Vraag 11: Je hebt twee identieke blikjes cola. Eén schud je, de ander niet. Ze rollen daarna tegelijk een helling af. Welk blikje is eerder beneden?
A. Het geschudde blikje.
B. Het ongeschudde blikje.
C. Beiden tegelijk.
Vraag 12: Als je een lamp tegen je duim houdt, zie je door het weefsel een rood schijnsel. Hoe komt dat?
A. Door de zuurstof in het bloed.
B. Door de samenstelling van het licht.
C. Door lichtverstrooiïng in het weefsel.
Vraag 13: Waarom is slechts een klein gedeelte van de middeleeuwse Arabische wetenschap in middeleeuws Europa bekend geworden?
A. Het Christelijke Europa had geen belangstelling voor bijvoorbeeld het berekenen van Islamitische gebedstijden en de richting van Mekka.
B. De kruisvaarders waren onvoldoende getraind om iets van wetenschap te begrijpen.
C. De Europese vertaalcentra waren ver verwijderd van de Arabische wetenschapscentra.
Vraag 14: Had de Franse Revolutie positieve invloed op de Franse kookkunst?
A. Nee, de Franse Revolutie moest niets hebben van kookkunst.
B. Nauwelijks, er bestond toen nog geen kookkunst in Frankrijk.
C. Ja, de kookkunst kreeg een impuls door de Revolutie.
Vraag 15: Waarom worden de poten van een kerstkalkoen of ander gevogelte tijdens het braden vaak bedropen met vet?
A. Om een lekker korstje te krijgen.
B. Om het vlees af te koelen.
C. Om het vlees overal heet te houden.
A. Het geschudde blikje.
B. Het ongeschudde blikje.
C. Beiden tegelijk.
Vraag 12: Als je een lamp tegen je duim houdt, zie je door het weefsel een rood schijnsel. Hoe komt dat?
A. Door de zuurstof in het bloed.
B. Door de samenstelling van het licht.
C. Door lichtverstrooiïng in het weefsel.
Vraag 13: Waarom is slechts een klein gedeelte van de middeleeuwse Arabische wetenschap in middeleeuws Europa bekend geworden?
A. Het Christelijke Europa had geen belangstelling voor bijvoorbeeld het berekenen van Islamitische gebedstijden en de richting van Mekka.
B. De kruisvaarders waren onvoldoende getraind om iets van wetenschap te begrijpen.
C. De Europese vertaalcentra waren ver verwijderd van de Arabische wetenschapscentra.
Vraag 14: Had de Franse Revolutie positieve invloed op de Franse kookkunst?
A. Nee, de Franse Revolutie moest niets hebben van kookkunst.
B. Nauwelijks, er bestond toen nog geen kookkunst in Frankrijk.
C. Ja, de kookkunst kreeg een impuls door de Revolutie.
Vraag 15: Waarom worden de poten van een kerstkalkoen of ander gevogelte tijdens het braden vaak bedropen met vet?
A. Om een lekker korstje te krijgen.
B. Om het vlees af te koelen.
C. Om het vlees overal heet te houden.