenstelsels zelf niet zo heel snel bewegen. Ons stelsel beweegt ook maar een paar honderden km per seconde richting de Virgo cluster.
Het ging hier in de vraagstelling of materie door de ruimte wordt 'meegenomen' terwijl het uitzet? Of dat materie z'n eigen weg gaat en zich enkel laat beïnvloeden door zwaartekracht?
[quote]In werkelijkheid vlucht het stelsel niet met de lichtsnelheid, maar dijt het tussen heelal zo snel uit dat het licht te langzaam gaat om ons tijdig te bereiken.[/quote]
Van het onderwerp zelf snap ik niet veel maar het gaat hier om de essentiële veel gestelde vraag over waarneming van de licht snelheid. . .ik bedoel hier niet de elektromagnetische constante
c maar de transportsnelheid van een foton zoals gemeten wordt door een waarnemer. Je ziet in deze discussie talloze antwoorden die vaak tegenstrijdig zijn. Hierboven het zelfde: het licht zou te
langzaam gaan om ons tijdig te bereiken.. .terwijl dat volgens relativiteit niet zo zou zijn omdat het daarin louter gaat om `observaties` die snelheid c zouden moeten ophoesten.
De opmerking is in directe tegenstelling met beweringen dat het licht voor elke waarnemer met snelheid
c zou gaan. In de SR houdt men(ten onrechte) aan dat een eventueel medium waardoor het licht gaat niet van enige consequentie is.
Neem bijvoorbeeld een 1 km lange met water gevulde glazen buis en een waarnemer die langs de buis kan bewegen. Neem even aan dat in het water er zodanig stofjes aanwezig zijn dat al er een laser licht door heen schijnt dat je de lichtbundel kan zien. Nu is de snelheid van licht in water < c zodat als je een laster afvuurt door het water naar een target 1 km ver weg het Tw s duurt om het target te raken.
Tegelijkertijd vuur je een laser af naast de buis in een vacuüm en voor 1 km duurt het Tv seconden om de 1 km af te leggen. . . Tw is groter dan Tv.
Nu is er een "mannetje" dat langs de buis fietst, door het vacuüm, met de snelheid van het licht in water en vertrekt op het moment dat beide lasers afgevuurd worden. Een sensor registreert de aankomst van de laserpuls door het water, de laserpuls door het vacuüm en de aankomst van het "mannetje". Deze registratie toont aan dat de laserpuls door het water en het mannetje gelijktijdig aangekomen zijn nadat de laserpuls door het vacuüm aan kwam. De Meettechneut is blij omdat het resultaat
precies aantoonde wat hij verwacht had volgens zijn theorie van lichttransport en van fietstransport: De lichtpuls in het water arriveerde op het zelfde moment als het mannetje op de fiets!
Het mannetje krabt zich op zijn hoofd en stelt twijfelend vast. . "Toch is er iets mis met de meting. . .ik heb stiekem naar de buis met water gekeken toen ik van start ging en de laserpuls in het water ging met een noodgang aan mij voorbij en dat verbaasde me niets. Ik zag de laserpuls door het vacuüm niet aan mij voorbij flitsen maar die ging uiteraard met een noodgang aan mij voorbij met snelheid c. . . ik ben immers een
waarnemer en dat licht door het water ging mij met snelheid
cw voorbij, en dat is in lijn met relativiteit dat op school geleerd wordt. Die laserpulsen in het water en in het vacuüm moeten veel, veel eerder dan ik gearriveerd zijn . . ik zag met mijn eigen ogen dat die puls in het water mij voorbij flitste en dus moet de puls eerder geregistreerd zijn dan mijn aankomst. Je meeting zal wel fout zijn.
Ik stel dat een waarnemer die net zo snel als het licht in het water zou bewegen het pulsfront met dezelfde snelheid zou zien bewegen al hijzelf en dat hij niet verbaasd hoeft te zijn dat hij op het zelfde moment aankomt als die puls door het water.
Als de ruimte een substantie zou zijn dat op zich kan bewegen t.o.z.v. objecten er in. . .de oude eather theorie. . . als ware het water of een gas. . .wat door diverse lieden tegenwoordig weer beweert wordt dat het zo is. . . .dan is het logisch dat licht door verschillende waarnemers verschillend wordt waargenomen.
Weg dus met die SR Theorie!.