• Snowwie
  • Registratie: September 2003
  • Laatst online: 21:02
Als ik een bericht lees, zoals deze, waarin staat dat op 12,8 miljard lichtjaar afstand een ster is ontploft en een gigantische gammaflits heeft veroorzaakt heeft, en dit 12,8 miljard jaar geleden heeft plaatsgevonden dan zit ik te denken over of dit wel klopt?

Het heelal wordt groter, des te verder weg de objecten staan des te sneller bewegen ze zich weg en des te roder worden ze ook. Op de rand van het zichtbare heelal beweegt een object met nagenoeg de lichtsnelheid van ons af.

Stel een object vliegt met 99% van de lichtsnelheid van ons af, en men constateert dat deze op 15 miljard lichtjaar staat, voor elke lichtjaar dat het licht onze kant opkomt, wijkt het object 0,9999 lichtjaar de andere kant op, incl. z'n uitgestraalde licht. En dan heb ik nog niet eens de uitdijing van het heelal zelf meegerekend.

Op basis van deze kennis verschaft het doppler effect dan wel een goede afstand meting? Ik voel namelijk een kip & ei paradox komen. Het doppler effect zegt iets over de globale afstand, maar deze afstand is onbekend aangezien men de eigen snelheid niet weet, want deze berekend men weer adhv doppler effect.

Mijn vermoeden is dat ik hier toch iets fout beredeneer, ik weet niet exact wat, vandaar dit topic. :)

Mijn YouTube Channel


Verwijderd

Je mist inderdaad iets denk ik ;)

Hier staat redelijk duidelijk (ik kan het zelfs begrijpen) omschreven hoe je tot afstandsmetingen komt:
http://www.xs4all.nl/~kiel0/roodverschuiving.htm

De roodverschuiving is dus niet het enige middel.

Verwijderd

Ik denk dat je problemen hebt met een aantal issues.

-Ten eerste is er het probleem: wat is precies afstand in een uitdijend heelal? Het antwoord: dat is nogal ambigue en afhankelijk van de definitie die je kiest. In de sterrenkunde wordt vaak de lichtkrachtafstand gehanteerd als definitie. De intensiteit van van licht dat uitgezonden wordt door een puntbron neemt af met het kwadraat van de afstand. Als je dus van een specifieke bron de intrinsieke lichtkracht weet en de intensiteit kan meten, dan weet je precies hoever het licht gereist heeft om jou te bereiken. Aangezien licht reist met een constante snelheid weet je dan dus ook hoelang dat licht er over gedaan heeft om jou te bereiken. En aangezien de roodverschuiving die licht ondergaat door expansie van het heelal afhankelijk is van de tijd die het onderweg is, kan je dus aan de hand van de roodverschuiving de lichtkrachtafstand terug rekenen.
Het is duidelijk dat aangezien het heelal uitzet de afstand die je afzal moeten om terug te komen bij de bron veel groter is dan de gemeten lichtkrachtafstand.

-Ten tweede constateer je het probleem dat een object mogelijk een grote eigensnelheid bezit ten opzicht van ons. Dit is inderdaad een mogelijkheid en levert dus een bepaalde onzekerheid op voor de bepaling van de afstand van een object met louter de roodverschuiving. We weten echter uit waarnemingen uit onze direct omgeving dat de onderlinge snelheid van objecten typisch niet heel extreem zijn en kunnen we een redelijke schatting maken van de mogelijke ruis. Voor objecten op een afstand van 12 miljard lichtjaar betekend dit dat de doppler roodverschuiving volledig gedomineerd zal worden door de kosmologische roodverschuiving. Een meetfout van meer dan 10% zal dat echt niet opleveren.