Nog even terugkomend op mijn stelling dat energie een soort vriespunt zou hebben.
Einstein stelde zichzelf de vraag: Is de traagheid van een lichaam afhankelijk van zijn energie-inhoud? Vanuit deze vraag ontwikkelde hij zijn theorie en beantwoorde de vraag met ja.
Hij stelde dat de hele massa van een lichaam de uiting is van zijn inwendige energie.
We kunnen erg gewichtig gaan doen dat massa niet met lichtsnelheid kan bewegen, maar ook luchtig zeggen dat licht wel massa heeft. Dit kunnen we zeggen omdat we bij het foton de massa uitdrukken in bewegingsenergie. (snap je het nu Ingdas?)
Deeltjes die zich voortbewegen met lichtsnelheid zijn dus wel massaloos, maar de beweging (lichtsnelheid) is de massa. Wanneer het deeltje vertraagt wordt zet de bewegingsenergie zich om in massa. De energie zet zich dus om in materie wanneer het bewegingssnelheid verliest. Een soort vriespunt dus, net als water zijn vloeibare vorm verliest en in keihard ijs veranderd.
Laten we het SF begrip van Trias nl pure energie eens in een gedachten experiment aannemen. Zou pure energie continu in beweging zijn, juist stilstaan of hier (neutraal) precies tussenin zitten?
Pure energie zou eigenlijk alle energie bij elkaar in een bepaalde bewegingstoestand zijn. Zou deze pure energie massa hebben dan zou deze volledig uit massa bestaan en dus een massieve toestand hebben. Zou pure energie geen massa hebben zou het continu op lichtsnelheid bewegen. Echter pure energie zou niet uit verschillende deeltjes bestaan die bewegen maar uit een deel die beweegt namelijk de pure energie zelf. Maar ten opzichte van wat zou dit deel zich bewegen? Vanuit zichzelf zou dit dus C (lichtsnelheid) in het kwadraat zijn. Vreemde toestand nietwaar? De massa (totale energie inhoud) van energie zou dan sneller als licht zijn namelijk C kwadraat. We werken hier natuurlijk wel met 2 absolute toestanden nl stilstand en maximale beweging welke we allebei niet kunnen waarnemen behalve in een gedachte-experiment.
Het is dus moeilijk om van energie (E) vast te stellen of het zich in rust bevind of juist in beweging. We hebben in onze werkelijkheid geen pure energie dus bevind de bewegingstoestand van energie zich in diverse stadia. (tijd) We nemen dus niet aan dat E zich in rust bevind of juist op een stabiele snelheid. In de natuurkunde wordt de redenering dat E zich in rust bevind of de rusttoestand plus de bewegingstoestand is verworpen. Je zou dan kunnen redeneren dat de massa toeneemt met de snelheid terwijl dat juist andersom is. Het hele bewegingsprincipe wordt dus aan de kant geschoven.
Raar eigenlijk want er wordt steeds vanuit een lichaam met massa uitgegaan en de verwerping berust erop dat er van een niet bewegingsafhankelijke massa moet worden uitgegaan. Daar wordt Einstein dus met zijn oorspronkelijke vraagstelling afgeserveerd. Men zegt dat E duid op de energie die in het lichaam aanwezig is. Als E zelf het lichaam is dan is E dus E als pure energie.
Laten we pure energie nu eens thermodynamisch in een gedachte-experiment bekijken. Geen energie zou geen temperatuur hebben maar relatief aan energie heel erg koud zijn, het absolute nulpunt. Pure energie zou een vaste temperatuur hebben en relatief aan geen energie heel erg heet zijn. Hoe heet? Zo heet als E.
Laten we het dualisme van Plato er eens er bij halen. Laten we E nu even Iets noemen en het antideel van E Niets. Zouden deze twee delen elkaar aantrekken zou het Iets afkoelen en energie af geven aan het Niets. De energie geeft dan arbeid af (alweer beweging) en veranderd door de afkoeling (vertraging) in het Niets in massa (materie) Als we het Iets en het Niets nu eens niet als antidelen zien maar alleen het Iets als een deel zien bevind zich buiten het Iets niets. Het Iets wordt dan dus omsloten door Niets en we nemen het verschijnsel creatie erbij dan zou volgens Einstein de totale energie inhoud van E dus de massa uitstromen. Als E zich in een pure staat bevind met een potentiele arbeid van de lichtsnelheid maal zichzelf dus C kwadraat zouden er 2 delen ontstaan die zich allebei op lichtsnelheid zouden voortbewegen waarna ze verder zouden vertragen en in massa uiteen zouden vallen. (verder opdelen) Je kunt je in deze situatie voorstellen dat E niet in 2 delen uiteen valt maar juist in meerdere paren. Omgekeert zou massa bij annihilatie weer op lichtsnelheid komen en uiteindelijk op C kwadraat.
E bevind zich dan dus nooit in ruststand of in maximale beweging (c kwadraat) maar in een verscheidenheid van beweging, net als dat je niet puur zwart hebt (Niets) en puur wit (Iets) maar een heel kleurenspectrum daar tussen in, tenzij je een punt zou hebben van creatie/annihilatie op het zelfde moment. Je zou dat het punt nul kunnen noemen waarna dus een nul plus en een nul min ontstaat. Laten we de zin van Confusion er eens bij halen: 'dat lengte een soort buigingspunt heeft qua temperatuur' Het moment van creatie noemen we nul , twee delen bewegen zich van de nul af de ene op de – kant van de lengte en de andere op de + kant van de as. Door de temperatuur afgifte aan het niets krijgen de delen een spin (liever gezegd een vortexbeweging). Als we lengte als een rechte lijn zien krijgt deze nu bij elke temperatuur een ander buigingspunt en krijgt Confusion gelijk met zijn uitspraak dat het benoemen van een soort vriespunt qua beweging hetzelfde is als zeggen dat lengte een soort buigingspunt heeft qua temperatuur.
Als licht valt ligt licht, maar hoe kan iets zo licht als licht nu vallen? Verlicht mij.