Oogst schreef op woensdag 05 maart 2008 @ 19:51:
Dat van de verbuiging van licht door grote zwaartekracht bij een gravitational lens wist ik op zich al wel, maar wat ik niet snap, is hoe de zwaartekracht er voor zorgt dat de ruimte verbuigt. Of heeft dat niks met de relativiteitstheorie te maken? Nou ja, ik ben hoe dan ook nieuwsgierig. In het boekje van Bais wordt er helemaal niks over gezegd, overigens.
Het boekje van Bais gaat (naar ik weet) slechts over de
speciale relativiteitstheorie (SRT). Zwaartekracht en buiging van de ruimte worden beschreven in de algemene relativiteitstheorie (ART). Overigens is het in de ART niet zo zeer dat zwaartekracht kromming van de ruimte veroorzaakt, maar dat zwaartekracht in feit kromming van de ruimte is. Zwaartekracht is een fictieve kracht analoog aan de centrifugaalkracht (of corioliskracht). In dit geval ontstaat de 'fictieve' kracht doordat je er foutief van uit gaat dat de ruimte vlak is.
Dat gezegd hebben zal ik kort proberen uit te leggen, waarom zwaartekracht gerelateerd is aan kromming van de ruimte. De kern van het argument is het equivaleniteprincipe van Einstein. De bekendste vorm hiervan is de uitspraak dat: "trage en zware massa equivalent zijn". Ik zal hier echter uit gaan van een iets striktere versie van het principe, namelijk het volgende: "Een vrij vallende waarnemer in een zwaartekracht veld, neemt exact dezelfde natuurwetten waar als een inertiale waarnemer zonder zwaartekracht veld."
Een de praktijk betekend dit het volgend: Als ik in een volledig afgesloten "lift" zit, dan kan ik door geen enkel fysisch experiment onderscheid maken tussen of de lift vrij zweeft in de ruimte, of vrijvalt in een constant zwaartekracht veld.
Stel ik zit in zo'n lift. Dan kan ik het volgende experiment doen: Ik monteer een laser op een muur en richt deze op de tegen over liggende muur. Aangezien de fysica in de lift precies is zoals in de zwaartekracht loze situatie beschrijft de laserstraal een keurige rechte lijn door de lift heen.
Stel nou dat in werkelijkheid de lift vrij valt in een constant zwaartekrachtveld. Aangezien ik en een eventuele externe waarnemer het eens zullen zijn over het punt op de muur van de lift waar de laser aankomt, zal de externe waarnemer moeten zien dat de laserstraal een kromme baan beschrijft. Immers in de tijd dat de laserstraal nodig heeft om van de ene kant naar de andere kant van de lift te komen, is de lift voor de externe waarnemer ook een stukje naar beneden gevallen. Dus als de laserstraal aankomt op het punt precies tegen de laser, moet de straal zelf een parabool beschrijven!
Nu is het bekend dat licht altijd de kortste route zoekt van A naar B. Dus het bovenstaande gedachte experiment laat zien (of liever geeft een sterke aanwijzing) dat in een constant zwaartekracht veld de kortste route tussen twee punten een kromme lijn is. En heel simpel gezegd is dat precies wat men bedoelt met een gekromde ruimte.
Dit kan je proberen te veralgemenizeren naar willekeurige zwaartekrachtvelden en dat lukt! Je kan de gehele werking van de zwaartekracht beschrijven door middel van kromming van de ruimte. Of liever als kromming van de ruimtetijd. Immers uit de SRT weten we al dat je ruimte en tijd samen als een vierdimensionaal geheel moet zien, waar een bijzondere (tijd) richting in bestaat.
Hiermee komen we op je volgende vraag:
[...]
Dat is precies mijn vraag: waarom kan dat niet? In dat voorbeeld met dat tafellaken met knikkers er op: hoe kan het tafellaken ooit zo vervormen dat je helemaal niet meer een bepaalde kant op kunt? Ik kan me voorstellen dat het zo uitgerekt wordt dat je extreem langzaam gaat, maar niet dat je een kant helemaal niet meer op kunt.
Massa (of liever energie) veroorzaakt kromming van de ruimtetijd er om heen. Een van de effect is dat naarmate je dicht bij de massa komt de tijdrichting "draait" In het geval van een zwart gat kan je zo dicht bij de massa komen dat op een gegeven moment de radiele richting naar de massa toe, de tijdrichting in de ruimte tijd wordt. Dit betekend dat net als dat alles (ook licht!) alleen maar vooruit in de tijd kan bewegen, alles ook nog maar alleen maar in de radiele richting naar het zwarte gat toe kan bewegen.
Het oppervlak om het zwarte gat waar de radiele richting verandert van ruimteachtig naar tijdachtig het de horizon van het zwarte gat, omdat als je dit oppervlak voorbij bent je nog allen maar naar het zwarte gat toe kan bewegen. Op het zelfde vlak verandert de oorspronkelijke tijd richting van tijdachtig naar ruimteachtig. De (oorspronkelijke) tijdrichting (dit is dit tijd richting voor een waarnemer oneindig ver van het zwarte gat) is op de horizon lichtachtig, dat betekent dat je op dit oppervlak lichtstralen kan hebben die puur in de oorspronkelijke tijd richtbewegen (en dus niet in de ander richtingen) voor een waarnemer ver van het zwarte gat vandaan lijken deze lichtstralen dus stil te staan.
Verwijderd schreef op woensdag 05 maart 2008 @ 20:28:
[...]
Even een andere noot: Wat ik beschrijf van 'binnen in het zwarte gat', is alleen ter illustratie. Wat er daar echt binnen gebeurt weten we eigenlijk helemaal niet, mede doordat we daar niet kunnen kijken, en dus alles maar theorie en model is.
Wat er buiten een zwart gat gebeurt is net zo goed "alleen maar theorie en model". In principe zijn zwarte gaten uberhaupt "alleen maar theorie en model". We hebben nog nooit rechtstreeks een zwart gat waargenomen. Het enig wat we waarkunnen nemen zijn accretie schijven rond compact objecten. Hieruit kan je de massa van het object afleiden en een bovengrens voor de straal. In sommige gevallen zijn deze dingen zo compact dat we ervan uit moeten gaan dat het zwarte gaten betreft.
[
Voor 7% gewijzigd door
Verwijderd op 06-03-2008 10:07
]