Het gaat niet om de driedimensionale vorm van de ballon, het gaat erom dat dingen die op het oppervlak van de ballon zitten allemaal verder uit elkaar gaan als de ballon groter wordt, en dat het oppervlak geen midden heeft en ook geen einde. Het gaat niet om zuurstof- en stikstofmoleculen.
Als je moeite hebt met die analogie, in het dagelijks leven projecteer je ook de oppervlakte van de aarde als een plat vlak. Als je van A naar B moet ga je er vanuit dat je via het oppervlak van de aarde moet. Als de aarde zou groeien, worden afstanden tussen alle punten op het oppervlak groter. Het middelpunt van de expansie bevindt zich echter niet op het oppervlak en is voor ons oppervlakbewoners niet zichtbaar.
Wat is nu het doel van deze analogie? Het doel is om te laten zien dat er op het oppervlag geen middelpunt bevindt, en hoe ver je ook over het oppervlak reist, je komt nooit het einde van de aarde tegen. Vroeger, toen veel mensen nog dachten dat de aarde plat was, dachten ze dat er wél een einde was waar je van af kunt vallen. Een beetje het
Discworld model.
De aarde wordt meestal niet als voorbeeld gebruikt omdat de aarde niet groeit. Een ballon kan wel groeien, alleen kijken de mensen ten onrechte naar de inhoud van de ballon en niet naar de oppervlakte. Als iemand naar New York wil zal hij zich meestal niet bedenken dat de snelste weg door de aardmantel is en dat dat niet zo praktisch reizen is met al die gesmolten mineralen.
Als je daar nog steeds niet mee kunt leven, beschouw dan het oppervlakte van een bol met een straal die oneindig nadert. Zelfs bij een gigantische straal worden de afstanden op het oppervlak van de bol rechtevenredig groter met de straal. En onthoud: het gaat niet om de inhoud maar om het oppervlak.
Je zou het nog verder kunnen vereenvoudigen naar een cirkel. Als je op de rand van een cirkel met een gigantische straal loopt, neem je waar dat je over een rechte lijn loopt. Zelfs als je weet dat het een cirkel is kun je niet zeggen of je linksom of rechtsom loopt omdat je de bolling niet/nauwelijks kunt meten. Toch weet je dat je als je de lijn volgt je nooit bij het midden komt, en dat je ook nooit het einde van de lijn tegenkomt.
Misschien gaat het bij de ballon-analogie het er wel meer om om te laten zien hoe het níét is dan hoe het wél is. Als je eerst aan leken uitlegt wat de big bang ongeveer was, denken ze aan een stuk vuurwerk dat uit elkaar klapt. Het middelpunt is "natuurlijk" waar de vuurpijl is ontploft. De rand is min of meer het oppervlak van een bol en is goed zichtbaar want daar zijn de meeste vonken. Hoe kun je nou uitleggen dat het bij de big bang niet zo ging, dat er geen middelpunt en geen rand is? Bijvoorbeeld door te laten zien dat het middelpunt van je aarde niet in de atlas staat. En door een globe te pakken en te laten zien dat er geen rand is waar je vanaf kunt vallen.
Ik bedenk me net dat ik een ballon met een wereldkaart wil.