Een suggestief artiekel in de Volkskrant wat wellicht interessant is. Er wordt hierin gesuggereerd dat antimaterie en materie elkaar bij contact niet per definitie annihileren. Echter wordt in een ander artikel aangegeven dat annihilatie niet plaatsvindt omdat de antimaterie deeltjes afgebogen worden en dat de antimaterie strikt genomen niet in contact komt met materie.
In dit artikel wordt uitgelegd dat het gerelateerd is aan Rutherford scattering.
BronAMSTERDAM - Hoewel het in Dan Browns bestseller Agels and Demons bijna tot de vernietiging van het Vaticaan leidt, vernietingen materie en antimaterie elkaar niet per definitie bij de minste of geringste ontmoeting.
Dat melden Italiaanse natuurkundigen na heranalyse van een vijftien jaar oud experiment met deeltjes en hun antideeltjes in Geneve. Als antideeltjes langzaam hun materiële tegenhanger naderen is de kans aanzienlijk dat ze ongeschonden worden weggekaatst.
Antimateriedeeltjes zijn materiedeeltjes, maar met de tegengestelde elektrische lading. Antimaterie komt in de natuur niet voor. Wel is het te maken bij bepaalde kernreacties in versnellers als die bij CERN.
Fysici gaan er doorgaans vanuit dat deeltjes en hun antideeltjes bij een botsing elkaars lading neutraliseren via anihiliatie. Daarbij komt de massa van de deeltjes vrij als elektromagnetische straling, licht en warmte.
Maar dat is alleen op papier zo, bij de ontmoeting van één antideeltje en zijn tegendeeltje, zo blijkt uit experimenten die in de periode 1990-96 in deeltjeslab CERN werden uitgevoerd. Dat zogeheten OBELIX-experiment, waarbij antiprotonen op waterstofgas werd geschoten, gaf een raadselachtig resultaat: de anihiliatie van antimaterie en materie leek in twee golven te gebeuren.
In het vakblad Physical Review Letters schrijven de Italianen deze week dat ze nu begrijpen waarom. Ongeveer een kwart van de relatief traag bewegende antiprononen, afkomstig uit een versneller van CERN, kaatsten eerst ongeschonden terug van de aluminium achterwand van de meetopstelling.
Daarbij worden de negatief geladen antiprotonen bij nadering afgestoten door de eveneens negatief geladen elektronenwolk van de atomen in die wand.
Nu duidelijk is wat er gebeurt, is het verschijnsel eigenlijk geen verrassing, zegt een woordvoerder van CERN tegenover het vakblad Physical Review Focus. 'Mensen realiseren zich soms voor de hand liggende dingen niet, tot er iets merkwaardigs gebeurt en ze echt moeten nadenken.’
In dit artikel wordt uitgelegd dat het gerelateerd is aan Rutherford scattering.
The key to this unusual reflection is the textbook physics known as Rutherford scattering. When a charged particle is fired at a stationary atom, the positively-charged nucleus can deflect it from its course, but only if the particle is moving relatively slowly. A fast-moving antiproton hitting a solid surface would fly right through most atoms, past their tiny nuclei, until it finally encountered a nucleus in a nearly direct hit for annihilation. But a slow-moving antiproton, as in the OBELIX experiment, is frequently deflected by the pull of each nucleus, so it bounces around like a pinball, perhaps 50 to 100 times within 5 to 10 nanometers of the wall surface. Eventually, it "forgets" the direction it was headed and has a good chance of popping back out (though it may also annihilate somewhere in the wall).