Oersted is een tamelijk verouderde eenheid, bij mijn opleiding werd de A/m gebruikt. Spreekt misschien meer tot de directe verbeelding. Maar goed, het is eenvoudig om te rekenen, 1 Oe = 80 A/m (afgerond).
Enfin, 300 Oe = 24000 A/m en in dit nieuwere stelsel is voor een spoel H = IN/L. Even uitsluitend hoofdletters gebruikt om het verschil tussen de letters beter aan te geven (I = stroomsterkte in ampère, N = aantal windingen en L = lengte van de spoel in meters). Eigelijk geldt die formule voor een lange spoel, maar enfin even (bij benadering dan) tot de verbeelding waar je het over hebt, voor die 300 Oe ofwel 24000 A/m zou je bij een spoel van een centimeter lang en een stroom van 1A circa 240 windingen nodig hebben.
Een stroom van 1 A is natuurlijk vrij fors, bij printplaten gaat het doorgaans om hooguit enkele mA, wat dus voor hetzelfde resultaat beduidend meer windingen zou vragen (bij 1 mA dus 240.000 windingen). Al met al, die 300 Oe lijkt me zonder spoel, dus enkel met een zigzag printbaanspoortje, onmogelijk te realiseren.
Maakt me wel nieuwsgierig, hoe kom je precies op die 300 Oe en inderdaad, waar heb je het voor nodig?
Edit:
Bij het nog even nalezen van dit topic stuitte ik nog op de volgende reactie:
Bij alles wat onder spanning staat krijg je een electrisch veld, inderdaad iets volstrekt anders dan magnetische velden. Klopt helemaal.
Maar om elke geleider die stroom voert ontstaat een magnetisch veld. Dat veld is relatief gezien gering en met een spoel bundel je alleen maar de krachtlijnen.
PS: De door TS genoemde nog hogere waarden van 3000 tot 4000 Oe zijn enorme velden die, dat mag wel duidelijk zijn, alleen met heel forse spoelen zijn te realiseren.
[
Voor 26% gewijzigd door
Techneut op 28-04-2009 18:43
]